ECLI:NL:RVS:2012:BW8219
Raad van State
- Herziening
- S.F.M. Wortmann
- J.A.A. van Roessel
- Rechtspraak.nl
Herziening van een eerdere uitspraak in bestuursrechtelijke procedure
In deze zaak heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 13 juni 2012 uitspraak gedaan op het verzoek van [verzoekster] tot herziening van een eerdere uitspraak van 14 april 2010, waarin haar beroep ongegrond was verklaard. Het verzoek tot herziening werd ingediend op 18 maart 2011, waarbij [verzoekster] aanvoerde dat er nieuwe feiten of omstandigheden waren die niet bekend waren vóór de eerdere uitspraak. De Afdeling heeft het verzoek behandeld op 11 mei 2012, waarbij zowel [verzoekster] als vertegenwoordigers van het college van gedeputeerde staten van Zuid-Holland en Oasen N.V. aanwezig waren.
De Afdeling overwoog dat volgens artikel 8:88 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) een onherroepelijke uitspraak slechts kan worden herzien op basis van feiten of omstandigheden die vóór de uitspraak hebben plaatsgevonden, niet bekend waren bij de indiener en die, indien ze eerder bekend waren geweest, tot een andere uitspraak zouden hebben geleid. De Afdeling concludeerde dat [verzoekster] geen nieuwe feiten of omstandigheden had aangedragen die aan deze eisen voldeden. Het verzoek werd daarom afgewezen, en er werd geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak benadrukt het strikte karakter van het herzieningsmiddel in het bestuursrecht, waarbij de mogelijkheid tot herziening beperkt is tot uitzonderlijke gevallen waarin aan specifieke voorwaarden is voldaan. De Afdeling bestuursrechtspraak heeft in deze zaak in naam der Koningin recht gesproken en het verzoek tot herziening afgewezen.