ECLI:NL:RVS:2012:BV5126

Raad van State

Datum uitspraak
15 februari 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
201103754/1/R2
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bestemmingsplan Putterweg XI en geluidhinder door natuurbelevingspark

Op 15 februari 2012 heeft de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak betreffende het bestemmingsplan "Putterweg XI" van de gemeente Barneveld. Dit bestemmingsplan, vastgesteld op 25 januari 2011, beoogt de realisering van een natuurbelevingspark en klimbos in het bos aan de Putterweg te Garderen. Tegen dit besluit hebben twee appellanten, wonend in Garderen, beroep ingesteld. De appellanten betogen dat de ontwikkelingen in het plan zullen leiden tot geluidhinder en parkeeroverlast. Ze stellen dat de raad ten onrechte een richtafstand van 50 meter tot woningen hanteert, terwijl volgens de VNG-brochure een afstand van 200 tot 300 meter zou moeten gelden voor recreatieve activiteiten zoals een klimbos.

Tijdens de zitting op 4 januari 2012 is het bedrijfsconcept van het natuurbelevingspark en klimbos nader toegelicht. De raad verdedigt zijn standpunt dat het plan geen onaanvaardbare geluidhinder zal veroorzaken, omdat de woningen van de appellanten zich op een afstand van minimaal 50 meter van het plangebied bevinden. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State overweegt dat de vergelijking met een kinderboerderij, waarvoor een richtafstand van 50 meter geldt, niet onjuist is. De raad heeft zich in redelijkheid op het standpunt kunnen stellen dat het plan geen onaanvaardbare geluidhinder met zich zal brengen.

Daarnaast betogen de appellanten dat het ontbreken van parkeerplaatsen in het plan zal leiden tot parkeeroverlast. De raad stelt echter dat er afspraken zijn gemaakt met een nabijgelegen recreatiepark voor het gebruik van parkeerplaatsen. De Afdeling oordeelt dat de beschikbare parkeerplaatsen in redelijkheid toereikend zijn en dat er geen onaanvaardbare parkeeroverlast te verwachten is. De beroepen van de appellanten worden ongegrond verklaard, en er bestaat geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

