Op 20 september 2011 heeft de raad van de gemeente Westerveld het bestemmingsplan "Recreatiebedrijven Vledderweg 31 en 35" vastgesteld. Tegen dit besluit heeft een verzoeker, wonend te Vledder, beroep ingesteld bij de Raad van State. Op 6 december 2011 is het beroep ingediend, en op 7 juni 2012 heeft de verzoeker de voorzitter verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzitter heeft het verzoek op 13 juli 2012 ter zitting behandeld, waarbij partijen niet aanwezig waren.
In de overwegingen van de voorzitter wordt opgemerkt dat het oordeel voorlopig is en niet bindend in de bodemprocedure. Het bestemmingsplan voorziet in de aanleg van een recreatieterrein met maximaal 52 kampeerplaatsen, 44 stacaravans en 34 chalets, en een uitbreiding van de aanwezige manege. De verzoeker heeft aangevoerd dat het plan in strijd is met het gemeentelijk beleid, zoals vastgelegd in de Kadernota buitengebied Westerveld van 14 februari 2006.
De voorzitter verwijst naar een eerdere uitspraak van 15 februari 2012, waarin werd overwogen dat er geen aanleiding was om te concluderen dat het plan niet zou standhouden in de hoofdzaak. De argumenten van de verzoeker komen overeen met die van andere betrokkenen in een vergelijkbaar geding. Gezien deze overwegingen ziet de voorzitter geen aanleiding om een voorlopige voorziening te treffen.
De beslissing van de voorzitter is om het verzoek af te wijzen, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan op 16 juli 2012.