201112712/1/R1.
Datum uitspraak: 26 september 2012
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak in het geding tussen:
1. [appellant sub 1], wonend te Schaesberg, gemeente Landgraaf,
2. [appellant sub 2], wonend te Schaesberg, gemeente Landgraaf,
de raad van de gemeente Landgraaf,
verweerder.
Bij besluit van 29 september 2011 heeft de raad het bestemmingsplan "Nieuw Carré" vastgesteld.
Tegen dit besluit hebben [appellant sub 1] en [appellant sub 2] beroep ingesteld.
De raad heeft een verweerschrift ingediend.
[appellant sub 1], [appellant sub 2] en de raad hebben nadere stukken ingediend.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 4 juli 2012, waar [appellant sub 1], vertegenwoordigd door mr. J.M. Smits, werkzaam bij SRK Rechtsbijstand, [appellant sub 2], vertegenwoordigd door mr. S.L.G.M. Roebroek, advocaat te Heerlen, en de raad, vertegenwoordigd door mr. A. van de Schraaff, werkzaam bij de gemeente, zijn verschenen.
1. Het plan voorziet in een juridisch-planologische regeling voor de realisatie van een multifunctioneel centrum aan de Markt in Schaesberg.
2. [appellant sub 1] en [appellant sub 2] betwisten nut en noodzaak van het plan. Volgens [appellant sub 1] en [appellant sub 2] heeft de raad niet onderkend dat geen behoefte bestaat aan het voorziene multifunctioneel centrum. [appellant sub 1] en [appellant sub 2] voeren hiertoe aan dat uit het programma van wensen van de initiatiefnemer volgt dat de bezettingsgraad van het multifunctioneel centrum laag zal zijn. Voorts stellen [appellant sub 1] en [appellant sub 2] dat een deel van de verenigingen die van het multifunctioneel centrum gebruik zou maken, heeft aangegeven dat hieraan geen behoefte meer bestaat. Ten slotte heeft het college van burgemeester en wethouders eveneens aangegeven dat niet langer behoefte bestaat aan het multifunctioneel centrum, aldus [appellant sub 1] en [appellant sub 2].
2.1. De raad heeft zich op het standpunt gesteld dat het vorige multifunctioneel centrum in Schaesberg vanwege grootschalige centrumherstructurering is gesloopt en dat de gebruikers hiervan naar verschillende tijdelijke locaties zijn verhuisd. Volgens de raad is gebleken dat deze gebruikers weer bereid zijn om naar het nieuwe multifunctioneel centrum te verhuizen.
2.2. Vast staat dat het plan tot stand is gekomen met als doel een aantal specifiek genoemde verenigingen te huisvesten. Voorts staat vast dat een aantal van deze verenigingen zich geconfronteerd ziet met een teruglopend ledenaantal en afnemende financiën, als gevolg waarvan zij niet langer behoefte hebben aan huisvesting in het voorziene multifunctioneel centrum. Ten slotte staat vast dat het college van burgemeester en wethouders zich op 13 juni 2012 op het standpunt heeft gesteld dat de realisatie van het voorziene multifunctioneel centrum niet langer wenselijk en te rechtvaardigen is.
2.3. In de plantoelichting staat dat de raad op 27 januari 2009 een infoavond heeft gehouden in het gemeentehuis over het multifunctioneel centrum. Tijdens deze avond is het gebruik van het gebouw besproken aan de hand van het programma van wensen uit december 2008. In het programma is aangegeven welke verenigingen participeren en hoe het gebruik van het multifunctioneel centrum door deze verenigingen er gedurende de week uitziet. In april 2011 is het programma van wensen geactualiseerd. Ten opzichte van het programma uit 2008 zijn in het geactualiseerde programma enkele wijzigingen opgetreden met betrekking tot de toekomstige gebruikers. In het geactualiseerde programma van wensen staat dat acht verenigingen hebben aangegeven geen gebruik meer te willen maken van het multifunctioneel centrum. Voorts staat in het geactualiseerde programma van wensen dat de bezettingsgraad van het multifunctioneel centrum iedere dag onder 30% ligt, met uitzondering van woensdag waarop een bezettingsgraad van 68% wordt behaald.
