ECLI:NL:RVS:2012:BX1862

Raad van State

Datum uitspraak
18 juli 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
201108474/1/A2
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing kindertoeslag aanvraag door Belastingdienst/Toeslagen en hoger beroep

In deze zaak gaat het om de afwijzing van een aanvraag voor kindertoeslag door de Belastingdienst/Toeslagen. De aanvraag werd op 14 april 2009 afgewezen, omdat de aanvrager, aangeduid als [wederpartij], geen recht op kinderbijslag had. Dit besluit werd door de Belastingdienst/Toeslagen in een later besluit op 19 februari 2010 bevestigd, waarbij het bezwaar van [wederpartij] ongegrond werd verklaard. De rechtbank Assen oordeelde echter op 23 juni 2011 dat het beroep van [wederpartij] gegrond was en het besluit van 19 februari 2010 vernietigde, met de opdracht aan de Belastingdienst/Toeslagen om een nieuw besluit te nemen.

De Belastingdienst/Toeslagen ging in hoger beroep tegen deze uitspraak. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft de zaak behandeld. De kern van het geschil lag in de vraag of [wederpartij] recht had op kindertoeslag, ondanks dat haar ex-partner als rechthebbende op kinderbijslag geregistreerd stond. De rechtbank had overwogen dat [wederpartij] op basis van een brief van de Belastingdienst/Toeslagen van 29 december 2007 erop mocht vertrouwen dat zij ook als aanvrager voor de kinderbijslag kon worden beschouwd.

De Raad van State oordeelde dat de brief van 29 december 2007 geen concrete toezegging bevatte die aan [wederpartij] rechtens te honoreren verwachtingen kon bieden. De informatie in de brief was algemeen en niet specifiek gericht aan [wederpartij]. De Afdeling concludeerde dat het hoger beroep gegrond was en vernietigde de uitspraak van de rechtbank. De Belastingdienst/Toeslagen werd opgedragen het beroep van [wederpartij] ongegrond te verklaren, waarmee de oorspronkelijke afwijzing van de kindertoeslag in stand bleef.

