ECLI:NL:RVS:2012:BV0098

Raad van State

Datum uitspraak
4 januari 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
201106732/1/H1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Omgevingsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • P.B.M.J. van der Beek-Gillessen
  • W. Sorgdrager
  • J. Kramer
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Weigering bouwvergunning voor stacaravans op recreatieterrein in Lichtenvoorde

In deze zaak heeft de Raad van State op 4 januari 2012 uitspraak gedaan in het hoger beroep van Greenvillage Developments B.V.B.A. tegen de weigering van het college van burgemeester en wethouders van Oost Gelre om een bouwvergunning te verlenen voor het plaatsen van 130 stacaravans op de Besselinkschans aan de Zandweg te Lichtenvoorde. Het college had op 1 december 2008 besloten om geen vrijstelling en bouwvergunning te verlenen, waarna Greenvillage Developments bezwaar maakte. Dit bezwaar werd op 22 juni 2009 ongegrond verklaard. De rechtbank Zutphen bevestigde op 11 mei 2011 deze beslissing, waarop Greenvillage Developments hoger beroep instelde bij de Raad van State.

De Raad van State overwoog dat volgens artikel 40 van de Woningwet een bouwvergunning vereist is voor het bouwen van stacaravans, tenzij deze in overeenstemming zijn met het bestemmingsplan. Het bestemmingsplan voor het perceel, genaamd "Besselinkschans", staat echter geen stacaravans toe. De rechtbank had terecht geoordeeld dat het plaatsen van de stacaravans in strijd is met het bestemmingsplan, omdat de bouwmogelijkheden uitdrukkelijk zijn beperkt en er geen expliciete bouwmogelijkheden voor stacaravans zijn opgenomen.

De Raad van State bevestigde de uitspraak van de rechtbank en verklaarde het hoger beroep ongegrond. Er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd, omdat hiervoor geen aanleiding bestond. De uitspraak benadrukt het belang van bestemmingsplannen en de noodzaak van bouwvergunningen voor het plaatsen van stacaravans, die niet als tijdelijk kunnen worden beschouwd.

