ECLI:NL:RVS:2012:BX8311
Raad van State
- Hoger beroep
- A.W.M. Bijloos
- H. Herweijer
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake proceskostenveroordeling na intrekking door verzoeker
In deze zaak hebben [verzoeker] en anderen hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 10 oktober 2011, waarin geen proceskostenvergoeding werd toegekend. De rechtbank behandelde de zaken onder de nummers 10/6112 en 11/1559. Na het indienen van het hoger beroep heeft de burgemeester van Amsterdam een bedrag van € 874,00 aan [verzoeker] en anderen betaald als vergoeding voor de proceskosten die in de eerdere procedure zijn gemaakt. Hierop hebben [verzoeker] en anderen hun hoger beroep ingetrokken en verzocht om vergoeding van de proceskosten die in het hoger beroep zijn gemaakt.
De burgemeester heeft in zijn verweerschrift aangegeven niet te begrijpen waarom de rechtbank hem niet had veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten. [verzoeker] en anderen zijn van mening dat de betaling door de burgemeester voldoende is om aan hun verzoek om proceskostenveroordeling te voldoen. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft de zaak vervolgens behandeld zonder zitting, op basis van de toestemming van partijen.
De Afdeling heeft overwogen dat, ingevolge artikel 8:75a van de Algemene wet bestuursrecht, het bestuursorgaan kan worden veroordeeld tot vergoeding van proceskosten indien het bestuursorgaan geheel of gedeeltelijk aan de indiener van het hogerberoepschrift tegemoet is gekomen. Gezien de betaling door de burgemeester, heeft de Afdeling geoordeeld dat er aanleiding is om de burgemeester te veroordelen tot betaling van een aanvullende vergoeding van € 437,00 aan [verzoeker] en anderen. Deze beslissing is genomen in naam der Koningin en is openbaar uitgesproken op 26 september 2012.