ECLI:NL:RVS:2012:BV3243

Raad van State

Datum uitspraak
8 februari 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
201008780/1/R3
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bestemmingsplan Gemert-Bakel Buitengebied herziening en uitbreiding gasvulbedrijf

In deze zaak heeft de Raad van State op 8 februari 2012 uitspraak gedaan over het bestemmingsplan "Gemert-Bakel Buitengebied herziening april 2010" dat op 23 juni 2010 door de raad van de gemeente Gemert-Bakel was vastgesteld. De besloten vennootschap Marco Gas B.V. en een tweede appellant hebben beroep ingesteld tegen dit besluit. Marco Gas B.V. wilde haar gasvulbedrijf uitbreiden en had een verzoek ingediend om het bestemmingsvlak voor haar perceel aan de Bernhardstraat 25 te Bakel te wijzigen. De raad weigerde echter mee te werken aan deze uitbreiding, wat leidde tot het beroep van Marco Gas B.V. De Afdeling bestuursrechtspraak heeft vastgesteld dat de raad niet voldoende gemotiveerd heeft waarom de uitbreiding niet mogelijk was, ondanks de inspanningen van Marco Gas B.V. om aan de voorwaarden van de gemeente te voldoen. De Afdeling oordeelde dat het bestreden besluit niet berustte op een deugdelijke motivering en heeft het besluit vernietigd. De raad is opgedragen om binnen zes maanden een nieuw gemotiveerd besluit te nemen. Het beroep van de tweede appellant, die zich tegen een andere bestemming van een perceel had gekeerd, werd ongegrond verklaard. De proceskosten van Marco Gas B.V. werden vergoed, terwijl voor de tweede appellant geen proceskostenveroordeling volgde.

Uitspraak

201008780/1/R3.
Datum uitspraak: 8 februari 2012
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak in het geding tussen:
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Marco Gas B.V., gevestigd te Bakel, gemeente Gemert-Bakel,
2. [appellanten sub 2] (hierna in enkelvoud: [appellant sub 2]), wonend te Gemert, gemeente Gemert-Bakel,
appellanten,
en
de raad van de gemeente Gemert-Bakel,
verweerder.
1. Procesverloop
Bij besluit van 23 juni 2010, kenmerk nr. 51, heeft de raad het bestemmingsplan "Gemert-Bakel Buitengebied herziening april 2010" vastgesteld.
Tegen dit besluit hebben Marco Gas B.V. bij brief, bij de Raad van State per faxbericht ingekomen op 7 september 2010, en [appellant sub 2] bij brief, bij de Raad van State per faxbericht ingekomen op 7 september 2010, beroep ingesteld. Marco Gas B.V. heeft haar beroep aangevuld bij brief van 6 oktober 2010. [appellant sub 2] heeft zijn beroep aangevuld bij brief van 4 oktober 2010.
De raad heeft een verweerschrift ingediend.
De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 16 november 2011, waar Marco Gas B.V., vertegenwoordigd door M. van den Broek en bijgestaan door mr. J. van Groningen, advocaat te Middelharnis, en de raad, vertegenwoordigd door mr. F.T.H. Branten en C. van den Biggelaar, beiden werkzaam bij de gemeente, zijn verschenen. Verder is [partij] als belanghebbende gehoord.
2. Overwegingen
Het beroep van Marco Gas B.V.
2.1. Marco Gas B.V. heeft bij de raad een verzoek ingediend voor het wijzigen van het bestemmingsvlak voor het perceel Bernhardstraat 25 te Bakel ten einde een uitbreiding en herinrichting van het daar gevestigde gasvulbedrijf mogelijk te maken. De gewenste wijziging is opgenomen in het ontwerp van het voorliggende plan en ter inzage gelegd. Hiertegen hebben omwonenden zienswijzen naar voren gebracht. De raad heeft besloten niet mee te werken aan de door Marco Gas B.V. gewenste ontwikkeling en heeft het plan gewijzigd vastgesteld, waarbij het perceel buiten het plangebied is gelaten.
