ECLI:NL:RVS:2012:BW0133
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- J.A.W. Scholten-Hinloopen
- P.J.A.M. Broekman
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening inzake bestemmingsplan voor medisch centrum aan de Verlengde Parkweg in Ede
Op 19 maart 2012 heeft de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan over de verzoeken om een voorlopige voorziening in het kader van het bestemmingsplan "Verlengde Parkweg-hoek Doornlaan (medisch centrum)". Dit bestemmingsplan, vastgesteld door de raad van de gemeente Ede op 15 december 2011, voorziet in de oprichting van een medisch centrum op de hoek van de Verlengde Parkweg en de Doornlaan. De verzoekers, beiden wonend te Ede, hebben bezwaar gemaakt tegen de vaststelling van het plan, omdat zij van mening zijn dat het medisch centrum niet passend is in de omgeving en dat er onvoldoende onderzoek is gedaan naar alternatieve locaties. Daarnaast vrezen zij voor verkeersaantrekkende werking en parkeeroverlast.
De voorzitter heeft de verzoeken op 5 maart 2012 ter zitting behandeld. De raad van de gemeente Ede heeft gesteld dat het bouwvolume van het medisch centrum passend is en dat er voldoende behoefte aan bestaat. De voorzitter heeft overwogen dat de maximale bouwhoogte van 11,5 meter aansluit bij de omgeving en dat het centrum zal worden gebouwd met een kap, wat bijdraagt aan de esthetiek. Ook is gebleken dat het medisch centrum bestaande functies uit de omgeving zal samenbrengen, wat de behoefte aan het centrum onderbouwt.
Wat betreft de verkeerssituatie heeft de raad aangegeven dat de extra motorvoertuigbewegingen die het centrum met zich meebrengt, niet tot onaanvaardbare overlast zullen leiden. De voorzitter heeft vastgesteld dat de omliggende wegen voldoende capaciteit hebben om de verwachte toename van verkeer te verwerken. Wat betreft de parkeerbehoefte is geconcludeerd dat er voldoende parkeergelegenheid in de openbare ruimte aanwezig is.
Gelet op deze overwegingen heeft de voorzitter de verzoeken van de verzoekers afgewezen, omdat er geen aanleiding is om te veronderstellen dat het besluit in de bodemprocedure niet in stand zal blijven. Er is geen proceskostenveroordeling uitgesproken, en de beslissing is openbaar gemaakt op 19 maart 2012.