ECLI:NL:RVS:2012:BX4620

Raad van State

Datum uitspraak
6 augustus 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
201205941/3/A3 en 201205941/4/A3
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Wraking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wraking van staatsraad Polak en andere staatsraden in bestuursrechtelijke procedure

Op 5 juli 2012 heeft de verzoeker tijdens een zitting verzocht om wraking van staatsraad J.E.M. Polak, die als voorzitter belast was met de behandeling van een verzoek om voorlopige voorziening in zaak nr. 201205941/2/A3. Dit verzoek werd op 10 juli 2012 schriftelijk toegelicht. Staatsraad Polak heeft niet ingestemd met de wraking. Tijdens een zitting op 17 juli 2012 is de verzoeker gehoord, maar staatsraad Polak heeft ervoor gekozen om niet gehoord te worden. Tijdens deze zitting heeft de verzoeker ook staatsraad A.W.M. Bijloos gewraakt, die lid was van de wrakingskamer, en staatsraad P.B.M.J. van der Beek-Gillessen, die voorzitter was van die kamer. Beide staatsraden hebben niet ingestemd met de wraking. Op 30 juli 2012 heeft de verzoeker zijn wrakingsverzoeken tegen staatsraad Bijloos en staatsraad Van der Beek ingetrokken, waarna de Afdeling het verzoek om wraking van staatsraad Polak opnieuw heeft behandeld.

De Afdeling bestuursrechtspraak heeft overwogen dat op verzoek van een partij, op basis van artikel 8:15 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), rechters gewraakt kunnen worden indien er feiten of omstandigheden zijn die de onpartijdigheid van de rechter in gevaar kunnen brengen. De verzoeker stelde dat staatsraad Polak de zaak niet kon behandelen omdat hij niet op de hoogte was van de ingediende stukken en het verzoek om voorlopige voorziening niet in behandeling had willen nemen. De Afdeling benadrukte dat de wrakingsprocedure bedoeld is om te waken tegen inbreuken op de rechterlijke onpartijdigheid en dat de verzoeker aannemelijk moet maken dat er bijzondere omstandigheden zijn die een uitzondering op de veronderstelling van onpartijdigheid rechtvaardigen.

De Afdeling concludeerde dat er geen aanknopingspunten waren voor de vrees dat staatsraad Polak niet in onpartijdigheid zou oordelen in de betreffende zaak. Het verzoek om wraking werd dan ook afgewezen. De beslissing werd op 6 augustus 2012 openbaar uitgesproken door de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, onder leiding van voorzitter mr. M.G.J. Parkins-de Vin, en de leden mr. R. van der Spoel en mr. T.C. van Sloten, in aanwezigheid van ambtenaar van staat mr. A.M.L. Hanrath.

