ECLI:NL:RVS:2012:BW0580
Raad van State
- Hoger beroep
- H.G. Lubberdink
- A.B.M. Hent
- N. Verheij
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de rechtmatigheid van de verlenging van de bewaringsmaatregel van een vreemdeling in het kader van asielprocedures
In deze uitspraak van de Raad van State op 26 maart 2012, met zaaknummer 201200367/1/V3, werd de rechtmatigheid van een verlengingsbesluit van een bewaringsmaatregel van een vreemdeling beoordeeld. De vreemdeling was op 24 mei 2011 in bewaring gesteld en had op 20 augustus 2011 een asielaanvraag ingediend, die op 28 september 2011 werd afgewezen. Het verlengingsbesluit van 9 november 2011, dat de bewaringsmaatregel met maximaal twaalf maanden verlengde, werd door de vreemdeling betwist. Hij stelde dat de rechtbank niet had onderkend dat het verlengingsbesluit niet rechtsgeldig was, omdat het te vroeg was genomen en de bewaring niet onder de werkingssfeer van de Terugkeerrichtlijn viel tijdens de behandeling van zijn asielverzoek.
De Raad van State oordeelde dat de periode van bewaring, waarin de vreemdeling vanwege zijn asielverzoek niet onder de Terugkeerrichtlijn viel, wel moest worden meegerekend bij de termijn van zes maanden voor bewaring met het oog op verwijdering. De Raad bevestigde dat de termijn op 23 november 2011 eindigde en dat een verlengingsbesluit slechts rechtmatig kon zijn als het werd genomen binnen de gestelde termijn van twee weken voor het verstrijken van de zes maanden. Aangezien het verlengingsbesluit op 9 november 2011 was genomen, viel dit binnen de toegestane termijn.
De Raad van State bevestigde de uitspraak van de rechtbank, die het beroep van de vreemdeling ongegrond had verklaard en het verzoek om schadevergoeding had afgewezen. De beslissing benadrukte de noodzaak voor de minister om bij het nemen van verlengingsbesluiten rekening te houden met de actuele stand van zaken en de voorwaarden van de Terugkeerrichtlijn. De uitspraak heeft implicaties voor de praktijk, vooral in zaken waarbij verlenging van de bewaringsmaatregel aan de orde is, en biedt een kader voor toekomstige beslissingen.