Uitspraak

201108474/1/A2.
Datum uitspraak: 18 juli 2012
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak op het hoger beroep van:
de Belastingdienst/Toeslagen,
appellant,
tegen de uitspraak van de rechtbank Assen van 23 juni 2011 in zaak nr. 10/62 in het geding tussen:
[wederpartij]
en
de Belastingdienst/Toeslagen.
1. Procesverloop
Bij besluit van 14 april 2009 heeft de Belastingdienst/Toeslagen een aanvraag van [wederpartij] om haar kindertoeslag voor het jaar 2008 te verstrekken afgewezen.
Bij besluit van 19 februari 2010 heeft de Belastingdienst/Toeslagen het door [wederpartij] daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.
Bij uitspraak van 23 juni 2011, verzonden op dezelfde dag, heeft de rechtbank het door [wederpartij] daartegen ingestelde beroep gegrond verklaard, het besluit van 19 februari 2010 vernietigd en de de Belastingdienst/Toeslagen opgedragen een nieuw besluit te nemen met inachtneming van haar uitspraak. Deze uitspraak is aangehecht.
Tegen deze uitspraak heeft de Belastingdienst/Toeslagen bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 4 augustus 2011, hoger beroep ingesteld. De gronden van het hoger beroep zijn aangevuld bij brief van 1 september 2011.
[wederpartij] heeft een verweerschrift ingediend.
Nadat partijen bij brieven van 8 en 14 december 2011 daartoe toestemming als bedoeld in artikel 8:57 van de Algemene wet bestuursrecht hebben verleend, heeft de Afdeling bepaald dat het onderzoek ter zitting achterwege blijft en het onderzoek gesloten.
2. Overwegingen
2.1. Ingevolge artikel 2, eerste lid, van de Wet op het kindgebonden budget (hierna: de Wkgb) heeft de ouder voor een kind voor wie aan die ouder op grond van artikel 18 van de Algemene Kinderbijslagwet kinderbijslag wordt betaald aanspraak op een kindgebonden budget.
Ingevolge het vijfde lid heeft, indien aan twee ouders kinderbijslag wordt uitbetaald op basis van het recht op kinderbijslag van één van die ouders, alleen de ouder, wiens recht op kinderbijslag wordt uitbetaald aanspraak op een kindgebonden budget (in 2008: kindertoeslag).
Ingevolge artikel 14 van de Algemene kinderbijslagwet stelt de Sociale verzekeringsbank (hierna: de SVB) op aanvraag vast of een recht op kinderbijslag bestaat.
2.2. De Belastingdienst/Toeslagen heeft de aanvraag van [wederpartij] om haar kindertoeslag te verstrekken afgewezen, omdat [wederpartij] geen recht op kinderbijslag had en derhalve geen kindertoeslag kon aanvragen.
2.3. De rechtbank heeft, onbestreden in hoger beroep, overwogen dat ten tijde hier van belang alleen de ex-partner van [wederpartij] als rechthebbende op kinderbijslag stond geregistreerd en, gelet op het bepaalde in artikel 2, vijfde lid, van de Wkgb, alleen hij in die hoedanigheid aanspraak op kindertoeslag/kindgebonden budget had.
De rechtbank heeft evenwel ook overwogen dat [wederpartij] op grond van de brief van de Belastingdienst/Toeslagen van 29 december 2007 erop mocht vertrouwen dat zijzelf ook als aanvrager voor de kinderbijslag kon worden beschouwd en dientengevolge kindertoeslag kon aanvragen.
2.4. De Belastingdienst/Toeslagen betoogt dat de rechtbank ten onrechte heeft overwogen dat in de brief van 29 december 2007 aan [wederpartij] de uitdrukkelijke, ondubbelzinnige en ongeclausuleerde toezegging is gedaan dat zij als aanvrager voor de kinderbijslag kan worden beschouwd, waarmee bij haar de gerechtvaardigde verwachting is gewekt dat zij dus ook kindertoeslag/kindgebonden budget kon aanvragen.
2.4.1. Voor een geslaagd beroep op het vertrouwensbeginsel is, zoals de Afdeling eerder heeft overwogen (in onder meer de uitspraak van 8 oktober 2008 in zaak nr.
200800761/1), nodig dat er aan het bestuursorgaan toe te rekenen concrete, ondubbelzinnige toezeggingen zijn gedaan door een daartoe bevoegd persoon, waaraan rechtens te honoreren verwachtingen kunnen worden ontleend.
De brief van 29 december 2007 is een algemene brief waarin de Belastingdienst/Toeslagen degenen die in 2007 recht hebben op kinderkorting informeert over de wijziging van de kinderkorting in de kindertoeslag. In de brief is vermeld:
"Als u aan alle voorwaarden voldoet, kunt u kindertoeslag aanvragen. Let op! Dit kan alleen degene doen die bij de SVB als aanvrager van de kinderbijslag bekend is. De aanvrager van de kinderbijslag is degene die de kinderbijslag ontvangt en de post van de SVB krijgt."
Deze algemene informatie bevat geen concrete en ondubbelzinnige toezegging aan [wederpartij] in het bijzonder waaraan zij de rechtens te honoreren verwachting heeft kunnen ontlenen dat zij, in weerwil van de bepalingen van de Wkgb, kindertoeslag/kindgebonden budget kon aanvragen. Dat [wederpartij] uit de omstandigheid dat haar wegens co-ouderschap ook kinderbijslag werd uitbetaald en zij wel eens post heeft ontvangen van de SVB heeft afgeleid dat zij als aanvrager bij de SVB bekend was, is daartoe onvoldoende.
2.5. Het hoger beroep is gegrond. De aangevallen uitspraak dient te worden vernietigd. Doende hetgeen de rechtbank zou behoren te doen, zal de Afdeling het beroep tegen het besluit van 14 april 2009 van Belastingdienst/Toeslagen alsnog ongegrond verklaren.
2.6. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3. Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
I. verklaart het hoger beroep gegrond;
II. vernietigt de uitspraak van de rechtbank Assen van 23 juni 2011 in zaak nr. 10/62;
III. verklaart het bij de rechtbank ingestelde beroep ongegrond.
Aldus vastgesteld door mr. C.H.M. van Altena, voorzitter, en mr. A.W.M. Bijloos en mr. N. Verheij, leden, in tegenwoordigheid van mr. M.R. Poot, ambtenaar van staat.
w.g. Van Altena w.g. Poot
voorzitter ambtenaar van staat
Uitgesproken in het openbaar op 18 juli 2012
362.