2.1.1. Het beroep van Marco Gas B.V. is gericht tegen de weigering om de door haar gewenste uitbreiding van het gasvulbedrijf op haar perceel planologisch mogelijk te maken. Daartoe voert zij aan dat het bedrijf vanaf 1980 in Bakel is gevestigd, dat zij reeds in 2005 een verzoek bij de gemeente heeft ingediend tot herziening van het bestemmingsplan en dat zij sindsdien met de gemeente overleg heeft gevoerd over de planologische inpassing van haar plannen. Zij heeft in het kader van dat overleg onderzoek gedaan naar de verplaatsing van haar bedrijf naar een andere locatie binnen of buiten de gemeente, waaruit naar voren is gekomen dat geen alternatieve vestigingsruimte elders beschikbaar is. Zij stelt voorts dat zij naast haar perceel gelegen grond heeft gekocht om te kunnen voldoen aan de voorwaarde van de gemeente om te komen tot een goede landschappelijke inpassing van het bedrijf en om een historisch kerkenpad te herstellen. Verder heeft zij met de gemeente een exploitatie- en planschadeovereenkomst gesloten, is door een deskundig bureau een risicoanalyse uitgevoerd en is de Veiligheidsregio Brabant-Zuidoost om advies gevraagd. Volgens Marco Gas B.V. gaat de raad er in zijn verweerschrift ten onrechte vanuit dat een zeer groot gedeelte van de bestaande woonwijken, dat nu buiten het risicogebied ligt, ten gevolge van haar plannen in het risicogebied van haar bedrijf komen te liggen en miskent de raad dat de externe veiligheid met haar plannen juist toeneemt in vergelijking met de huidige situatie. Gelet op al deze inspanningen en verrichte onderzoeken had zij geen rekening hoeven houden met de weigering van de gewenste uitbreiding, aldus Marco Gas B.V.
2.1.2. Ter zitting is door de raad erkend, dat het hier om een bestaand bedrijf gaat, dat wil uitbreiden en herinrichten, en dat alternatieve locaties zijn onderzocht, maar niet haalbaar zijn gebleken.
Teneinde de ontwikkeling op de huidige locatie te kunnen realiseren is onderzoek gedaan naar de externe veiligheid. De resultaten hiervan zijn vervat in de "Risicoanalyse Marco Gas te Bakel" van 29 januari 2010, opgesteld door Adviesgroep AVIV BV. Uitgangspunt in dit onderzoek is een herinrichting waarbij de bovengrondse opslagtanks worden vervangen door twee ondergrondse tanks en waarbij het vulpunt verder van de bestaande woningen komt te liggen. Ten aanzien van het plaatsgebonden risico is geconcludeerd dat weliswaar de risicocontour voor de grenswaarde gedeeltelijk buiten de inrichting ligt, maar dat het vigerende plan binnen die contour geen kwetsbare objecten toelaat. Verder komt uit het onderzoek naar voren dat het groepsrisico ongeveer een factor honderd kleiner is dan de oriëntatiewaarde.
Voorts heeft de raad advies gevraagd aan de brandweer, welk advies is neergelegd in het rapport "Artikel 12 Bevi Marcogas B.V. Berhardstraat 25 Bakel" van 16 juni 2010. Uit dit advies volgt dat de brandweer ter verbetering van de mogelijkheden voor de rampenbestrijding en de zelfredzaamheid een aantal maatregelen adviseert. Hoewel het uitvoeren van die maatregelen een positief effect zal hebben op de veiligheid valt niet uit te sluiten dat zich een incident voor zal doen dat boven de mogelijkheden van de rampenbestrijdingsorganisatie uitstijgt. Dit restrisico dient door het bevoegde gezag expliciet te worden geaccepteerd en verantwoord binnen de verantwoordingsplicht voor het groepsrisico, aldus het advies.
In opdracht van Marco Gas B.V. heeft het ontwerp- en adviesbureau Elings een landschappelijk inpassingsplan opgesteld.
2.1.3. Het bestreden besluit bevat geen motivering. Ook in de bij het plan behorende bijlage I, bevattende de Nota van Zienswijzen, is niet opgenomen welke overwegingen de raad in zoverre aan zijn bestreden besluit ten grondslag heeft gelegd; de tegen het betrokken plandeel ingediende zienswijzen zijn niet inhoudelijk behandeld. Een motivering is evenmin uit de bij het plan behorende toelichting af te leiden, nu daarin in hoofdstuk 5 paragraaf 5.1, onder 5, nog staat waarom wel aan de ontwikkeling van de herinrichting van het gasvulbedrijf op de onderhavige locatie kan worden meegewerkt. Ook uit de notulen van de raadsvergadering van 23 juni 2010, waarnaar de raad ter zitting heeft verwezen, kan niet eenduidig worden afgeleid op grond van welke overwegingen de raad de gevraagde planologische medewerking heeft geweigerd. Hoewel aan de raad een grote mate van beleidsvrijheid toekomt bij het vaststellen dan wel weigeren van een bestemmingsplan, had de raad in dit geval, mede gelet op de gedane onderzoeken, niet zonder enige motivering en kenbare belangenafweging kunnen weigeren mee te werken aan de gewenste uitbreiding en herinrichting van het bestaande bedrijf van Marco Gas B.V.
