ECLI:NL:RVS:2012:BW4500

Raad van State

Datum uitspraak
2 mei 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
201109310/1/R3
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bestemmingsplan Leendestraat II en de vereisten van de Verordening ruimte Noord-Brabant

Op 2 mei 2012 heeft de Raad van State uitspraak gedaan in de zaak tussen het college van gedeputeerde staten van Noord-Brabant (appellant) en de raad van de gemeente Reusel-de Mierden (verweerder) over het bestemmingsplan "Leendestraat II". Dit bestemmingsplan, vastgesteld op 5 juli 2011, voorziet in de bouw van negen vrijstaande woningen aan de Leendestraat in Hooge Mierde. Het college heeft beroep ingesteld tegen dit besluit, omdat volgens hen niet voldaan is aan de vereisten van de Verordening ruimte Noord-Brabant 2011. Het college betoogde dat voor de uitbreiding van het stedelijk ruimtebeslag in het buitengebied een verbetering van de ruimtelijke kwaliteit moet plaatsvinden, wat niet was verzekerd. De raad van de gemeente Reusel-de Mierden heeft in zijn verweerschrift aangegeven dat er nog geen overeenkomst was met Gispro Ontwikkeling B.V. voor de vereiste zekerstelling van de ruimtelijke kwaliteit.

De Raad van State overwoog dat het bestemmingsplan in strijd is met de artikelen 2.1 en 2.2 van de Verordening, omdat de raad erkende dat de noodzakelijke zekerstelling van de ruimtelijke verbetering of financiële bijdrage ontbreekt. Dit leidde tot de conclusie dat het beroep gegrond is en het bestreden besluit van de raad vernietigd moet worden. De Raad van State heeft ook bepaald dat de raad van de gemeente Reusel-de Mierden het griffierecht van € 302,00 aan het college van gedeputeerde staten van Noord-Brabant moet vergoeden. De uitspraak werd gedaan in naam der Koningin en is openbaar uitgesproken op 2 mei 2012.

Uitspraak

201109310/1/R3.
Datum uitspraak: 2 mei 2012
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak in het geding tussen:
het college van gedeputeerde staten van Noord-Brabant,
appellant,
en
de raad van de gemeente Reusel-de Mierden,
verweerder.
1. Procesverloop
Bij besluit van 5 juli 2011, kenmerk 2011-051, heeft de raad het bestemmingsplan "Leendestraat II" vastgesteld.
Tegen dit besluit heeft het college bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 25 augustus 2011, beroep ingesteld.
De raad heeft een verweerschrift ingediend.
De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige.
De raad, het college en Gispro Ontwikkeling B.V., belanghebbende, hebben toestemming, als bedoeld in artikel 8:57, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht, verleend, waarna de Afdeling het onderzoek heeft gesloten.
2. Overwegingen
2.1. Het plan voorziet in de mogelijkheid tot de bouw van negen vrijstaande woningen aan de Leendestraat in Hooge Mierde.
2.2. Het college voert aan dat ter voldoening aan de artikelen 2.1 en 2.2 van de Verordening ruimte Noord-Brabant 2011 (hierna: de Verordening) voor de in het plan voorziene uitbreiding van het stedelijk ruimtebeslag in het buitengebied elders in het buitengebied een verbetering van de ruimtelijke kwaliteit moet plaatsvinden, welke moet zijn verzekerd. Ten onrechte is niet aan deze algemene regels voldaan, zo betoogt het college.
2.3. De raad heeft in zijn verweerschrift te kennen gegeven dat Gispro Ontwikkeling B.V. aan hem heeft bevestigd dat nog geen vereiste zekerstelling van de verbetering van de ruimtelijke kwaliteit in de vorm van een overeenkomst bestaat. De raad heeft zich op het standpunt gesteld dat het beroep daarom gegrond is.
2.4. Ingevolge artikel 2.1, eerste lid, van de Verordening draagt een bestemmingsplan dat voorziet in een ruimtelijke ontwikkeling buiten bestaand stedelijk gebied bij aan de zorg voor het behoud en de bevordering van de ruimtelijke kwaliteit van het daarbij betrokken gebied en de naaste omgeving, in het bijzonder aan het principe van zorgvuldig ruimtegebruik. De toelichting bij dat plan bevat daaromtrent een verantwoording.
Ingevolge artikel 2.2, eerste lid, van de Verordening bevat de toelichting bij een bestemmingsplan, als bedoeld in artikel 2.1, een verantwoording van de wijze waarop financieel, juridisch en feitelijk is verzekerd dat de realisering van de beoogde ruimtelijke ontwikkeling gepaard gaat met een aantoonbare en uitvoerbare fysieke verbetering van de aanwezige of potentiële kwaliteiten van bodem, water, natuur, landschap of cultuurhistorie of van de extensieve recreatieve mogelijkheden van het gebied waarop de ontwikkeling haar werking heeft of van het gebied waarvan de gemeente de voorgenomen ontwikkeling in de hoofdlijnen heeft beschreven.
Ingevolge het vierde lid wordt, indien een kwaliteitsverbetering, als bedoeld in het eerste lid, niet is verzekerd, het bestemmingsplan slechts vastgesteld indien een passende financiële bijdrage in een landschapsfonds is verzekerd en wordt over de werking van dat fonds regelmatig verslag gedaan in het regionaal ruimtelijk overleg.
2.5. Vaststaat dat het plan voorziet in een ruimtelijke ontwikkeling als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, van de Verordening. In hetgeen het college heeft aangevoerd, ziet de Afdeling, nu de raad heeft erkend dat de zekerstelling van de in verband met deze ontwikkeling vereiste ruimtelijke verbetering of financiële bijdrage nog ontbreekt terwijl die ruimtelijke verbetering of financiële bijdrage bedoeld is om te voldoen aan het bepaalde in de Verordening, aanleiding voor het oordeel dat het plan is vastgesteld in strijd met de artikelen 2.1, eerste lid, in samenhang met artikel 2.2, eerste en vierde lid, van de Verordening.
Het beroep is gegrond, zodat het bestreden besluit dient te worden vernietigd.
2.6. Van proceskosten die voor vergoeding in aanmerking komen, is niet gebleken.
3. Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
I. verklaart het beroep gegrond;
II. vernietigt het besluit van de raad van de gemeente Reusel-de Mierden van 5 juli 2011, kenmerk 2011-051;
III. gelast dat de raad van de gemeente Reusel-de Mierden aan het college van gedeputeerde staten van Noord-Brabant het door hem voor de behandeling van het beroep betaalde griffierecht ten bedrage van € 302,00 (zegge: driehonderdtwee euro) vergoedt.
Aldus vastgesteld door mr. J.A.W. Scholten-Hinloopen, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. W. van Steenbergen, ambtenaar van staat.
w.g. Scholten-Hinloopen w.g. Van Steenbergen
lid van de enkelvoudige kamer ambtenaar van staat
Uitgesproken in het openbaar op 2 mei 2012
528.