In deze zaak heeft het college van burgemeester en wethouders van Gulpen-Wittem op 27 juli 2010 een verzoek om toepassing van bestuurlijke handhavingsmiddelen met betrekking tot de ammoniakkoelinstallatie van de inrichting aan de Brouwerijstraat 2-10 te Wijlre afgewezen. Dit besluit werd door de appellant, wonend te Wijlre, bestreden. Het college verklaarde op 15 februari 2011 het bezwaar van de appellant ongegrond. Hierop heeft de appellant beroep ingesteld bij de rechtbank Maastricht, die de zaak ter behandeling doorstuurde naar de Raad van State. De gronden van het beroep zijn later aangevuld.
Tijdens de zitting op 11 mei 2012 heeft het college, vertegenwoordigd door mr. A.M.A.J. Heijnens-Ackermans, R.J.G. Arninkhof en M.G.H.J. van der Venne, de afwijzing van het verzoek toegelicht. Het college stelde dat er tijdens controles geen overtredingen van de vergunningvoorschriften zijn geconstateerd en dat de ammoniakkoelinstallatie voldoet aan de relevante wet- en regelgeving, waaronder het Besluit externe veiligheid inrichtingen milieubeheer (Bevi) en de Regeling externe veiligheid inrichtingen milieubeheer (Revi).
De appellant betoogde dat de installatie niet aan de voorschriften voldoet en dat handhavend optreden noodzakelijk is. Echter, het college kon geen concrete aanknopingspunten vinden voor twijfel aan hun standpunt. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft uiteindelijk geoordeeld dat het college terecht het verzoek om handhaving heeft afgewezen. Het beroep van de appellant is ongegrond verklaard, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.