Uitspraak

201103754/1/R2.
Datum uitspraak: 15 februari 2012
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak in het geding tussen:
1. [appellant sub 1], wonend te Garderen, gemeente Barneveld,
2. [appellant sub 2] en anderen, wonend te Garderen, gemeente Barneveld,
en
de raad van de gemeente Barneveld,
verweerder.
1. Procesverloop
Bij besluit van 25 januari 2011 heeft de raad het bestemmingsplan "Putterweg XI" vastgesteld.
Tegen dit besluit hebben [appellant sub 1] bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 30 maart 2011, en [appellant sub 2] en anderen bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 14 april 2011, beroep ingesteld.
De raad heeft een verweerschrift ingediend.
[appellant sub 1] heeft nadere stukken ingediend.
De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 4 januari 2012, waar [appellant sub 1], vertegenwoordigd door [gemachtigde], bijgestaan door mr. K.A. Luehof, [appellant sub 2] en anderen, vertegenwoordigd door [appellant sub 2], en de raad, vertegenwoordigd door J.P. Buist, werkzaam bij de gemeente, zijn verschenen. Tevens is SOS Sports en Events B.V., vertegenwoordigd door H. Kroon, als partij daar gehoord.
2. Overwegingen
2.1. Met het plan wordt beoogd de realisering van een natuurbelevingspark en klimbos mogelijk te maken in het bos aan de Putterweg te Garderen.
Geluidhinder
2.2. [appellant sub 1] en [appellant sub 2] en anderen betogen dat de in het plan voorziene ontwikkelingen zullen leiden tot geluidhinder.
[appellant sub 1] brengt naar voren dat door de raad ten onrechte en onvoldoende gemotiveerd van een richtafstand van 50 meter tot woningen is uitgegaan. Hij ziet het klimbos als een vorm van recreatie die vergelijkbaar is met een openluchtijsbaan of een openluchtzwembad. Volgens [appellant sub 1] geldt voor dergelijke activiteiten op grond van de VNG-brochure "Bedrijven en milieuzonering", editie 2009 (hierna: de VNG-brochure), een richtafstand van 200 of 300 meter. Hierbij wijst hij erop dat de geluidproductie plaats zal vinden in de boomtoppen en niet op de grond, waardoor het geluid verder zal dragen. Bovendien heeft de exploitant van het klimbos volgens [appellant sub 1] aangegeven dat op drukke dagen ongeveer 200 tot 300 bezoekers per dag worden verwacht.
[appellant sub 2] en anderen betogen dat de raad ten onrechte geen rekening heeft gehouden met de toename van geluidhinder door de verplaatsing van het plangebied in westelijke richting. Zij wijzen erop dat de stelling van de raad dat het geluid van het natuurbelevingspark en klimbos bij de omliggende woningen niet voor geluidhinder zal zorgen, niet is onderbouwd.
2.2.1. Ter zitting is het bedrijfsconcept van het natuurbelevingspark en klimbos, zoals dit blijkens de plantoelichting aan het plan ten grondslag is gelegd, nader toegelicht. Binnen een afgebakend bosperceel wordt op verschillende hoogtes tussen de aanwezige bomen een parcours uitgezet. Op afspraak kunnen groepen van ten hoogste 25 personen onder begeleiding van gecertificeerde instructeurs dit parcours afleggen. Volgens SOS Sports en Events B.V., de exploitant van het natuurbelevingspark en klimbos, is onder andere uit het oogpunt van veiligheid maar één groep tegelijkertijd op het parcours aanwezig.
De raad stelt zich op het standpunt dat het in het plan voorziene natuurbelevingspark en klimbos niet voor geluidhinder zal zorgen, omdat de woningen van [appellant sub 1] en [appellant sub 2] en anderen zich op een afstand van minimaal 50 meter van het plangebied bevinden. Volgens de raad is het natuurbelevingspark en klimbos op dit punt vergelijkbaar met een kinderboerderij, waarvoor volgens de VNG-brochure een richtafstand van 50 meter geldt.
Verder wijst de raad erop dat zich op een afstand van ongeveer 25 meter van de woning van [appellant sub 2] op het perceel Putterweg 74 zowel een breed bospad als de provinciale Putterweg bevinden. Het geluid van het wegverkeer is ter plaatse van deze woningen maatgevend ten opzichte van het geluid afkomstig van de activiteiten in het op grotere afstand van deze woningen te realiseren natuurbelevingspark en klimbos, aldus de raad.
2.2.2. Blijkens de bij het plan behorende verbeelding bedraagt, na verplaatsing van het plangebied, de afstand tussen het plangebied en de dichtstbij gelegen woning van [appellant sub 2] en anderen ongeveer 50 meter. Hun overige recreatiewoningen bevinden zich op grotere afstand van het plangebied. De afstand tussen het plangebied en de woning van [appellant sub 1] op het perceel Putterweg 79 bedraagt ongeveer 65 meter.
De VNG-brochure geeft onder meer indicatieve afstanden tussen rustige woonwijken en bedrijven met betrekking tot de aanvaardbaarheid van een plan vanuit het oogpunt van een goede ruimtelijke ordening. De Afdeling overweegt dat de door [appellant sub 1] genoemde vormen van recreatie niet vergelijkbaar zijn met de in het plan voorziene activiteiten. Bij de bepaling van richtafstanden voor openluchtzwembaden en openluchtijsbanen is blijkens de VNG-brochure rekening gehouden met de verkeersaantrekkende werking die dergelijke recreatievoorzieningen met zich brengen. Uit de plantoelichting blijkt dat per dag een relatief gering aantal bezoekers het natuurbelevingspark en klimbos zal bezoeken en dat in het plangebied, inclusief de theaterkuil die eventueel zal worden gerealiseerd, geen gebruik mag worden gemaakt van versterkt geluid. Gelet op de aard van de recreatievoorziening waar het plan in voorziet, heeft de raad zich in redelijkheid op het standpunt kunnen stellen dat een met een openluchtzwembad of openluchtijsbaan vergelijkbare verkeersaantrekkende werking niet van het plan zal uitgaan. In aanmerking genomen de aard en omvang van de met het plan beoogde bedrijfsvoering, acht de Afdeling, wat geluidhinder betreft, de vergelijking door de raad met een kinderboerderij, waarvoor volgens de VNG-brochure een richtafstand geldt van 50 meter, niet onjuist. De Afdeling stelt vast dat aan deze afstand wordt voldaan.
