201100930/1/R1.
Datum uitspraak: 28 december 2011
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak in het geding tussen:
[appellant], wonend te Uithoorn,
de raad van de gemeente Uithoorn,
verweerder.
Bij besluit van 21 oktober 2010, nr. 4.1/3.1, heeft de raad het bestemmingsplan "Zijdelwaard" vastgesteld.
Tegen dit besluit heeft [appellant] bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 20 januari 2011, beroep ingesteld.
De raad heeft een verweerschrift ingediend.
De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 30 november 2011, waar [appellant], bijgestaan door W. Boomsma, en de raad, vertegenwoordigd door mr. A.S.M. Stevens, werkzaam bij de gemeente, zijn verschenen.
2.1. Ter zitting heeft [appellant] verklaard dat het beroep is ingesteld door [appellant] en dat de overige handtekeningen bij het beroepschrift als adhesiebetuigingen kunnen worden aangemerkt.
2.2. Het plan voorziet in een actuele juridisch-planologische regeling voor een deel van de bebouwde kom van de gemeente Uithoorn.
2.3. Het beroep is gericht tegen de bestemming "Gemengd" die is toegekend aan de gronden ten noorden van het bouwvlak aan de Anne Franklaan die thans in gebruik zijn als groenstrook (hierna: de groenstrook).
[appellant] voert aan dat aan de groenstrook de bestemming "Groen" toegekend dient te worden, nu de groenstrook momenteel als zodanig in gebruik is en een akoestische en visuele buffer vormt tussen de woningen aan de Anne Franklaan en het winkelcentrum. Bovendien is in 1980 een afspraak gemaakt met de raad tot het aanleggen van de groenstrook die is bekrachtigd door de Afdeling rechtspraak van de Raad van State (hierna: de Afdeling rechtspraak).
Voorts betoogt [appellant] dat de groenstrook tegenover de woningen Anne Franklaan 29-35 ten onrechte is versmald van 12 meter breedte naar 5 meter breedte.
2.4. De raad stelt zich op het standpunt dat hij flexibiliteit wenst te behouden ten behoeve van het winkelcentrum. Van een afspraak met [appellant] met betrekking tot de groenstrook is geen sprake. De raad meent dat [appellant] de beschikking van de waarnemend voorzitter van de Afdeling rechtspraak verkeerd interpreteert.
2.5. Aan de groenstrook is de bestemming "Gemengd" toegekend zonder bouwvlak.
Ingevolge artikel 5, lid 5.1, van de planregels zijn gronden met deze bestemming bestemd voor gebouwen ten behoeve van maatschappelijk, kantoren, detailhandel, horeca, dienstverlening en wonen op alle verdiepingen en de daarbij behorende groenvoorzieningen.
In het voorgaande uitbreidingsplan "Zijdelwaard IV", vastgesteld op 11 september 1984 door de raad en op 18 mei 1985 goedgekeurd door het college van gedeputeerde staten van Noord-Holland, was aan de groenstrook de bestemming "Winkelcentrum en bijbehorende terreinen" toegekend.
Ingevolge artikel 3, eerste lid, van de voorschriften van het uitbreidingsplan "Zijdelwaard IV", voor zover hier van belang, waren gronden met deze bestemming bestemd voor gebouwen behorend bij deze bestemming, zoals winkels met bovenwoningen, winkelhuizen en winkels.
2.6. De Afdeling is van oordeel dat van strijd met de beschikking A-3.4821(1980)/S2469 (aangehecht) geen sprake is. In deze beschikking heeft de waarnemend voorzitter van de Afdeling rechtspraak wat betreft de groenstrook slechts vastgesteld dat deze na verwezenlijking van het aan de orde zijnde bouwplan op de hoek van de Anne Franklaan gehandhaafd zal blijven. Van een overeenkomst met betrekking tot de groenstrook is voor het overige niet gebleken.
2.7. Voor zover [appellant] betoogt dat een gedeelte van de groenstrook feitelijk ten onrechte versmald is, overweegt de Afdeling dat deze versmalling heeft plaatsgevonden voor de vaststelling van het voorliggende plan en in dit kader niet aan de orde kan komen.
2.8. De raad heeft ter zitting toegelicht dat de bestemming uit het voorgaande plan is overgenomen en dat geen belangenafweging heeft plaatsgevonden, anders dan dat hij de bestaande flexibiliteit ten behoeve van het winkelcentrum heeft willen behouden. Ter zitting is gebleken dat geen concrete plannen bestaan de groenstrook anders in te richten, bijvoorbeeld ten behoeve van parkeerplaatsen. Ter zitting heeft de raad voorts toegelicht dat in het recente nieuwe bouwplan voor uitbreiding van het winkelcentrum de groenstrook juist gehandhaafd blijft. Verder is evident dat de groenstrook, die in ieder geval sinds 1980 als zodanig in gebruik is, een belangrijke buffer vormt tussen de woningen aan de Anne Franklaan en het bestaande winkelcentrum. De raad heeft het belang van de omwonenden bij het behoud van de buffer ten onrechte niet in zijn afweging betrokken.
2.9. In hetgeen [appellant] heeft aangevoerd ziet de Afdeling aanleiding voor het oordeel dat het bestreden besluit in zoverre niet berust op een deugdelijke motivering. Het beroep is gegrond. Het bestreden besluit dient wat betreft de plandelen met de bestemming "Gemengd" zoals nader aangeduid op de bij deze uitspraak behorende kaart wegens strijd met artikel 3:46 van de Algemene wet bestuursrecht te worden vernietigd.
2.10. De Afdeling ziet aanleiding de raad met toepassing van artikel 8:72, vierde lid, onder a en b, van de Algemene wet bestuursrecht, op te dragen binnen drie maanden na de verzending van deze uitspraak met inachtneming van hetgeen daarin is overwogen een nieuw besluit te nemen en daarbij te bepalen dat de voorbereiding daarvan niet overeenkomstig de eisen bedoeld in afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht hoeft te geschieden.
2.11. Van proceskosten die voor vergoeding in aanmerking komen, is niet gebleken.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
I. verklaart het beroep gegrond;
II. vernietigt het besluit van de raad van de gemeente Uithoorn van 21 oktober 2010, nr. 4.1/3.1, tot vaststelling van het bestemmingsplan "Zijdelwaard", wat betreft de plandelen met de bestemming "Gemengd" zoals nader aangeduid op de bij deze uitspraak behorende kaart;
III. draagt de raad van de gemeente Uithoorn op om binnen drie maanden na de verzending van deze uitspraak met inachtneming van hetgeen daarin is overwogen een nieuw besluit te nemen met betrekking tot de plandelen genoemd onder II;
IV. gelast dat de raad van de gemeente Uithoorn aan [appellant] het door hem voor de behandeling van het beroep betaalde griffierecht ten bedrage van € 150,00 (zegge: honderdvijftig euro) vergoedt.
Aldus vastgesteld door mr. M.A.A. Mondt-Schouten, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. B.C. Bošnjaković, ambtenaar van staat.
w.g. Mondt-Schouten w.g. Bošnjaković
lid van de enkelvoudige kamer ambtenaar van staat
Uitgesproken in het openbaar op 28 december 2011