ECLI:NL:RVS:2012:BY1707
Raad van State
- Hoger beroep
- J.A. Hagen
- P.M.M. de Leeuw-van Zanten
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen besluit CBR over rijvaardigheidsonderzoek
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de stichting Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR) tegen een uitspraak van de rechtbank Roermond. Het CBR had op 21 september 2011 de verplichting opgelegd aan de wederpartij om zich te onderwerpen aan een onderzoek naar de rijvaardigheid. De wederpartij maakte bezwaar tegen dit besluit, maar het CBR verklaarde dit bezwaar op 3 februari 2012 ongegrond. De rechtbank Roermond oordeelde op 8 juni 2012 dat het beroep van de wederpartij gegrond was, het besluit van het CBR vernietigde en de rechtsgevolgen van het vernietigde besluit in stand hield. Het CBR ging in hoger beroep tegen deze uitspraak.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft de zaak behandeld en geconcludeerd dat het hoger beroep niet-ontvankelijk is. Het CBR betoogde dat de rechtbank ten onrechte had overwogen dat de Regeling maatregelen rijvaardigheid en geschiktheid 2011 geen overgangsbepalingen kent. Het CBR stelde dat het besluit van 3 februari 2012 gebaseerd was op een onjuiste wettelijke grondslag. De rechtbank had echter de rechtsgevolgen van het vernietigde besluit in stand gelaten, wat betekent dat het CBR geen belang had bij een antwoord op de vraag of de rechtbank op goede gronden had geoordeeld.
De Afdeling bestuursrechtspraak heeft uiteindelijk besloten dat het hoger beroep niet-ontvankelijk is verklaard en dat het CBR een griffierecht van € 466,00 moet betalen. Deze uitspraak werd gedaan in naam der Koningin en is openbaar uitgesproken op 31 oktober 2012.