ECLI:NL:RVS:2012:BW3897

Raad van State

Datum uitspraak
20 april 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
201203163/2/A1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Omgevingsrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorlopige voorziening inzake vergunning onttrekking woning en bouwvergunning dakopbouwen te Amersfoort

Op 20 april 2012 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om voorlopige voorziening. Het college van burgemeester en wethouders van Amersfoort had op 7 juli 2009 vergunning verleend aan de stichting Stichting Portaal te Veenendaal voor het onttrekken van een woning aan de woningvoorraad en het plaatsen van drie dakopbouwen op het perceel Bombardonstraat 133 tot en met 137 te Amersfoort. Dit besluit werd door verschillende wederpartijen aangevochten.

Na een eerdere uitspraak van de rechtbank Utrecht op 16 maart 2012, waarin het besluit van 15 december 2009 van het college werd vernietigd, heeft het college hoger beroep ingesteld bij de Raad van State. In het kader van dit hoger beroep verzocht het college om een voorlopige voorziening, zodat het college niet verplicht zou zijn om een nieuw besluit op bezwaar te nemen voordat de Afdeling op het hoger beroep had beslist.

Tijdens de zitting op 5 april 2012 gaven de wederpartijen aan zich te kunnen vinden in het verzoek van het college. De voorzitter van de Afdeling, mr. C.M. Ligtelijn-van Bilderbeek, heeft na afweging van de belangen besloten het verzoek toe te wijzen. De voorzitter oordeelde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling en dat het college in afwachting van de uitspraak op het hoger beroep geen nieuw besluit op het bezwaar hoeft te nemen.

Deze uitspraak biedt duidelijkheid voor de betrokken partijen en stelt het college in staat om de procedure af te wachten zonder dat er direct nieuwe besluiten genomen hoeven te worden, wat in het belang is van de rechtszekerheid en de betrokken belangen.

Uitspraak

201203163/2/A1.
Datum uitspraak: 20 april 2012
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) hangende de hoger beroepen van onder meer:
het college van burgemeester en wethouders van Amersfoort,
verzoeker,
tegen de uitspraak van de rechtbank Utrecht van 16 maart 2012 in zaak nr. 10/298 in het geding tussen:
[wederpartij A] en [wederpartij B], wonend te Amersfoort
en
het college.
1. Procesverloop
Bij besluit van 7 juli 2009 heeft het college aan de stichting Stichting Portaal te Veenendaal vergunning verleend voor het onttrekken van een woning aan de woningvoorraad, alsmede vrijstelling en bouwvergunning verleend voor het plaatsen van drie dakopbouwen op het perceel Bombardonstraat 133 tot en met 137 te Amersfoort.
Bij besluit van 15 december 2009 heeft het college het door onder meer [wederpartijen] daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.
Bij tussenuitspraak van 16 december 2011, verzonden op 20 december 2011, heeft de rechtbank het college in de gelegenheid gesteld om binnen dertien weken na verzending van die uitspraak het geconstateerde gebrek in het besluit van 15 december 2009 te herstellen, of binnen vier weken na verzending van die uitspraak de rechtbank te laten weten dat van die gelegenheid geen gebruik zal worden gemaakt.
Bij brief van 17 januari 2012 heeft het college de rechtbank bericht dat hij van mening is dat aan het besluit van 15 december 2009 geen gebrek kleeft en geen gebruik zal worden gemaakt van de gelegenheid tot herstel.
Bij uitspraak van 16 maart 2012, verzonden op dezelfde dag, heeft de rechtbank het door [wederpartijen] tegen het besluit van 15 december 2009 ingestelde beroep gegrond verklaard, dit besluit vernietigd en het college opgedragen om binnen dertien weken na verzending van deze einduitspraak een nieuw besluit te nemen op het bezwaar met inachtneming van hetgeen in de tussenuitspraak en in de einduitspraak is overwogen.
Tegen deze uitspraak heeft onder meer het college bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 27 maart 2012, hoger beroep ingesteld. Bij dezelfde brief als waarmee hoger beroep is ingesteld heeft het college de voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzitter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 5 april 2012, waar het college, vertegenwoordigd door mr. H. Maaijen, werkzaam bij de gemeente, en [wederpartijen], bijgestaan door mr. A. Vinkenborg, zijn verschenen.
2. Overwegingen
2.1. Het verzoek heeft geen verdere strekking dan dat bij wijze van voorlopige voorziening wordt bepaald dat het college in afwachting van de uitspraak op het door hem ingestelde hoger beroep geen gevolg behoeft te geven aan de in hoger beroep bestreden uitspraak, voor zover daarin is bepaald dat het college een nieuw besluit op bezwaar neemt.
2.2. [wederpartijen] hebben tijdens de behandeling van het verzoek ter zitting kenbaar gemaakt zich te kunnen vinden in het verzoek van het college. Het college heeft ter zitting medegedeeld dat hem bekend is dat de Stichting Portaal eerst van de vergunning gebruik wenst te maken nadat uitspraak zal zijn gedaan op het hoger beroep.
Nu de belangen van [wederpartijen], alsmede van de Stichting Portaal zich derhalve niet verzetten tegen inwilliging van voormeld verzoek om voorlopige voorziening en evenmin is gebleken van andere belangen die er in dit geval toe nopen dat binnen de gestelde termijn aan de door het college gemotiveerd bestreden uitspraak van de rechtbank gevolg wordt gegeven, wordt het verzoek toegewezen en ziet de voorzitter na afweging van alle belangen aanleiding de na te melden voorlopige voorziening te treffen.
2.3. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3. Beslissing
De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
bepaalt bij wijze van voorlopige voorziening dat het college van burgemeester en wethouders van Amersfoort geen nieuw besluit op het bezwaar hoeft te nemen voordat de Afdeling op het hoger beroep heeft beslist.
Aldus vastgesteld door mr. C.M. Ligtelijn-van Bilderbeek, als voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. V. van Dorst, ambtenaar van staat.
w.g. Ligtelijn-van Bilderbeek w.g. Van Dorst
voorzitter ambtenaar van staat
Uitgesproken in het openbaar op 20 april 2012
357-641.