ECLI:NL:RVS:2012:BX8276

Raad van State

Datum uitspraak
21 september 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
201205458/2/R3
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorlopige voorziening inzake wijzigingsplan 'De Donk, 2e fase, Boekel'

Op 3 april 2012 heeft het college van burgemeester en wethouders van Boekel het wijzigingsplan 'De Donk, 2e fase, Boekel' vastgesteld. Tegen dit besluit heeft de verzoeker, wonend te Boekel, beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft het verzoek op 6 september 2012 ter zitting behandeld, waarbij het college vertegenwoordigd was door G. Klop. De voorzitter heeft in zijn overwegingen vastgesteld dat het oordeel voorlopig is en niet bindend in de bodemprocedure.

Het wijzigingsplan voorziet in de bouw van ongeveer 160 woningen aan de oostzijde van Boekel. De verzoeker betoogt dat het college het wijzigingsplan ten onrechte heeft vastgesteld, omdat niet voldaan zou zijn aan de wijzigingsvoorwaarden, waaronder het aantal zorgwoningen en milieuhygiënische belemmeringen. De voorzitter heeft vastgesteld dat het college voldoende behoefte aan de woningen onderbouwt en dat het wijzigingsplan niet in strijd is met de wijzigingsvoorwaarden van het bestemmingsplan 'De Donk e.o.'.

De voorzitter concludeert dat het wijzigingsplan niet voorziet in zorgwoningen, omdat in het aangrenzende gebied al voldoende zorgwoningen zijn. Wat betreft de milieuhygiënische aspecten blijkt uit bodemonderzoeken dat er alleen bij peilbuis 21 een verhoogde concentratie aan cadmium en zink is aangetroffen, maar deze bevindt zich buiten het plangebied van het wijzigingsplan. De voorzitter stelt vast dat aan de wijzigingsvoorwaarden is voldaan en dat de aanvaardbaarheid van de nieuwe bestemming in beginsel als gegeven kan worden beschouwd.

De woonvisie geeft aan dat er tot 2020 ongeveer 400 nieuwe woningen nodig zijn in Boekel, en de 160 woningen uit het wijzigingsplan kunnen gedeeltelijk in deze behoefte voorzien. De voorzitter concludeert dat er geen aanleiding is om een voorlopige voorziening te treffen en wijst het verzoek af. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

