ECLI:NL:RVS:2012:BX8955

Raad van State

Datum uitspraak
3 oktober 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
201208318/1/A2
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Schrapping van de aanduiding 'Beter Nederland' door de Kiesraad

In deze zaak heeft de politieke groepering Beter Nederland, gevestigd te Hilversum, beroep ingesteld tegen een besluit van de Kiesraad. Dit besluit, genomen op 13 augustus 2012, hield in dat de aanduiding nr. 230 'Beter Nederland' uit het register werd geschrapt, zoals bedoeld in artikel G 1 van de Kieswet. De zaak werd behandeld door de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 27 september 2012, waar Beter Nederland vertegenwoordigd was door haar voorzitter en gemachtigde, en de Kiesraad door mr. R. Hoorweg, plaatsvervangend secretaris van de Kiesraad.

De Afdeling overwoog dat Beter Nederland € 310,00 aan griffierecht verschuldigd was voor het door hen ingestelde beroep. Volgens artikel 8:41, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) dient het griffierecht binnen vier weken na de mededeling van de griffier te zijn voldaan. Echter, ingevolge artikel D 9, derde lid, van de Kieswet, geldt voor het griffierecht in dit geval een termijn van twee weken. Beter Nederland was bij aangetekend verzonden brief van 23 augustus 2012 geïnformeerd dat het griffierecht uiterlijk op 6 september 2012 voldaan diende te zijn.

Het griffierecht werd echter pas op 11 september 2012 door de Raad van State ontvangen. De gemachtigde van Beter Nederland verklaarde dat de vertraging te wijten was aan vakantie, maar de Afdeling oordeelde dat dit niet als een geldige reden kon worden aangemerkt. De Afdeling concludeerde dat Beter Nederland in verzuim was en verklaarde het beroep niet-ontvankelijk. Er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd, en de uitspraak werd openbaar gedaan op 3 oktober 2012.

Uitspraak

201208318/1/A2.
Datum uitspraak: 3 oktober 2012
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak in het geding tussen:
de politieke groepering Beter Nederland, gevestigd te Hilversum,
appellante,
en
de Kiesraad, handelend als centraal stembureau voor de verkiezingen van de leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal,
verweerder.
Procesverloop
Bij besluit van 13 augustus 2012 heeft de Kiesraad de aanduiding nr. 230 "Beter Nederland" geschrapt in het register als bedoeld in artikel G 1 van de Kieswet.
Tegen dit besluit heeft Beter Nederland beroep ingesteld.
De Kiesraad heeft een verweerschrift ingediend.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 27 september 2012, waar Beter Nederland, vertegenwoordigd door haar [voorzitter] en [gemachtigde], en de Kiesraad, vertegenwoordigd door mr. R. Hoorweg, plaatsvervangend secretaris van de Kiesraad, zijn verschenen.
Overwegingen
1. Ingevolge artikel 8:41, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) wijst de griffier de indiener van het beroepschrift op de verschuldigdheid van het griffierecht en deelt hem mee dat het verschuldigde bedrag binnen vier weken na de dag van verzending van zijn mededeling dient te zijn bijgeschreven op de rekening van de rechtbank dan wel ter griffie dient te zijn gestort. Indien het bedrag niet binnen deze termijn is bijgeschreven of gestort, wordt het beroep niet-ontvankelijk verklaard, tenzij redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat de indiener in verzuim is geweest.
Ingevolge artikel G 5, eerste lid, van de Kieswet kan een belanghebbende tegen een beschikking als bedoeld in artikel G 1, als hier aan de orde, beroep instellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.
Ingevolge artikel G 5, derde lid, van de Kieswet is artikel D 9, tweede tot en met vierde lid, van overeenkomstige toepassing.
Ingevolge artikel D 9, derde lid, van de Kieswet bedraagt de termijn binnen welke de bijschrijving of storting van het verschuldigde bedrag dient plaats te vinden, in afwijking van artikel 8:41, tweede lid, van de Awb, twee weken. De voorzitter van de Afdeling kan een kortere termijn stellen.
2. Beter Nederland is voor het door hem ingestelde beroep € 310,00 aan griffierecht verschuldigd. Een beroep wordt ingevolge artikel 8:41, tweede lid, van de Awb, gelezen in samenhang met artikel D 9, derde lid, van de Kieswet, niet-ontvankelijk verklaard indien storting of bijschrijving van het griffierecht niet heeft plaatsgevonden binnen twee weken na de dag van verzending van de mededeling waarin de indiener van een beroepschrift is gewezen op de verschuldigdheid van het griffierecht, tenzij redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat de indiener in verzuim is geweest.
3. Beter Nederland is bij aangetekend verzonden brief van 23 augustus 2012 meegedeeld dat het verschuldigde griffierecht binnen twee weken na de dag van verzending van de brief, dat wil zeggen uiterlijk 6 september 2012, op de rekening van de Raad van State dient te zijn bijgeschreven of contant op het adres van de Raad van State dient te zijn betaald. Daarbij is vermeld dat, indien het griffierecht niet tijdig wordt voldaan, het beroep reeds om die reden niet-ontvankelijk wordt verklaard, behoudens in uitzonderlijke gevallen.
Het bedrag is niet binnen de aldus gestelde termijn op de rekening van de Raad van State bijgeschreven of contant op het adres van de Raad van State betaald. Het bedrag is eerst op 11 september 2012 door de Raad van State ontvangen. De gemachtigde van Beter Nederland heeft bij de overschrijving, alsook ter zitting toegelicht dat het griffierecht wegens vakantie niet op tijd is betaald. Dit is niet een omstandigheid, op grond waarvan redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat Beter Nederland in verzuim is geweest. Dat Beter Nederland heeft nagelaten afdoende voorzieningen te treffen voor het in ontvangst nemen en behandelen van haar post gedurende de periode van vakantie van haar voorzitter, moet voor haar eigen rekening en risico blijven.
4. Het beroep is niet-ontvankelijk.
5. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Aldus vastgesteld door mr. P. van Dijk, voorzitter, en mr. C.J. Borman en mr. E. Steendijk, leden, in tegenwoordigheid van mr. M.R. Poot, ambtenaar van staat.
w.g. Van Dijk w.g. Poot
voorzitter ambtenaar van staat
Uitgesproken in het openbaar op 3 oktober 2012
362.