ECLI:NL:RVS:2012:BV1165

Raad van State

Datum uitspraak
11 januari 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
201110336/2/R3
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om voorlopige voorziening tegen bestemmingsplan Kluisstraat 3-Statenweg 19A

Op 30 juni 2011 heeft de raad van de gemeente Boekel het bestemmingsplan "Kluisstraat 3-Statenweg 19A" vastgesteld. Tegen dit besluit heeft onder meer [verzoeker A] en [verzoeker B] beroep ingesteld bij de Raad van State, waarbij zij op 26 september 2011 een verzoek om een voorlopige voorziening hebben ingediend. Dit verzoek is behandeld op 21 december 2011. Tijdens de zitting zijn de verzoekers vertegenwoordigd door hun advocaat, mr. H.A. Pasveer, terwijl de raad werd vertegenwoordigd door drs. A.A.M. Hermans. Ook [belanghebbende A] en [belanghebbende B] waren aanwezig.

De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft in zijn overwegingen aangegeven dat het oordeel voorlopig is en niet bindend in de bodemprocedure. Het bestemmingsplan voorziet in de bouw van zeven woningen op het perceel Kluisstraat 3, na beëindiging van het agrarische bedrijf, en in bedrijfsactiviteiten met een bijbehorende bedrijfswoning op het perceel Statenweg 19A, na sanering van de varkensstallen. De verzoeker richt zich specifiek tegen de plandelen met de bestemming "Wonen" aan de Kluisstraat 3.

Het verzoek om een voorlopige voorziening is gedaan om te voorkomen dat omgevingsvergunningen voor de bouw van de woningen worden verleend voordat de Afdeling uitspraak heeft gedaan in de bodemzaak. Tijdens de zitting heeft [belanghebbende A] toegezegd geen omgevingsvergunning aan te vragen voor de bouw van de woningen of andere werkzaamheden op het perceel voordat er uitspraak is gedaan. Gelet op deze toezegging heeft de voorzitter geconcludeerd dat er geen spoedeisend belang is dat het treffen van een voorlopige voorziening rechtvaardigt. Daarom is het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

Uitspraak

201110336/2/R3.
Datum uitspraak: 11 januari 2012
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen onder meer:
[verzoeker A] en [verzoeker B] (hierna in enkelvoud: [verzoeker]), wonend te Boekel,
en
de raad van de gemeente Boekel,
verweerder.
1. Procesverloop
Bij besluit van 30 juni 2011 heeft de raad het bestemmingsplan "Kluisstraat 3-Statenweg 19A" vastgesteld.
Tegen dit besluit heeft onder meer [verzoeker] bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 26 september 2011, beroep ingesteld.
Bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 26 september 2011, heeft [verzoeker] de voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzitter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 21 december 2011, waar [verzoeker B], bijgestaan door mr. H.A. Pasveer, advocaat te 's-Hertogenbosch, en de raad, vertegenwoordigd door drs. A.A.M. Hermans, werkzaam bij de gemeente, zijn verschenen.
Verder zijn ter zitting [belanghebbende A] en [belanghebbende B] verschenen.
2. Overwegingen
2.1. Het oordeel van de voorzitter heeft een voorlopig karakter en is niet bindend in de bodemprocedure.
2.2. Het plan voorziet in de bouw van 7 woningen op het perceel Kluisstraat 3, na het beëindigen van het agrarische bedrijf ter plaatse, en in bedrijfsactiviteiten met een bijbehorende bedrijfswoning op het perceel Statenweg 19A, na het saneren van de varkensstallen op dit perceel.
2.3. [verzoeker] richt zich in zijn beroepschrift tegen de plandelen met de bestemming "Wonen" aan de Kluisstraat 3 die voorzien in de bouw van de woningen. Het verzoek om een voorlopige voorziening is beperkt tot deze plandelen. [verzoeker] heeft verzocht een voorlopige voorziening te treffen, teneinde te voorkomen dat omgevingsvergunningen voor de bouw van de woningen kunnen worden verleend en kan worden aangevangen met de bouw daarvan, voordat de Afdeling uitspraak heeft gedaan in de bodemzaak.
2.3.1. Ter zitting heeft [belanghebbende A], de eigenaar van de gronden, toegezegd geen omgevingsvergunning aan te vragen voor de bouw van de beoogde woningen of andere werkzaamheden op dit perceel te starten alvorens uitspraak is gedaan in de bodemzaak.
Gelet hierop is de voorzitter van oordeel dat met het verzoek geen spoedeisend belang is gemoeid dat het treffen van een voorlopige voorziening voor de bestreden plandelen rechtvaardigt.
2.4. Het verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening dient te worden afgewezen.
2.5. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3. Beslissing
De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
wijst het verzoek af.
Aldus vastgesteld door mr. J.A.W. Scholten-Hinloopen, als voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. R. Kegge, ambtenaar van staat.
w.g. Scholten-Hinloopen w.g. Kegge
voorzitter ambtenaar van staat
Uitgesproken in het openbaar op 11 januari 2012
350-656.