ECLI:NL:RVS:2012:BW3894
Raad van State
- Hoger beroep
- A.W.M. Bijloos
- M.R. Poot
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen kapvergunning voor bomen op De Kol in Holten
In deze zaak gaat het om een hoger beroep dat is ingesteld door [appellant A] en [appellant B] tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Rijssen-Holten, dat op 25 november 2010 een vergunning heeft verleend voor het kappen van bomen op diverse locaties op De Kol in Holten. De rechtbank Almelo heeft in eerdere uitspraken op 18 juli 2011 het beroep van [wederpartij] gegrond verklaard en het besluit van 1 maart 2011 van het college vernietigd, waarbij de bezwaren van [appellant A] en [wederpartij] niet-ontvankelijk zijn verklaard. Tegen deze uitspraken hebben [appellant A] en [wederpartij] hoger beroep ingesteld bij de Raad van State.
De Raad van State heeft vastgesteld dat de bomen waarvoor de kapvergunning is verleend inmiddels zijn gekapt. Hierdoor hebben [wederpartij] en [appellant A] geen actueel en reëel belang meer bij hun hoger beroep, aangezien het doel van het beroep, het behoud van de bomen, niet meer te bereiken is. Desondanks hebben zij gesteld dat zij belang hebben bij het hoger beroep vanwege de onrechtmatigheid van de verleende kapvergunning. De bestuursrechter heeft echter geoordeeld dat zonder een rechtens te beschermen belang, het niet mogelijk is om inhoudelijk op het beroep in te gaan.
De Raad van State heeft daarom de hoger beroepen van [wederpartij] en [appellant A] niet-ontvankelijk verklaard. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan in naam der Koningin en openbaar uitgesproken op 25 april 2012.