Uitspraak
201110578/2/R3, heeft de voorzitter het verzoek van [wederpartij] en anderen afgewezen. Als gevolg hiervan treedt het plan in werking. Er is derhalve geen reden voor het treffen van de door de raad gewenste voorlopige voorziening.
Raad van State
Op 11 januari 2012 heeft de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening met betrekking tot het bestemmingsplan "Buitengebied 2011" dat op 7 juli 2011 door de raad van de gemeente Bergeijk was vastgesteld. De zaak kwam aan de orde na een verzoek van [wederpartij] en anderen, die op 4 oktober 2011 om een voorlopige voorziening vroegen. De raad van de gemeente Bergeijk verzocht op 16 november 2011 om de opschortende werking van het verzoek van [wederpartij] op te heffen. De voorzitter heeft op 21 december 2011 de zaak ter zitting behandeld, waarbij de raad vertegenwoordigd was door D. Nas-van Helvoort en mr. T. Duffhues. De voorzitter heeft overwogen dat ingevolge artikel 8.4 van de Wet ruimtelijke ordening de werking van het besluit opgeschort wordt tot het moment dat op het verzoek is beslist. In de uitspraak van heden is het verzoek van [wederpartij] en anderen afgewezen, waardoor het bestemmingsplan in werking treedt. De voorzitter concludeert dat er geen reden is voor het treffen van de door de raad gewenste voorlopige voorziening en wijst het verzoek af. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 11 januari 2012.