De stelling van de raad dat het geluid van het wegverkeer ter plaatse van de woningen van [appellant sub 2] en anderen maatgevend is ten opzichte van het geluid afkomstig van de activiteiten in het natuurbelevingspark en klimbos, acht de Afdeling, gelet op de afstand tussen de woningen van [appellant sub 2] en anderen en de provinciale weg en het bospad, niet onaannemelijk. Gelet op het voorgaande heeft de raad zich naar het oordeel van de Afdeling in redelijkheid op het standpunt kunnen stellen dat het plan geen onaanvaardbare geluidhinder voor [appellant sub 1] en [appellant sub 2] en anderen met zich zal brengen. Derhalve falen deze betogen van [appellant sub 1] en [appellant sub 2] en anderen.
Parkeeroverlast
2.3. [appellant sub 1] en [appellant sub 2] en anderen betogen dat de in het plan voorziene ontwikkelingen zullen leiden tot parkeeroverlast vanwege het in het plan ontbreken van parkeerplaatsen. [appellant sub 2] en anderen merken hierbij op dat de in het ontwerpbestemmingsplan opgenomen parkeervoorziening ten onrechte is vervallen na interventie van de provincie Gelderland. [appellant sub 1] en [appellant sub 2] en anderen achten de in de omgeving aanwezige parkeermogelijkheden onvoldoende en wijzen in dit verband op de reeds bestaande parkeerdruk.
2.3.1. De raad betoogt dat bij hem geen klachten over parkeeroverlast bekend zijn. Nu er afspraken zijn gemaakt over het parkeren bij recreatiepark De Hertshoorn en uitwijkmogelijkheden bestaan bij een in de omgeving gelegen hotel en een restaurant, is er geen noodzaak voor het natuurbelevingspark en klimbos een eigen parkeergelegenheid te realiseren, aldus de raad. Voor parkeeroverlast als gevolg van het in het plan voorziene natuurbelevingspark en klimbos behoeft volgens de raad niet te worden gevreesd.
2.3.2. De Afdeling stelt vast dat in het plan niet is voorzien in parkeerplaatsen. Uit de stukken is gebleken dat door SOS Sport en Events B.V. een overeenkomst is gesloten met het tegenover het voorziene natuurbelevingspark en klimbos gelegen recreatiepark De Hertshoorn, op grond waarvan 50 parkeerplaatsen op het parkeerterrein beschikbaar zijn voor bezoekers van het natuurbelevingspark en klimbos. Deze beschikbare parkeerplaatsen zijn als zodanig aangegeven. Uit de overeenkomst blijkt dat, indien geen parkeerplaatsen beschikbaar zijn op het parkeerterrein van De Hertshoorn, bezoekers van het natuurbelevingspark en klimbos op twee elders gelegen parkeerterreinen dienen te parkeren. Ook kunnen parkerende bezoekers worden verwezen naar de berm langs de Putterweg.
De Afdeling acht op grond van de stukken en het verhandelde ter zitting voldoende aannemelijk geworden dat de parkeerdruk op het parkeerterrein van het recreatiepark De Hertshoorn en in de omgeving van het plangebied op enkele piekmomenten in het jaar hoog kan zijn, maar dat gedurende de rest van het jaar over het algemeen een overschot aan beschikbare parkeerplaatsen op het parkeerterrein van het recreatiepark De Hertshoorn bestaat. Een aantal van 50 beschikbare plaatsen kan, gelet op de aard en omvang van het natuurbelevingspark en klimbos, zoals dit in overweging 2.2.1. is beschreven, in redelijkheid toereikend worden geacht. Voorts acht de Afdeling het aannemelijk dat op de piekmomenten voldoende parkeerruimte beschikbaar is op de andere parkeerterreinen. De Afdeling neemt hierbij in aanmerking dat de in de overeenkomst genoemde alternatieve parkeerterreinen zich beide op een loopafstand van ongeveer 800 meter van het plangebied bevinden. Gelet op deze afstanden acht de Afdeling het aannemelijk dat in voorkomende gevallen van parkeerdrukte door bezoekers van het natuurbelevingspark en klimbos van deze parkeerterreinen gebruik zal worden gemaakt. Gelet op het voorgaande heeft de raad zich naar het oordeel van de Afdeling in redelijkheid op het standpunt kunnen stellen dat het plan geen onaanvaardbare parkeeroverlast met zich zal brengen. De betogen van [appellant sub 1] en van [appellant sub 2] en anderen falen.
2.4. In hetgeen [appellant sub 1] en [appellant sub 2] en anderen hebben aangevoerd ziet de Afdeling geen aanleiding voor het oordeel dat de raad zich niet in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat het plan strekt ten behoeve van een goede ruimtelijke ordening. De beroepen zijn ongegrond.
2.5. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3. Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
verklaart de beroepen ongegrond.
Aldus vastgesteld door mr. J.A. Hagen, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. P. Plambeck, ambtenaar van staat.
w.g. Hagen w.g. Plambeck
lid van de enkelvoudige kamer ambtenaar van staat
Uitgesproken in het openbaar op 15 februari 2012
159-726.