ECLI:NL:RVS:2012:BW8146
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- J.A. Hagen
- M.H. Kuggeleijn-Jansen
- Rechtspraak.nl
Verzoek om voorlopige voorziening tegen bestemmingsplan Súdwest Fryslân
In deze zaak hebben verzoekers, [verzoeker A] en [verzoeker B], een verzoek ingediend om een voorlopige voorziening tegen het bestemmingsplan dat op 23 juni 2011 door de raad van de gemeente Súdwest Fryslân is vastgesteld. Dit bestemmingsplan betreft de uitbreiding van een bestaande bedrijfshal van [belanghebbende] op het perceel [locatie 1] te Sneek. De verzoekers vrezen voor aantasting van de groene buffer en hun woongenot door de voorgenomen uitbreiding. Ze hebben hun bezorgdheid geuit over de mogelijke onomkeerbare gevolgen van de inwerkingtreding van het plan, vooral omdat er nog geen definitief groenplan is goedgekeurd.
De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft het verzoek op 30 mei 2012 ter zitting behandeld. Tijdens deze zitting zijn zowel de verzoekers als de raad vertegenwoordigd door L. van der Bijl verschenen. De raad heeft aangegeven dat de ontwikkeling van een groenplan zich in een vergevorderd stadium bevindt en dat er een voorwaarde aan de omgevingsvergunning zal worden verbonden, mocht er op het moment van verlening nog geen goedgekeurd groenplan zijn.
De voorzitter heeft overwogen dat de regels in het bestemmingsplan voldoende waarborgen bieden om te voorkomen dat er met de bouwwerkzaamheden wordt begonnen voordat het groenplan is vastgesteld. De verzoekers hebben niet aannemelijk gemaakt dat er geen voldoende afscherming kan worden gerealiseerd. Gelet op deze overwegingen heeft de voorzitter geconcludeerd dat er geen aanknopingspunten zijn voor de verwachting dat het bestreden besluit in de bodemprocedure zal worden vernietigd. Het verzoek om een voorlopige voorziening is dan ook afgewezen.
De beslissing is op 7 juni 2012 openbaar uitgesproken door de voorzitter, mr. J.A. Hagen, in tegenwoordigheid van drs. M.H. Kuggeleijn-Jansen, ambtenaar van staat.