ECLI:NL:RVS:2012:BW3867
Raad van State
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid beroep tegen luchthavenregeling te Winssen
Op 25 april 2012 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in de zaak betreffende de luchthavenregeling te Winssen, vastgesteld door de provinciale staten van Gelderland op 16 februari 2011. De appellante, wonend te Winssen, heeft beroep ingesteld tegen deze verordening, waarbij zij stelt dat de luchthavenregeling haar belangen schaadt. De zaak werd behandeld op 22 februari 2012, waar de provinciale staten vertegenwoordigd waren door mr. F.J. Gaaf-van der Weerd en J. Koot, en de belanghebbende werd vertegenwoordigd door ing. H.W. Ebbers.
De rechtbank overweegt dat de luchthavenregeling voorziet in een regeling voor een helihaven, gelegen op een afstand van ongeveer 1600 meter van de woning van de appellante. De appellante heeft geen zicht op de helihaven en de vliegbewegingen van helikopters worden niet aangemerkt als opstijgen of landen, wat betekent dat de hinder die zij ervaart niet rechtstreeks voortvloeit uit de luchthavenregeling. De rechtbank concludeert dat de appellante niet kan worden aangemerkt als belanghebbende in de zin van de Algemene wet bestuursrecht, omdat haar belangen niet rechtstreeks door het besluit worden geraakt.
De Afdeling bestuursrechtspraak verklaart het beroep van de appellante niet-ontvankelijk, omdat zij niet voldoet aan de criteria voor belanghebbendheid zoals vastgelegd in de wet. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan in naam der Koningin en is openbaar uitgesproken op 25 april 2012.