Uitspraak

201205458/2/R3.
Datum uitspraak: 21 september 2012
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen:
[verzoeker], wonend te Boekel,
en
het college van burgemeester en wethouders van Boekel,
verweerder.
Procesverloop
Bij besluit van 3 april 2012 heeft het college het wijzigingsplan "De Donk, 2e fase, Boekel" vastgesteld.
Tegen dit besluit heeft [verzoeker] beroep ingesteld.
[verzoeker] heeft de voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzitter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 6 september 2012, waar het college, vertegenwoordigd door G. Klop, werkzaam bij de gemeente, is verschenen.
Overwegingen
1. Het oordeel van de voorzitter heeft een voorlopig karakter en is niet bindend in de bodemprocedure.
2. Het wijzigingsplan voorziet in de bouw van ongeveer 160 woningen aan de oostzijde van Boekel.
3. [verzoeker] betoogt dat het college het wijzigingsplan ten onrechte heeft vastgesteld. Daartoe voert hij aan dat niet aan de wijzigingsvoorwaarden dat niet meer dan 12 zorgwoningen gerealiseerd mogen worden en dat er geen milieuhygiënische belemmeringen mogen zijn, wordt voldaan. Ten aanzien van laatstgenoemde voorwaarde stelt [verzoeker] dat in de bodem verhoogde concentraties cadmium en zink zijn aangetroffen.
Verder voert [verzoeker] aan dat het wijzigingsplan niet in overeenstemming met de gemeentelijke "Woonvisie 2010-2020, Belangen in balans" is, omdat met de bouw van 160 grondgebonden woningen niet wordt voorzien in de opvang ten gevolge van vergrijzing en gezinsverdunning van de bevolking waar het beleid over spreekt. Volgens [verzoeker] is er geen behoefte aan 160 grondgebonden woningen.
4. Het college stelt dat er voldoende behoefte is aan de in het plan voorziene grondgebonden woningen en dat aan de wijzigingsvoorwaarden is voldaan.
5. Het wijzigingsplan vindt zijn grondslag in het bestemmingsplan "De Donk e.o.", dat de raad heeft vastgesteld op 4 oktober 2007 en dat het college van gedeputeerde staten van Noord-Brabant heeft goedgekeurd op 16 januari 2008. In dat bestemmingsplan hebben de gronden waarop het wijzigingsplan betrekking heeft de bestemmingen "Agrarisch", "Wonen" en "Verkeer". Ingevolge artikel 13, aanhef en onder b en e, van de planregels is het college bevoegd die bestemmingen te wijzigen in de bestemmingen "Wonen", Verkeer" en "Groen" ten behoeve van de bouw en inrichting van een nieuwe woonwijk, met dien verstande dat het aantal zorgwoningen niet meer dan 12 mag bedragen en dat er geen sprake is van milieuhygiënische belemmeringen.
6. De voorzitter stelt vast dat in het wijzigingsplan niet is voorzien in zorgwoningen. Ter zitting en in het verweerschrift heeft het college toegelicht dat hierin niet is voorzien, omdat in het aangrenzende gebied reeds voldoende zorgwoningen zijn zodat in het gebied waarop dit wijzigingsplan ziet geen behoefte meer aan dat soort woningen is. Gelet hierop is het wijzigingsplan in zoverre niet in strijd met de wijzigingsvoorwaarden in het bestemmingsplan.
7. Wat betreft de milieuhygiënische aspecten komt uit de plantoelichting naar voren dat in het kader van het bestemmingsplan bodemonderzoeken zijn verricht. Volgens het onderzoeksrapport van 17 april 2006 "Projectnr. 0206032 Statenweg Boekel" is alleen bij peilbuis 21 een verhoogde concentratie aan cadmium en zink boven de interventiewaarde aangetroffen. Deze peilbuis bevindt zich echter buiten het plangebied van het wijzigingsplan, zodat ook in zoverre aan de wijzigingsvoorwaarden wordt voldaan.
8. Met het bestaan van de wijzigingsbevoegdheid in het bestemmingsplan mag de aanvaardbaarheid van de nieuwe bestemming binnen het gebied waarop de wijzigingsbevoegdheid betrekking heeft in beginsel als een gegeven worden beschouwd, indien is voldaan aan de bij het bestemmingsplan gestelde wijzigingsvoorwaarden. Dit neemt echter niet weg dat het bij het vaststellen van een wijzigingsplan gaat om een bevoegdheid en niet om een plicht. Het feit dat aan de in een bestemmingsplan opgenomen wijzigingsvoorwaarden is voldaan, laat de plicht van het college onverlet om in de besluitvorming omtrent de vaststelling van een wijzigingsplan na te gaan of uit het oogpunt van een goede ruimtelijke ordening, gelet op de betrokken belangen, wijziging van de oorspronkelijke bestemming is gerechtvaardigd.
9. Uit de woonvisie blijkt dat in de periode tot 2020 ongeveer 400 nieuwe woningen nodig zijn in Boekel, waarvan ruim 300 dienen voor het opvangen van de woningbehoefte ten gevolge van vergrijzing en gezinsverdunning van de eigen bevolking. Met de 160 grondgebonden woningen, waarin het wijzigingsplan voorziet, kan gedeeltelijke in deze woningbehoefte worden voorzien. Daarbij wordt in aanmerking genomen dat uit de woonvisie is af te leiden dat ook bij senioren een grote belangstelling is voor grondgebonden seniorenwoningen. De raad heeft zich naar het oordeel van de voorzitter dan ook in redelijkheid op het standpunt kunnen stellen dat er behoefte is aan het aantal woningen waarin het wijzigingsplan voorziet.
10. Gelet op het voorgaande ziet de voorzitter geen aanleiding tot het treffen van een voorlopige voorziening, zodat het verzoek dient te worden afgewezen.
11. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
wijst het verzoek af.
Aldus vastgesteld door mr. J.A. Hagen, als voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. F.W.M. Kooijman, ambtenaar van staat.
w.g. Hagen w.g. Kooijman
voorzitter ambtenaar van staat
Uitgesproken in het openbaar op 21 september 2012
177-661.