Uitspraak

201106732/1/H1.
Datum uitspraak: 4 januari 2012
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak op het hoger beroep van:
de vennootschap naar Belgisch recht Greenvillage Developments B.V.B.A., gevestigd te Antwerpen, België, appellante,
tegen de uitspraak van de rechtbank Zutphen van 11 mei 2011 in zaak
nr. 09/1259 in het geding tussen:
Greenvillage Developments
en
het college van burgemeester en wethouders van Oost-Gelre.
1. Procesverloop
Bij besluit van 1 december 2008 heeft het college geweigerd aan Greenvillage Developments vrijstelling en bouwvergunning te verlenen voor het plaatsen van 130 stacaravans op de Besselinkschans aan de Zandweg te Lichtenvoorde, gemeente Oost Gelre.
Bij besluit van 22 juni 2009, voor zover thans van belang, heeft het college het door Greenvillage Developments daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.
Bij uitspraak van 11 mei 2011, verzonden op dezelfde dag, heeft de rechtbank het door Greenvillage Developments daartegen ingestelde beroep ongegrond verklaard. Deze uitspraak is aangehecht.
Tegen deze uitspraak heeft Greenvillage Developments bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 20 juni 2011, hoger beroep ingesteld. De gronden van het hoger beroep zijn aangevuld bij brief van 15 juli 2011.
Het college heeft een verweerschrift ingediend.
Het college heeft nadere stukken ingediend.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 21 november 2011, waar Greenvillage Developments, vertegenwoordigd door B. Hendriks, bijgestaan door mr. G. Bosma, advocaat te Utrecht, en het college, vertegenwoordigd door mr. M.C.G. Hendriksen en B. Leusink, beiden werkzaam bij de gemeente, zijn verschenen.
2. Overwegingen
2.1. Ingevolge artikel 40, eerste lid, onder a, van de Woningwet, zoals deze bepaling luidde ten tijde in dit geding van belang, is het verboden te bouwen zonder of in afwijking van een door burgemeester en wethouders verleende bouwvergunning.
Ingevolge het tweede lid, zoals deze bepaling luidde ten tijde in dit geding van belang, is voor het bouwen van een tent, tentwagen, kampeerauto, caravan of stacaravan ten behoeve van recreatief nachtverblijf geen bouwvergunning vereist, indien het bouwen geschiedt in overeenstemming met een bestemmingsplan en de eisen die krachtens zodanig plan zijn gesteld.
2.2. Ingevolge het ter plaatse geldende bestemmingsplan "Besselinkschans" rust op het perceel de bestemming "Terreinen voor verblijfsrecreatie" (verblijfsrecreatieve doeleinden in de vorm van het verblijven in tenten, sta- en toercaravans, met bijbehorende voorzieningen, alsmede landschapsverzorging een en ander nader uit te werken ex. artikel 11 WRO).
Ingevolge artikel 6, eerste lid, van de planvoorschriften mogen op gronden met de bestemming "Terreinen voor verblijfsrecreatie" uitsluitend worden gebouwd bedrijfsgebouwen ten behoeve van de verblijfsrecreatie met één dienstwoning alsmede andere bouwwerken met inachtneming van de volgende regelen:
a. aan bedrijfsgebouwen mogen slechts worden opgericht een kantine, dagverblijfsruimten, dienstgebouwen en toiletgebouwen, met dien verstande, dat de goothoogte maximaal 3,5 m mag bedragen en het bebouwingspercentage niet hoger mag zijn dan 1;
b. één dienstwoning mag worden opgericht met een maximale inhoud van 600 m³ en een maximale goothoogte van 3,5 m en met inachtneming van het maximum bebouwingspercentage van 1;
c. andere bouwwerken mogen worden gebouwd in de vorm van terreinomheiningen, speeltoestellen en straatmeubilair met een maximale hoogte van 3 m.
Ingevolge artikel 6, tweede lid, zullen burgemeester en wethouders de bestemming "Terrein voor verblijfsrecreatie" nader uitwerken binnen de in lid 1 gestelde grenzen, met dien verstande dat:
a. niet meer dan 50% van het daartoe bestemde terrein zal mogen worden gebruikt voor stacaravans, met per stacaravan een standplaatsgrootte van minimaal 150 m².
b. t/m c. (…)
In het uitwerkingsplan "Camping Besselinkschans" is bepaald dat de voorschriften behorend bij het bestemmingsplan van toepassing zijn, met dien verstande dat aan artikel 6, eerste lid een sub d wordt toegevoegd, luidende:
d. per stacaravan is een vrijstaand bijgebouw van maximaal 8 m³ toegestaan.
In artikel 1, tweede lid, van de planvoorschriften is een stacaravan als volgt gedefinieerd: een zomerhuis in de vorm van een caravan of soortgelijk onderkomen op wielen, dat, mede gelet op de afmetingen, kennelijk niet bestemd is om regelmatig en op normale wijze op de verkeerswegen ook over grotere afstanden als een aanhangsel van een auto te worden voortbewogen.
2.3. Het bouwplan ziet op het plaatsen van 130 stacaravans met elk een oppervlakte van 35 m², een hoogte van 3,40 m, een lengte van 9 m en een breedte van ca. 3,9 m.
2.4. Voor het plaatsen van de stacaravans is een bouwvergunning vereist, nu deze, gelet op hun constructie, vorm, omvang en plaatsgebonden karakter, niet geschikt zijn om regelmatig te worden vervoerd.
2.5. Greenvillage Developments betoogt dat de rechtbank ten onrechte heeft geoordeeld dat het plaatsen van de stacaravans met het bestemmingsplan in strijd is. Daartoe voert zij aan dat in het bestemmingsplan weliswaar geen uitdrukkelijke bouwmogelijkheden voor stacaravans zijn opgenomen, maar uit de desbetreffende bepalingen, in samenhang bezien, volgt dat de planwetgever heeft beoogd het plaatsen van bouwvergunningplichtige stacaravans op het perceel toe te staan.
Voorts voert Greenvillage Developments in dit verband aan dat het plaatsen van de stacaravans in overeenstemming is met het gemeentelijk kampeerbeleid en dat de planologische inzichten van het college zijn gewijzigd en dat het daarom voor een onjuiste uitleg van de planvoorschriften heeft gekozen.
2.5.1. De rechtbank heeft terecht geoordeeld dat het plaatsen van de stacaravans in strijd is met het bestemmingsplan. Daarbij wordt in aanmerking genomen dat de bouwmogelijkheden op het perceel in artikel 6, eerste lid, van de planvoorschriften uitdrukkelijk zijn beperkt en dat het bestemmingsplan niet voorziet in de mogelijkheid van het bouwen van stacaravans. Dat een stacaravan volgens de in het bestemmingsplan daarvan gegeven definitie kennelijk niet bestemd is om regelmatig en op normale wijze op de verkeerswegen ook over grotere afstanden als een aanhangsel van een auto te worden voortbewogen en derhalve bedoeld is om ter plaatse te functioneren, betekent niet dat daarmee een bouwmogelijkheid voor stacaravans op het perceel wordt gegeven. Evenmin het feit dat ingevolge het uitwerkingsplan per stacaravan een bijgebouw van maximaal 8 m³ is toegestaan.
Het betoog faalt reeds om deze reden. Hetgeen Greenvillage Developments in dit verband voor het overige betoogt, behoeft thans geen bespreking.
2.6. Het hoger beroep is ongegrond. De aangevallen uitspraak dient te worden bevestigd.
2.7. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3. Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
bevestigt de aangevallen uitspraak.
Aldus vastgesteld door mr. P.B.M.J. van der Beek-Gillessen, voorzitter, en mr. W. Sorgdrager en mr. J. Kramer, leden, in tegenwoordigheid van mr. M.E.B. de Haseth, ambtenaar van staat.
w.g. Van der Beek-Gillessen w.g. De Haseth
voorzitter ambtenaar van staat Uitgesproken in het openbaar op 4 januari 2012
476.