ECLI:NL:RVS:2012:BV8601
Raad van State
- Hoger beroep
- R. van der Spoel
- C.J.M. Schuyt
- N. Verheij
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep van vreemdeling tegen besluit minister voor Immigratie en Asiel inzake uitzetting
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van een vreemdeling tegen een besluit van de minister voor Immigratie en Asiel, waarbij het verzoek om uitzetting achterwege te laten werd afgewezen. De vreemdeling had bezwaar gemaakt tegen dit besluit, maar de minister verklaarde het bezwaar ongegrond. De rechtbank 's-Gravenhage, nevenzittingsplaats Zwolle, heeft het beroep van de vreemdeling tegen dit besluit ongegrond verklaard. De vreemdeling heeft hiertegen hoger beroep ingesteld.
De Raad van State oordeelt dat de rechtbank niet heeft onderkend dat de minister, naar aanleiding van de bezwaren van de vreemdeling, het aanvullend advies van het Bureau Medische Advisering (BMA) heeft ingewonnen en dit advies bij het besluit heeft betrokken. De rechtbank heeft ten onrechte overwogen dat de minister terecht van het horen heeft afgezien. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State oordeelt dat er op voorhand geen twijfel was dat de bezwaren van de vreemdeling niet konden leiden tot een andersluidend besluit.
De Afdeling verklaart het hoger beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de rechtbank en verklaart het beroep van de vreemdeling tegen het besluit van de minister alsnog gegrond. Het besluit van de minister wordt vernietigd wegens strijd met de artikelen 7:2, eerste lid, en 7:3, aanhef en onder b, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtsgevolgen van het door de rechtbank vernietigde besluit blijven in stand. De minister wordt veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten en het griffierecht aan de vreemdeling.