ECLI:NL:RVS:2012:BY1708

Raad van State

Datum uitspraak
26 oktober 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
201209429/2/A1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening inzake handhaving door het college van burgemeester en wethouders van Eersel

In deze zaak heeft het college van burgemeester en wethouders van Eersel op 28 juni 2011 geweigerd handhavend op te treden tegen het gebruik en de bouwactiviteiten door de Politiehondenvereniging Vroeg & Vlug op percelen aan de Eerselseweg ongenummerd te Knegsel. Tegen deze beslissing heeft het college hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft het verzoek op 18 oktober 2012 ter zitting behandeld, waarbij het college werd vertegenwoordigd door mr. P.M.H.M. Bakermans en de wederpartij door M.A.M. Jonkers. Ook was de Politiehondenvereniging vertegenwoordigd door A.J.P.M. Hovers.

De voorzitter heeft overwogen dat het oordeel voorlopig is en niet bindend in de bodemprocedure. Het college verzocht om ontheffing van de verplichting om een nieuw besluit op bezwaar te nemen, maar de voorzitter concludeerde dat er geen reden was om aan te nemen dat de eerdere uitspraak van de rechtbank 's-Hertogenbosch niet in stand zou blijven. Het college kan in afwachting van de bodemprocedure een nieuw besluit nemen, en het is in het belang van een efficiënte geschillenbeslechting dat zowel het nieuwe besluit als de eerdere uitspraak in de bodemprocedure worden beoordeeld.

Daarom heeft de voorzitter het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. Tevens is het college veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van de wederpartij, tot een bedrag van € 437,00, dat geheel is toe te rekenen aan beroepsmatig verleende rechtsbijstand. De uitspraak is openbaar gedaan op 26 oktober 2012.

Uitspraak

201209429/2/A1.
Datum uitspraak: 26 oktober 2012
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) hangende het hoger beroep van:
het college van burgemeester en wethouders van Eersel,
verzoeker,
tegen de uitspraak van de rechtbank 's-Hertogenbosch van 17 augustus 2012 in zaak nr. 12/525 in het geding tussen:
[wederpartij]
en
het college.
Procesverloop
Bij besluit van 28 juni 2011 heeft het college geweigerd handhavend op te treden tegen het gebruik (inclusief het bouwen) door de Politiehondenvereniging Vroeg & Vlug van percelen aan de Eerselseweg ongenummerd te Knegsel.
Bij besluit van 3 januari 2012 heeft het college het door [wederpartij] daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.
Bij uitspraak van 17 augustus 2012 heeft de rechtbank het door [wederpartij] daartegen ingestelde beroep gegrond verklaard, dat besluit vernietigd en het college opgedragen om binnen acht weken na verzending van deze uitspraak een nieuw besluit te nemen op het bezwaar, met inachtneming van hetgeen de rechtbank heeft overwogen.
Tegen deze uitspraak heeft het college hoger beroep ingesteld.
Voorts heeft het college de voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzitter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 18 oktober 2012, waar het college, vertegenwoordigd door mr. P.M.H.M. Bakermans, werkzaam bij de gemeente, en [wederpartij], vertegenwoordigd door M.A.M. Jonkers, zijn verschenen.
Voorts is daar de Politiehondenvereniging, vertegenwoordigd door A.J.P.M. Hovers, als partij gehoord.
Overwegingen
1.    Het oordeel van de voorzitter heeft een voorlopig karakter en is niet bindend in de bodemprocedure.
2.    Het college verzoekt in afwachting van de uitspraak in de bodemprocedure ontheven te worden van de verplichting een nieuw besluit op bezwaar te nemen.
3.    Hetgeen het college naar voren heeft gebracht geeft geen aanleiding om op voorhand aan te nemen dat de aangevallen uitspraak in de bodemprocedure niet in stand zal blijven, althans dat uiteindelijk zal blijken dat het college het verzoek om handhavend optreden terecht heeft afgewezen. Voorts valt niet in te zien dat het college hangende het hoger beroep niet een nieuw besluit kan nemen met inachtneming van het oordeel van de rechtbank. Nu het in het belang van een efficiënte en finale geschillenbeslechting is dat het nieuwe besluit op bezwaar en de aangevallen uitspraak beide in de bodemprocedure kunnen worden beoordeeld, bestaat geen aanleiding voor het treffen van een voorlopige voorziening.
4.    Gelet hierop dient het verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening te worden afgewezen.
5.    Het college dient ten aanzien van [wederpartij] op na te melden wijze tot vergoeding van de proceskosten te worden veroordeeld.
Beslissing
De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
I.    wijst het verzoek af;
II.    veroordeelt het college van burgemeester en wethouders van Eersel tot vergoeding van bij [wederpartij] in verband met de behandeling van het verzoek opgekomen proceskosten tot een bedrag van € 437,00 (zegge: vierhonderdzevenendertig euro), geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand.
Aldus vastgesteld door mr. S.F.M. Wortmann, als voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. A.M.L. Hanrath, ambtenaar van staat.
w.g. Wortmann    w.g. Hanrath
voorzitter    ambtenaar van staat
Uitgesproken in het openbaar op 26 oktober 2012
392.