Uitspraak
200908229/2/M2) ontbreekt, nu nog geen bouwvergunning is aangevraagd, het spoedeisend belang.
Raad van State
Op 10 augustus 2011 heeft het college van burgemeester en wethouders van Barneveld een revisievergunning verleend aan [vergunninghouder] voor een pluimveehouderij aan de [locatie] te Kootwijkerbroek. Dit besluit werd op 12 augustus 2011 ter inzage gelegd. Tegen dit besluit heeft [verzoeker] op 23 september 2011 beroep ingesteld, waarbij de gronden van het beroep op 10 oktober 2011 zijn aangevuld. Tevens heeft [verzoeker] de voorzitter van de Raad van State verzocht om een voorlopige voorziening te treffen. De behandeling van het verzoek vond plaats op 9 december 2011, waar [verzoeker] in persoon en bijgestaan door mr. A. van Diermen, en het college vertegenwoordigd door S. van der Hoek, aanwezig waren.
De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft in zijn overwegingen aangegeven dat het oordeel voorlopig is en niet bindend in de bodemprocedure. Hij heeft vastgesteld dat de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) op 1 oktober 2010 in werking is getreden, maar dat de wetswijzigingen niet van toepassing zijn op dit geding. De voorzitter heeft geconcludeerd dat het verzoek om een voorlopige voorziening moet worden afgewezen, omdat er geen spoedeisend belang aanwezig is. Dit is gebaseerd op het feit dat de vereiste bouwvergunning voor de uitbreiding van de stal nog niet is aangevraagd, waardoor het spoedeisend belang ontbreekt.
Uiteindelijk heeft de voorzitter het verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening afgewezen en is de beslissing op 15 december 2011 in het openbaar uitgesproken. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.