ECLI:NL:RVS:2012:BW4352
Raad van State
- Hoger beroep
- H. Troostwijk
- D. Roemers
- E. Steendijk
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank over vreemdelingenbewaring en terugkeerbesluit
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de minister voor Immigratie en Asiel tegen een uitspraak van de rechtbank 's-Gravenhage, nevenzittingsplaats Amsterdam, waarin de rechtbank de vreemdeling in vreemdelingenbewaring had gesteld. De vreemdeling beschikte niet over een identiteitsdocument en had zich niet gehouden aan zijn vertrektermijn. Hij had herhaaldelijk aangegeven niet uit eigen beweging te zullen vertrekken. De minister stelde dat deze omstandigheden voldoende grond boden om aan te nemen dat de vreemdeling de voorbereiding van de terugkeer of de verwijderingsprocedure ontwijkt of belemmert, zoals bedoeld in artikel 15, lid 1, aanhef en onder b, van de richtlijn. De rechtbank had echter overwogen dat uit de gedragingen van de vreemdeling niet kon worden afgeleid dat de tenuitvoerlegging van het terugkeerbesluit in gevaar kwam, en dat niet op goede gronden van de toepassing van een lichter middel was afgezien.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State oordeelde dat de rechtbank ten onrechte had overwogen dat de vreemdeling meewerkte aan de uitzettingshandelingen en dat zijn identiteit en nationaliteit vaststonden. De herhaalde weigering van de vreemdeling om aan zijn vertrekplicht te voldoen, werd niet als een omstandigheid gezien die de bewaringsgronden zou ontkrachten. De Afdeling concludeerde dat de minister zich terecht op het standpunt had gesteld dat er voldoende grond was om aan te nemen dat de vreemdeling de voorbereiding van de terugkeer of de verwijderingsprocedure ontwijkt of belemmert. De uitspraak van de rechtbank werd vernietigd en het beroep van de vreemdeling werd ongegrond verklaard.
De beslissing van de Afdeling was dat het hoger beroep gegrond werd verklaard, de uitspraak van de rechtbank werd vernietigd, en het verzoek om schadevergoeding werd afgewezen. De zaak benadrukt de strikte voorwaarden waaronder vreemdelingenbewaring kan worden opgelegd en de verantwoordelijkheden van de vreemdeling in het proces van terugkeer.