ECLI:NL:RVS:2012:BY0410

Raad van State

Datum uitspraak
17 oktober 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
201111948/1/A3
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake proceskostenveroordeling na intrekking door korpsbeheerder

In deze zaak heeft de korpsbeheerder van het regiokorps Haaglanden hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank 's-Gravenhage van 5 oktober 2011. De rechtbank had in die uitspraak een beslissing genomen die de korpsbeheerder niet beviel, wat leidde tot het hoger beroep. Echter, na het indienen van een verweerschrift door de vertegenwoordiger van de verzoeker, heeft de korpsbeheerder besloten het hoger beroep in te trekken. De verzoeker heeft vervolgens de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State verzocht om de korpsbeheerder te veroordelen in de proceskosten die hij heeft gemaakt in het kader van het hoger beroep.

De Afdeling heeft vastgesteld dat, ingevolge artikel 50 van de Wet op de Raad van State, een bestuursorgaan dat zijn hoger beroep intrekt, op verzoek van een partij kan worden veroordeeld in de kosten. De Afdeling heeft geoordeeld dat de korpsbeheerder, door het hoger beroep in te trekken na het indienen van het verweerschrift, aansprakelijk is voor de proceskosten van de verzoeker. De Afdeling heeft daarbij het gewicht van de zaak als 'gemiddeld' beoordeeld, in tegenstelling tot de korpsbeheerder die had gepleit voor een kwalificatie van 'zeer licht' of 'licht'.

Uiteindelijk heeft de Afdeling beslist dat de korpsbeheerder van het regiokorps Haaglanden de verzoeker moet vergoeden voor de proceskosten, die zijn vastgesteld op € 437,00, geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand. De betaling dient te geschieden aan de secretaris van de Raad van State, met vermelding van het zaaknummer. Deze uitspraak is gedaan in naam der Koningin en is openbaar uitgesproken op 17 oktober 2012.

Uitspraak

201111948/1/A3.
Datum uitspraak: 17 oktober 2012
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak op het verzoek van:
[verzoeker], wonend te Den Haag,
om proceskostenveroordeling na intrekking van het hoger beroep van de Korpsbeheerder van het regiokorps Haaglanden.
Procesverloop
De korpsbeheerder heeft hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank 's-Gravenhage van 5 oktober 2011.
[verzoeker] heeft een verweerschrift ingediend.
Bij brief heeft de korpsbeheerder het hoger beroep ingetrokken.
[verzoeker] heeft de Afdeling verzocht de korpsbeheerder te veroordelen in de bij hem opgekomen proceskosten in hoger beroep.
De korpsbeheerder en [verzoeker] hebben een nadere reactie ingediend.
De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige.
Nadat partijen daartoe toestemming als bedoeld in artikel 8:57 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) hebben verleend, heeft de Afdeling bepaald dat het onderzoek ter zitting achterwege blijft en het onderzoek gesloten.
Overwegingen
1. Ingevolge artikel 50, eerste lid, van de Wet op de Raad van State, voor zover thans van belang, kan ingeval van intrekking van het hoger beroep door een bestuursorgaan, dit bestuurorgaan op verzoek van een partij bij afzonderlijke uitspraak met overeenkomstige toepassing van artikel 8:75 van de Awb in de kosten worden veroordeeld.
2. De korpsbeheerder heeft zijn hoger beroep ingetrokken, nadat de vertegenwoordiger van [verzoeker] namens hem een verweerschrift had ingediend. De Afdeling ziet hierin aanleiding de minister overeenkomstig het Besluit proceskosten bestuursrecht te veroordelen in de met het indienen van het verweerschrift gemaakte kosten. Naar het oordeel van de Afdeling bestaat onvoldoende aanleiding om daarbij, zoals de korpsbeheerder heeft bepleit, het gewicht van de zaak niet te bepalen op "gemiddeld" maar op "zeer licht" dan wel "licht" als bedoeld in de bijlage bij het Besluit proceskosten bestuursrecht.
3. Het verzoek dient op na te melden wijze te worden toegewezen.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
veroordeelt de Korpsbeheerder van het regiokorps Haaglanden tot vergoeding van bij [verzoeker] in verband met de behandeling van het hoger beroep opgekomen proceskosten tot een bedrag van € 437,00 (zegge: vierhonderdzevenendertig euro), geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand; het dient aan de secretaris van de Raad van State (bankrekening Raad van state 56.99.94.977) onder vermelding van het zaaknummer te worden betaald.
Aldus vastgesteld door mr. C.H.M. van Altena, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. C. Sparreboom, ambtenaar van staat.
w.g. Van Altena w.g. Sparreboom
lid van de enkelvoudige kamer ambtenaar van staat
Uitgesproken in het openbaar op 17 oktober 2012
195-591.