ECLI:NL:RVS:2012:BX3910
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- C.H.M. van Altena
- J.A.W. van Leeuwen
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening inzake dwangsommen Ferm-O-Feed B.V. tegen college van burgemeester en wethouders van Landerd
Op 1 augustus 2012 heeft de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening van Ferm-O-Feed B.V. Het verzoek volgde op een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Landerd, dat op 9 november 2010 aan Ferm-O-Feed B.V. had gelast om bouwwerkzaamheden zonder omgevingsvergunning te staken. Dit besluit werd vergezeld van een dwangsom van € 50.000,00 per dag, met een maximum van € 500.000,00. Ferm-O-Feed B.V. had bezwaar gemaakt tegen dit besluit, maar het college verklaarde dit bezwaar ongegrond op 29 maart 2011. Vervolgens besloot het college op 20 april 2011 tot invordering van de verbeurde dwangsommen.
Ferm-O-Feed B.V. ging in beroep tegen de besluiten van het college, maar de rechtbank 's-Hertogenbosch verklaarde het beroep op 11 juni 2012 ongegrond. Hierop verzocht Ferm-O-Feed B.V. de voorzitter van de Raad van State om een voorlopige voorziening, zodat het college geen uitvoering zou geven aan het invorderingsbesluit totdat er een beslissing was genomen in het hoger beroep.
De voorzitter heeft het verzoek behandeld op 26 juli 2012. Tijdens de zitting was Ferm-O-Feed B.V. vertegenwoordigd door haar directeur en een advocaat, terwijl het college werd vertegenwoordigd door ambtenaren van de gemeente. De voorzitter oordeelde dat het verzoek om een voorlopige voorziening niet kon worden toegewezen, omdat er onvoldoende bewijs was dat de continuïteit van de bedrijfsvoering van Ferm-O-Feed B.V. in gevaar zou komen door de invordering van de dwangsommen. De belangenafweging leidde tot de conclusie dat het verzoek moest worden afgewezen. Er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.