2.1.4. Gelet hierop ziet de Afdeling in hetgeen Marco Gas B.V. heeft aangevoerd aanleiding voor het oordeel dat het bestreden besluit voor zover het betreft onderdeel 7 van het besluit, bevattende de weigering om mee te werken aan de gewenste ontwikkeling op het perceel Bernhardstraat 25 te Bakel, niet berust op een deugdelijke motivering. Het beroep is gegrond. Het bestreden besluit dient in zoverre wegens strijd met artikel 3:46 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) te worden vernietigd.
2.1.5. De Afdeling ziet aanleiding om met toepassing van artikel 8:72, vierde lid, aanhef en onder a en vijfde lid, van de Awb de raad op te dragen om binnen zes maanden na en met inachtneming van deze uitspraak een nieuw gemotiveerd besluit te nemen ten aanzien van het perceel Bernhardstraat 25 te Bakel.
Ter voorlichting van partijen merkt de Afdeling op dat de voorbereiding van het nieuw te nemen besluit niet overeenkomstig afdeling 3.4 van de Awb hoeft te geschieden. Dit betekent in dit geval dat de raad desgewenst het bestreden besluit opnieuw kan vaststellen zonder dat hieraan voorafgaand een ontwerp ter inzage behoeft te worden gelegd. De raad dient in dat geval de tegen het ontwerpbestemmingsplan ingediende zienswijzen bij zijn vaststellingsbesluit te betrekken.
Het beroep van [appellant sub 2]
2.2. Het beroep van [appellant sub 2] is gericht tegen het plandeel met de bestemming "Agrarisch-Agrarisch bedrijf" en de aanduiding "intensieve veehouderij" voor het perceel Esdonk 45 te Gemert. [appellant sub 2], die tegenover het perceel Esdonk 45 woont, voert aan dat ten onrechte het bestemmingsvlak is vergroot, aangezien in de uitspraak van de Afdeling van 26 november 2008 in zaak nr.
200706894/1is geoordeeld, dat het plandeel met de bestemming "Agrarisch bedrijf" met de aanduiding "intensieve veehouderij" voor dit perceel niet zorgvuldig tot stand was gekomen. Volgens [appellant sub 2] is niet nagegaan of door de vergroting de geluids- en geuroverlast zal toenemen. Verder blijkt onvoldoende of rekening is gehouden met de burgerwoning ten westen van het perceel, aldus [appellant sub 2].
2.2.1. In de uitspraak van 26 november 2008 is geoordeeld dat het bestemmingsvlak aan de oostzijde van het perceel, tegenover [appellant sub 2], ten opzichte van het vorige plan was vergroot, maar dat de gevolgen daarvan voor [appellant sub 2] niet goed in de besluitvorming waren betrokken. Daarom is het besluit van het college van gedeputeerde staten van Noord-Brabant vernietigd voor zover daarbij goedkeuring was verleend aan het plandeel met de bestemming "Agrarisch bedrijf" en de aanduiding "intensieve veehouderij" voor dit perceel. Naar aanleiding van deze uitspraak heeft de raad het bestemmingsvlak in dit plan aan de oostzijde weer in overeenstemming gebracht met het bestemmingsvlak in het bestemmingsplan "Buitengebied 1998". Verder is ter zitting vast komen te staan dat ook de westzijde overeenkomt met het bestemmingsvlak in het bestemmingsplan "Buitengebied 1998". Gelet hierop wordt het bestemmingsvlak aan de oost- en westzijde niet uitgebreid ten opzichte van het vorige plan.
