ECLI:NL:RVS:2012:BW3827

Raad van State

Datum uitspraak
17 april 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
201112365/3/R3 en 201112365/2/R3
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening+bodemzaak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bestemmingsplan Herziening Buitengebied en verzoek om voorlopige voorziening

Op 13 september 2011 heeft de raad van de gemeente Cranendonck het bestemmingsplan "Herziening Buitengebied" vastgesteld. Tegen dit besluit heeft [appellant] op 7 december 2011 beroep ingesteld bij de Raad van State, waarbij hij tevens verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak heeft het verzoek op 28 februari 2012 ter zitting behandeld, waar [appellant], bijgestaan door mr. J.H. Warnaars, aanwezig was. Partijen hebben ingestemd met onmiddellijke uitspraak in de hoofdzaak.

De voorzitter heeft overwogen dat nader onderzoek niet nodig is voor de beoordeling van de zaak. Het bestemmingsplan voorziet in een gedeeltelijke herziening van het bestemmingsplan "Buitengebied". [appellant] heeft bezwaar gemaakt tegen het feit dat zijn recreatiewoning op het perceel [locatie] te Soerendonk niet als zodanig is bestemd. Echter, het plan heeft geen nadelige gevolgen voor zijn rechtspositie, aangezien zijn perceel is opgenomen in het reparatieplan, dat een specifieke regeling voor zijn perceel bevat. Hierdoor heeft [appellant] geen belang bij een inhoudelijke beoordeling van zijn beroep tegen het voorliggende plan.

De voorzitter heeft geconcludeerd dat het beroep van [appellant] niet-ontvankelijk is en heeft het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 17 april 2012, waarbij de voorzitter in naam der Koningin recht heeft gedaan.

Uitspraak

201112365/3/R3 en 201112365/2/R3.
Datum uitspraak: 17 april 2012
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb)) en, met toepassing van artikel 8:86 van die wet, op het beroep, in het geding tussen onder meer:
[appellant], wonend te Amstelveen,
en
de raad van de gemeente Cranendonck,
verweerder.
1. Procesverloop
Bij besluit van 13 september 2011 heeft de raad het bestemmingsplan "Herziening Buitengebied" vastgesteld.
Tegen dit besluit heeft onder meer [appellant] bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 7 december 2011, beroep ingesteld.
Bij deze brief heeft [appellant] de voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
De raad heeft een verweerschrift ingediend.
De voorzitter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 28 februari 2012, waar [appellant], bijgestaan door mr. J.H. Warnaars, is verschenen.
Partijen hebben toestemming gegeven onmiddellijk uitspraak te doen in de hoofdzaak.
2. Overwegingen
2.1. In dit geval kan nader onderzoek redelijkerwijs niet bijdragen aan de beoordeling van de zaak en bestaat ook overigens geen beletsel om met toepassing van artikel 8:86, eerste lid, van de Awb onmiddellijk uitspraak te doen in de hoofdzaak.
2.2. Het plan voorziet in een gedeeltelijke herziening van het bestemmingsplan "Buitengebied".
2.3. [appellant] richt zich tegen het plan voor zover zijn recreatiewoning op het perceel [locatie] te Soerendonk niet als zodanig is bestemd.
2.3.1. Het plan betreft een herziening van het bestemmingsplan "Buitengebied", waarbij dat plan op een aantal algemene punten is aangepast. Gelijktijdig met deze herziening is het bestemmingsplan "Reparatieplan Buitengebied" (hierna: het reparatieplan) vastgesteld, waarbij ten aanzien van een aantal specifieke plandelen een regeling is getroffen. Voor [appellant] heeft het voorliggende plan enkel tot gevolg dat mede voor zijn perceel een regeling voor schuilgelegenheden is opgenomen. Ter zitting is komen vast te staan dat [appellant] hiertegen geen bezwaren heeft en dat het plan ook overigens geen nadeel toebrengt aan zijn rechtspositie. Het perceel van [appellant] is opgenomen in het reparatieplan en heeft daarin een op dat perceel toegesneden planologische regeling gekregen. Tegen dit reparatieplan heeft [appellant] beroep ingesteld. Gelet hierop ziet de voorzitter aanleiding voor het oordeel dat [appellant] geen belang heeft bij een inhoudelijke beoordeling van zijn beroep tegen het voorliggende plan.
2.4. Het beroep van [appellant] dient niet-ontvankelijk te worden verklaard. Gelet hierop bestaat aanleiding het verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening af te wijzen.
2.5. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3. Beslissing
De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
I. verklaart het beroep niet-ontvankelijk;
II. wijst het verzoek af.
Aldus vastgesteld door mr. J.A.W. Scholten-Hinloopen, als voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. R.E.A. Matulewicz, ambtenaar van staat.
w.g. Scholten-Hinloopen w.g. Matulewicz
voorzitter ambtenaar van staat
Uitgesproken in het openbaar op 17 april 2012
45-605.