2.4. Ter zitting heeft de raad toegelicht dat hij bij de verenigingen in Schaesberg heeft geïnventariseerd of behoefte bestaat aan het multifunctioneel centrum, maar dat de verenigingen niet onvoorwaardelijk hebben toegezegd dat zij hiervan gebruik zullen maken. De raad heeft voorts toegelicht dat het plan is opgesteld ten behoeve van de verenigingen in Schaesberg en dat er geen andere potentiële gebruikers zijn voor het multifunctioneel centrum. Zoals [appellant sub 1] en [appellant sub 2] terecht betogen, volgt uit het geactualiseerde programma van wensen dat de raad in april 2011 reeds bekend was met de omstandigheid dat het aantal verenigingen dat van het multifunctioneel centrum gebruik wenste te maken terugliep en dat slechts een zeer lage bezettingsgraad zou kunnen worden gerealiseerd. Desgevraagd heeft de raad ter zitting verder toegelicht dat ten tijde van het vaststellen van het plan nog niet vaststond dat nut en noodzaak hiervan aanwezig waren. De Afdeling overweegt dat de raad zich onder deze omstandigheden niet zonder nader onderzoek te verrichten op het standpunt heeft kunnen stellen dat behoefte bestaat aan het voorziene multifunctioneel centrum. Gelet hierop bestaat, nu het doel van het plan is het multifunctioneel centrum planologisch mogelijk te maken, aanleiding voor het oordeel dat de raad nut en noodzaak van het plan onvoldoende heeft gemotiveerd.
2.5. In hetgeen [appellant sub 1] en [appellant sub 2] hebben aangevoerd ziet de Afdeling aanleiding voor het oordeel dat het bestreden besluit niet berust op een deugdelijke motivering. De beroepen zijn gegrond. Het bestreden besluit dient wegens strijd met artikel 3:46 van de Algemene wet bestuursrecht te worden vernietigd. Mede in aanmerking genomen het standpunt van het college van burgemeester en wethouders van 13 juni 2012 dat de realisatie van het multifunctioneel centrum niet langer wenselijk en te rechtvaardigen is, ziet de Afdeling geen aanleiding om hetgeen [appellant sub 1] en [appellant sub 2] overigens hebben aangevoerd nog te bespreken.
3. De raad dient ten aanzien van [appellant sub 1] en [appellant sub 2] op na te melden wijze tot vergoeding van de proceskosten te worden veroordeeld.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
I. verklaart de beroepen gegrond;
II. vernietigt het besluit van de raad van de gemeente Landgraaf van 29 september 2011 tot vaststelling van het bestemmingsplan "Nieuw Carré";
III. veroordeelt de raad van de gemeente Landgraaf tot vergoeding van bij [appellant sub 1] in verband met de behandeling van het beroep opgekomen proceskosten tot een bedrag van € 874,00 (zegge: achthonderdvierenzeventig euro), geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand;
veroordeelt de raad van de gemeente Landgraaf tot vergoeding van bij [appellant sub 2] in verband met de behandeling van het beroep opgekomen proceskosten tot een bedrag van € 874,00 (zegge: achthonderdvierenzeventig euro), geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand;
IV. gelast dat de raad van de gemeente Landgraaf aan appellanten het door hen voor de behandeling van de beroepen betaalde griffierecht ten bedrage van € 152,00 (zegge: honderdtweeënvijftig euro) voor [appellant sub 1] en € 152,00 (zegge: honderdtweeënvijftig euro) voor [appellant sub 2] vergoedt.
Aldus vastgesteld door mr. P.B.M.J. van der Beek-Gillessen, voorzitter, en mr. E. Helder en mr. F.C.M.A. Michiels, leden, in tegenwoordigheid van mr. J. Schaaf, ambtenaar van staat.
w.g. Van der Beek-Gillessen w.g. Schaaf
voorzitter ambtenaar van staat Uitgesproken in het openbaar op 26 september 2012