ECLI:NL:RVS:2012:BX7138

Raad van State

Datum uitspraak
12 september 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
201207895/1/V6
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Procedures
  • Herziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Herziening van een eerdere uitspraak in bestuursrechtelijke procedure

In deze zaak heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 12 september 2012 uitspraak gedaan over een verzoek tot herziening van een eerdere uitspraak. Het verzoeker, gevestigd te Den Helder, had de Afdeling verzocht om herziening van de uitspraak van 23 mei 2012, waarin de uitspraak van de rechtbank Alkmaar van 9 juni 2011 werd bevestigd. De Afdeling heeft in haar overwegingen uiteengezet dat herziening op grond van artikel 8:88 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) alleen mogelijk is indien er feiten of omstandigheden zijn die vóór de uitspraak hebben plaatsgevonden, maar niet bekend waren bij de indiener van het verzoekschrift en die, indien ze eerder bekend waren geweest, tot een andere uitspraak zouden hebben geleid.

De verzoeker heeft in zijn verzoekschrift niet voldoende feiten of omstandigheden aangedragen die aan deze voorwaarden voldoen. De Afdeling heeft geconcludeerd dat het verzoek kennelijk ongegrond is en heeft het afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan in naam der Koningin en is openbaar uitgesproken op dezelfde datum. Tegen deze uitspraak kan verzet worden gedaan binnen zes weken na verzending, waarbij de redenen voor het verzet schriftelijk moeten worden ingediend.

Uitspraak

201207895/1/V6.
Datum uitspraak: 12 september 2012
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak na vereenvoudigde behandeling (artikel 8:54 in samenhang met artikel 8:88 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb)) op het verzoek van
[verzoeker], gevestigd te Den Helder,
verzoeker,
om herziening van de uitspraak van de Afdeling van 23 mei 2012, in zaak nr. 201107492/1/V6.
Procesverloop
Bij uitspraak van 23 mei 2012, in zaak nr.
201107492/1, heeft de Afdeling de uitspraak van de rechtbank Alkmaar van 9 juni 2011 in zaak nr. 10/550, bevestigd. De uitspraak van de Afdeling is aangehecht.
[verzoeker] heeft de Afdeling verzocht de uitspraak te herzien.
Overwegingen
1. Ingevolge artikel 8:88, eerste lid, van de Awb kan de Afdeling op verzoek van een partij een onherroepelijk geworden uitspraak herzien op grond van feiten of omstandigheden die:
a. hebben plaatsgevonden vóór de uitspraak,
b. bij de indiener van het verzoekschrift vóór de uitspraak niet bekend waren en redelijkerwijs niet bekend konden zijn, en
c. waren zij bij de Afdeling eerder bekend geweest, tot een andere uitspraak zouden hebben kunnen leiden.
2. In het verzoekschrift heeft [verzoeker] vermeld waarom hij het niet eens is met de uitspraak van de Afdeling. Het bijzondere rechtsmiddel herziening dient er evenwel niet toe om een geschil waarin is beslist, naar aanleiding van de uitspraak opnieuw aan de rechter voor te leggen.
[verzoeker] draagt verder geen feiten of omstandigheden aan als bedoeld in voormelde bepaling.
3. Het verzoek dient als kennelijk ongegrond te worden afgewezen.
4. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
wijst het verzoek af.
Aldus vastgesteld door mr. H.G. Lubberdink, voorzitter, en mr. A.W.M. Bijloos en mr. G. van der Wiel, leden, in tegenwoordigheid van mr. M.J.C. Beerse, ambtenaar van staat.
w.g. Lubberdink w.g. Beerse
voorzitter ambtenaar van staat
Uitgesproken in het openbaar op 12 september 2012
Tegen deze uitspraak kan verzet worden gedaan bij de Afdeling (artikel 8:55 van de Awb).
- Verzet dient schriftelijk en binnen zes weken na verzending van deze uitspraak te worden gedaan.
- In het verzetschrift moeten de redenen worden vermeld waarom de indiener het niet eens is met de gronden waarop de beslissing is gebaseerd.
- Indien de indiener over het verzet door de Afdeling wenst te worden gehoord, dient dit in het verzetschrift te worden gevraagd. Het horen gebeurt dan uitsluitend over het verzet.
382-692.