ECLI:NL:RVS:2012:BX0303

Raad van State

Datum uitspraak
4 juli 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
201106970/1/A1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring bezwaar door college van burgemeester en wethouders van Reusel-De Mierden

In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Beheersmaatschappij Johema B.V. tegen de uitspraak van de rechtbank 's-Hertogenbosch van 16 mei 2011. De rechtbank had het beroep van Johema ongegrond verklaard, nadat het college van burgemeester en wethouders van Reusel-De Mierden op 7 september 2010 het bezwaar van Johema tegen de vrijstelling en bouwvergunning voor de verbouwing van een bedrijfsruimte op het perceel Turnhoutseweg 40-42 te Reusel niet-ontvankelijk had verklaard. Johema stelde dat de rechtbank ten onrechte had overwogen dat het college het bezwaar terecht niet-ontvankelijk had verklaard, en voerde aan dat er bijzondere omstandigheden waren die haar niet konden worden verweten dat zij niet tijdig bezwaar had gemaakt.

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft de zaak op 26 maart 2012 ter zitting behandeld. Johema was vertegenwoordigd door een gemachtigde en haar advocaat, terwijl het college werd vertegenwoordigd door een ambtenaar. Wagricom B.V., de andere betrokken partij, was niet verschenen. De Afdeling overwoog dat de bestuursrechter alleen inhoudelijk kan oordelen als de indiener van het beroep een actueel en reëel belang heeft. Aangezien het hoger beroep van Wagricom tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank ongegrond was verklaard, had Johema geen belang meer bij een inhoudelijke beoordeling van haar hoger beroep.

Uiteindelijk verklaarde de Afdeling het hoger beroep van Johema niet-ontvankelijk, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak werd gedaan in naam der Koningin en openbaar uitgesproken op 4 juli 2012.

Uitspraak

201106970/1/A1.
Datum uitspraak: 4 juli 2012
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak op het hoger beroep van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Beheersmaatschappij Johema B.V., gevestigd te Budel, gemeente Cranendonck, en [appellante], gevestigd te Reusel, gemeente Reusel-De Mierden (hierna tezamen in enkelvoud: Johema),
appellanten,
tegen de uitspraak van de rechtbank 's-Hertogenbosch van 16 mei 2011 in zaak nr. 10/3357 in het geding tussen:
Johema
en
het college van burgemeester en wethouders van Reusel-De Mierden.
1. Procesverloop
Bij besluit van 28 april 2009 heeft het college aan de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Wagricom B.V. vrijstelling verleend voor het verbouwen van een bedrijfsruimte op het perceel Turnhoutseweg 40-42 te Reusel.
Bij afzonderlijk besluit van 28 april 2009 heeft het college Wagricom bouwvergunning verleend voor het verbouwen van een bedrijfsruimte op het perceel.
Bij besluit van 7 september 2010 heeft het college het door Johema tegen deze besluiten gemaakte bezwaar niet-ontvankelijk verklaard.
Bij uitspraak van 16 mei 2011, verzonden op dezelfde dag, heeft de rechtbank het door Johema daartegen ingestelde beroep ongegrond verklaard. Deze uitspraak is aangehecht.
Tegen deze uitspraak heeft Johema bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 24 juni 2011, hoger beroep ingesteld.
Het college heeft een verweerschrift ingediend.
Johema heeft een nader stuk ingediend.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 26 maart 2012, waar Johema, vertegenwoordigd door [gemachtigde], bijgestaan door mr. M.H.J. van Driel, advocaat te Amsterdam, en het college, vertegenwoordigd door mr. ing. J.K.J. Boon, werkzaam bij de gemeente, zijn verschenen. Wagricom is met bericht van verhindering niet verschenen.
2. Overwegingen
2.1. Johema betoogt dat de rechtbank ten onrechte heeft overwogen dat het college het door haar gemaakte bezwaar terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard. Zij voert daartoe aan dat de rechtbank heeft miskend dat sprake is van bijzondere omstandigheden op grond waarvan het haar niet kan worden verweten niet tijdig bezwaar te hebben gemaakt.
2.1.1. Zoals de Afdeling eerder heeft overwogen (uitspraak van 27 augustus 2008 in zaak nr.
200800487/1), is de bestuursrechter slechts gehouden tot inhoudelijke beoordeling van een bij hem ingediend beroep tegen een besluit van een bestuursorgaan indien de indiener daarbij een actueel en reëel belang heeft. Indien dat belang is vervallen, is de bestuursrechter niet geroepen uitspraak te doen uitsluitend vanwege de principiële betekenis daarvan.
Bij uitspraak van heden in zaak nr.
201109752/1/A1heeft de Afdeling het hoger beroep van Wagricom tegen de uitspraak van de rechtbank 's-Hertogenbosch van 20 juli 2011, waarin is overwogen dat het college de aan Wagricom bij afzonderlijke besluiten van 28 april 2009 verleende vrijstelling en bouwvergunning in redelijkheid heeft kunnen intrekken, ongegrond verklaard. Johema heeft daarom geen belang meer bij een inhoudelijke beoordeling van het hoger beroep.
2.2. Het hoger beroep is niet-ontvankelijk.
2.3. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3. Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
verklaart het hoger beroep niet-ontvankelijk.
Aldus vastgesteld door mr. P.B.M.J. van der Beek-Gillessen, voorzitter, en mr. A.W.M. Bijloos en mr. C.J. Borman, leden, in tegenwoordigheid van mr. N.D.T. Pieters, ambtenaar van staat.
w.g. Van der Beek-Gillessen w.g. Pieters
voorzitter ambtenaar van staat
Uitgesproken in het openbaar op 4 juli 2012
473.