201110008/1/A3.
Datum uitspraak: 30 mei 2012
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak op het hoger beroep van:
[appellant], wonend te Amsterdam,
tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 2 augustus 2011 in zaak nr. 11/138 in het geding tussen:
het dagelijks bestuur van het stadsdeel Zuid.
Bij besluit van 6 april 2010 heeft het dagelijks bestuur geweigerd [appellant] vergunning te verlenen om met een woonboot ligplaats in te nemen aan de [locatie].
Bij besluit van 23 november 2010 heeft het dagelijks bestuur het door [appellant] daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.
Bij uitspraak van 2 augustus 2011, verzonden op dezelfde dag, heeft de rechtbank het door [appellant] daartegen ingestelde beroep ongegrond verklaard. Deze uitspraak is aangehecht.
Tegen deze uitspraak heeft [appellant] bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 11 september 2011, hoger beroep ingesteld.
Het dagelijks bestuur heeft een verweerschrift ingediend.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 19 april 2012, waar [appellant], bijgestaan door mr. J.C. Arendse, werkzaam bij Arendse Adviesbureau, en het dagelijks bestuur, vertegenwoordigd door mr. T.M. van Gorsel, werkzaam bij het stadsdeel, zijn verschenen.
2.1. Het dagelijks bestuur heeft aan de weigering ten grondslag gelegd dat het bij besluit van 22 januari 2010 reeds aan [belanghebbende B] ontheffing heeft verleend om in de betrokken waterkavel ligplaats in te nemen met een terrasboot. Bovendien zou vergunningverlening in strijd zijn met het beleid dat het aantal woonboten ter plaatse niet mag toenemen. Dat het in afwijking van dat beleid vergunning heeft verleend om met een woonboot ligplaats in te nemen aan de Amsteldijk naast 731 A en naast 732 A, betekent niet dat ook in dit geval daarop aanspraak bestaat, aldus het dagelijks bestuur.
2.2. De Afdeling ziet zich allereerst gesteld voor de vraag of [appellant] belang heeft bij de behandeling van zijn hoger beroep en overweegt daartoe als volgt.
Niet in geschil is dat in de betrokken waterkavel slechts plaats is voor één boot en voor die waterkavel derhalve slechts één vergunning of ontheffing kan worden verleend. [appellant] en [belanghebbende A] hebben bezwaar gemaakt tegen de door het dagelijks bestuur aan [belanghebbende B] verleende ontheffing om in de betrokken waterkavel ligplaats in te nemen met een terrasboot. Die bezwaren zijn bij besluiten van 22 juli 2010 ongegrond verklaard. Bij uitspraak van 8 april 2011 in de zaken nrs. 10/4308 en 10/4309 heeft de rechtbank Amsterdam die besluiten vernietigd.
Bij besluiten van 5 juli 2011 heeft het dagelijks bestuur naar aanleiding van die uitspraak opnieuw op de bezwaren van [appellant] en [belanghebbende A] beslist en deze gegrond verklaard, voor zover ze zien op strijd met het bestemmingsplan De Pijp 2005. Het dagelijks bestuur heeft bij die besluiten de aan [belanghebbende B] verleende ontheffing evenwel gehandhaafd, omdat op 25 mei 2011 het nieuwe bestemmingsplan Water in de Pijp is vastgesteld en ontheffingverlening daarmee niet in strijd is. Tegen deze besluiten zijn geen rechtsmiddelen aangewend.
Nu [belanghebbende B] beschikt over een niet langer ter discussie staande ontheffing, heeft [appellant] geen belang bij zijn hoger beroep. Hij kan daarmee immers niet bereiken dat hij ligplaats mag innemen in de betrokken waterkavel, nu er in rechte van uit dient te worden gegaan dat [belanghebbende B] daar ligplaats mag innemen met zijn terrasboot. [appellant] heeft niet gesteld dat hij desondanks een reëel en actueel belang heeft bij een inhoudelijke behandeling van zijn hoger beroep.
2.3. Het hoger beroep is niet-ontvankelijk.
2.4. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
verklaart het hoger beroep niet-ontvankelijk.
Aldus vastgesteld door mr. C.H.M. van Altena, voorzitter, en mr. N. Verheij en mr. J. Kramer, leden, in tegenwoordigheid van mr. A.G. Biharie, ambtenaar van staat.
w.g. Van Altena w.g. Biharie
voorzitter ambtenaar van staat
Uitgesproken in het openbaar op 30 mei 2012