2.2.2. Aan de zuidzijde is het bestemmingsvlak ten opzichte van het bestemmingsplan "Buitengebied 1998" vergroot tot aan de weg. Ter zitting is vast komen te staan dat de vergroting ongeveer 8 m breed is. Verder heeft de raad onweersproken verklaard dat met die vergroting beoogd wordt erfbeplanting en uitritten mogelijk te maken, maar dat hier geen stal kan worden gebouwd, zodat hier geen stank veroorzakende activiteiten kunnen plaatsvinden. Ingevolge artikel 19, lid 19.3, aanhef en onder 1, van de planregels is het verboden enig bouwwerk te bouwen, waarbij de voorgevelrooilijn wordt overschreden, met een minimale afstand van 10 m vanaf de weg. Gelet hierop kan ter plaatse van de vergroting van het bouwvlak geen stal worden gebouwd. Daarmee is tevens aannemelijk dat, zo er al extra activiteiten die tot geluid- of geurhinder leiden, in deze strook kunnen plaatsvinden, deze een beperkte omvang zullen hebben. De raad heeft zich in redelijkheid op het standpunt kunnen stellen dat een onevenredige toename in geluid- en geurhinder niet te verwachten is. Het betoog faalt.
2.3. [appellant sub 2] voert voorts aan dat een deel van het perceel op de Provinciale Cultuurhistorische waardenkaart is aangemerkt als een gebied met hoge of middelhoge archeologische verwachtingswaarde. De raad heeft hier ten onrechte geen rekening mee gehouden, aldus [appellant sub 2].
2.3.1. Blijkens de provinciale Cultuurhistorische Waardenkaart liggen de gronden van het perceel, behoudens een klein deel, niet in een gebied met hoge of middelhoge verwachtingswaarden. Gelet hierop en de plansystematiek heeft de Afdeling in de uitspraak van 26 november 2008 reeds overwogen dat voor de raad en het college van gedeputeerde staten geen aanleiding bestond deze gronden aan te duiden als "archeologisch waardevol gebied" dan wel om op dit punt aan het plan goedkeuring te onthouden. De Afdeling ziet thans geen aanleiding om op dit punt tot een ander oordeel te komen. Het betoog faalt.
2.4. In hetgeen [appellant sub 2] heeft aangevoerd ziet de Afdeling geen aanleiding voor het oordeel dat de raad zich niet in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat het plandeel met de bestemming "Agrarisch-Agrarisch bedrijf" en de aanduiding "intensieve veehouderij" voor het perceel Esdonk 45 te Gemert strekt ten behoeve van een goede ruimtelijke ordening. In het aangevoerde wordt evenmin aanleiding gevonden voor het oordeel dat het bestreden besluit in zoverre anderszins is voorbereid of genomen in strijd met het recht. Het beroep is ongegrond.
Proceskosten
2.5. De raad dient ten aanzien van Marco Gas B.V. op na te melden wijze tot vergoeding van de proceskosten te worden veroordeeld.
Ten aanzien van [appellant sub 2] bestaat voor een proceskostenveroordeling geen aanleiding.
3. Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
I. verklaart het beroep van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Marco Gas B.V. gegrond;
II. vernietigt het besluit van de raad van de gemeente Gemert-Bakel van 23 juni 2010, kenmerk nr. 51, tot vaststelling van het bestemmingsplan "Gemert-Bakel Buitengebied herziening april 2010" voor zover het betreft onderdeel 7 van het besluit, waarin is besloten niet mee te werken aan de uitbreidingsplannen van het gasvulbedrijf aan de Berhardstraat 25 te Bakel;
III. draagt de raad van de gemeente Gemert-Bakel op om binnen zes maanden na de verzending van deze uitspraak met inachtneming van hetgeen daarin is overwogen een nieuw besluit te nemen en dit op de wettelijk voorgeschreven wijze bekend te maken;
IV. verklaart het beroep van [appellanten sub 2] ongegrond;
V. veroordeelt de raad van de gemeente Gemert-Bakel tot vergoeding van bij de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Marco Gas B.V. in verband met de behandeling van het beroep opgekomen proceskosten tot een bedrag van € 874,00 (zegge: achthonderdvierenzeventig euro), geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand;
VI. gelast dat de raad van de gemeente Gemert-Bakel aan de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Marco Gas B.V. het door haar voor de behandeling van het beroep betaalde griffierecht ten bedrage van € 298,00 (zegge: tweehonderdachtennegentig euro) vergoedt.
Aldus vastgesteld door mr. J.A.W. Scholten-Hinloopen, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. M.F.N. Pikart-van den Berg, ambtenaar van staat.
w.g. Scholten-Hinloopen w.g. Pikart-van den Berg
lid van de enkelvoudige kamer ambtenaar van staat
Uitgesproken in het openbaar op 8 februari 2012
350-661.