Uitspraak

201205941/3/A3 en 201205941/4/A3.
Datum beslissing: 6 augustus 2012
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Beslissing op het verzoek van:
[verzoeker], wonend te [woonplaats],
om toepassing van artikel 8:15 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb).
1. Procesverloop
Tijdens de zitting op 5 juli 2012 heeft [verzoeker] verzocht om wraking van mr. J.E.M. Polak (hierna: staatsraad Polak), als voorzitter belast met de behandeling van het verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening, zaak nr. 201205941/2/A3. Bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 10 juli 2012, heeft [verzoeker] het verzoek toegelicht.
Staatsraad Polak heeft niet in de wraking berust.
De Afdeling heeft ter zitting van 17 juli 2012 [verzoeker] gehoord. Staatsraad Polak heeft te kennen gegeven geen gebruik te maken van de gelegenheid te worden gehoord.
Tijdens die zitting heeft [verzoeker] verzocht om wraking van mr. A.W.M. Bijloos (hierna: staatsraad Bijloos), als lid van de wrakingskamer van de Afdeling belast met de behandeling van het verzoek om wraking van staatsraad Polak. Hierop is de zitting geschorst.
Bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 19 juli 2012, heeft [verzoeker] tevens verzocht om wraking van mr. P.B.M.J. van der Beek-Gillessen (hierna: staatsraad Van der Beek), als voorzitter van die wrakingskamer.
Staatsraad Bijloos en staatsraad Van der Beek-Gillessen hebben niet in de wraking berust.
De Afdeling heeft op 30 juli 2012 [verzoeker] gehoord. Staatsraad Bijloos en staatsraad Van der Beek hebben elk afzonderlijk te kennen gegeven geen gebruik te maken van de gelegenheid te worden gehoord.
2. Overwegingen
2.1. Ter zitting van 30 juli 2012 heeft [verzoeker] het verzoek om wraking van staatsraad Bijloos en het verzoek om wraking van staatsraad Van der Beek ingetrokken. Om proceseconomische redenen heeft de Afdeling vervolgens ter zitting het verzoek om wraking van staatsraad Polak aan de orde gesteld.
2.2. Op verzoek van een partij kan ingevolge artikel 8:15 van de Awb elk van de rechters die een zaak behandelen, worden gewraakt op grond van feiten of omstandigheden waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden.
Ingevolge artikel 49, eerste lid, van de Wet op de Raad van State zijn deze artikelen van overeenkomstige toepassing indien bij de Afdeling hoger beroep wordt ingesteld.
2.3. Het verzoek om wraking van staatsraad Polak berust op de stelling dat staatsraad Polak de zaak niet kan behandelen, omdat hij niet van de zaak kennis heeft genomen, hij de ingediende stukken niet kende, hij het verzoek om voorlopige voorziening en de gronden ervan niet in behandeling heeft willen nemen en hij zijn positie als voorzitter van de Afdeling en de aan hem toegekende macht heeft willen misbruiken.
2.4. De ratio van het instituut van wraking is gelegen in het waken tegen inbreuken op de rechterlijke partijdigheid en tegen de schijn van partijdigheid. Een wrakingsgrond dient te zijn gelegen in feiten of omstandigheden die betrekking hebben op de persoon van de staatsraad die de zaak behandelt. Daarbij geldt dat de desbetreffende staatsraad uit hoofde van zijn aanstelling wordt verondersteld onpartijdig te zijn en dat degene die om wraking verzoekt aannemelijk moet maken dat sprake is van bijzondere omstandigheden die een uitzondering op deze veronderstelling rechtvaardigen.
Staatsraad Polak had, als voorzitter belast met de behandeling van het verzoek om voorlopige voorziening, de leiding over het onderzoek ter zitting. De beslissingen omtrent het verloop van de zitting, de omvang en inhoud van het aldaar in de desbetreffende zaak te verrichten onderzoek en de orde in de zittingszaal staan als zodanig in een wrakingsprocedure niet ter beoordeling. Zodanige beslissingen kunnen slechts leiden tot inwilliging van een wrakingsverzoek, indien sprake is van flagrante schending van eisen van een goede procesorde, dan wel fundamentele rechtsbeginselen, die een eerlijk en onafhankelijk proces waarborgen en die schending aanleiding geeft voor een objectief gerechtvaardigde vrees voor partijdigheid of vooringenomenheid van de betrokken staatsraad. Daarvan is in dit geval niet gebleken.
Gezien het voorgaande ziet de Afdeling in de door [verzoeker] gestelde feiten en omstandigheden geen aanknopingspunten die de vrees kunnen rechtvaardigen dat staatsraad Polak niet in onpartijdigheid zijn oordeel in zaak nr. 201205941/2/A3 zal kunnen vormen.
2.5. Het verzoek om wraking dient te worden afgewezen.
3. Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
wijst het verzoek af.
Aldus vastgesteld door mr. M.G.J. Parkins-de Vin, voorzitter, en mr. R. van der Spoel en mr. T.C. van Sloten, leden, in tegenwoordigheid van mr. A.M.L. Hanrath, ambtenaar van staat.
w.g. Parkins-de Vin w.g. Hanrath
voorzitter ambtenaar van staat
Uitgesproken in het openbaar op 6 augustus 2012
392.