ECLI:NL:RVS:2011:BU7876

Raad van State

Datum uitspraak
14 december 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
201011796/1/R3
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • D.A.C. Slump
  • R.E.A. Matulewicz
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bestemmingsplan Leijsenakkers, herziening 1, perceel Leijsenstraat 35

Op 19 oktober 2010 heeft de raad van de gemeente Oosterhout het bestemmingsplan "Leijsenakkers, herziening 1" vastgesteld voor het perceel Leijsenstraat 35. Tegen dit besluit hebben twee appellanten, wonend te Oosterhout, beroep ingesteld bij de Raad van State. De eerste appellant heeft zijn beroep op 7 december 2010 ingediend, terwijl de tweede appellant en anderen dit op 8 december 2010 deden. De eerste appellant heeft zijn beroep later aangevuld op 5 januari 2011. De raad heeft een verweerschrift ingediend en de tweede appellant heeft een nader stuk ingediend. De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige kamer.

De Afdeling bestuursrechtspraak heeft de zaak op 4 november 2011 ter zitting behandeld. De raad was vertegenwoordigd door mr. F.W.L. Versteegh, werkzaam bij de gemeente, en de belanghebbende was vertegenwoordigd door ir. A.B.J.M. Oomen. De appellanten betogen dat er in strijd met de gemeentelijke inspraakverordening geen inspraakprocedure is gevolgd en dat de verschuiving en vergroting van het bouwvlak een onevenredige aantasting van de monumentale en cultuurhistorische waarden van het beschermd dorpsgezicht "Heilige Driehoek" met zich meebrengt. Ze stellen dat het plan in strijd is met de "Ontwikkelings- en Beheersvisie Heilige Driehoek Oosterhout" en dat het open karakter van het beschermd dorpsgezicht wordt aangetast.

De Afdeling heeft in haar overwegingen geen aanleiding gezien om anders te oordelen dan de voorzitter in een eerdere uitspraak heeft gedaan. De Afdeling concludeert dat de raad zich in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat het plan strekt ten behoeve van een goede ruimtelijke ordening. De beroepen zijn ongegrond verklaard en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan in naam der Koningin en openbaar uitgesproken op 14 december 2011.

Uitspraak

201011796/1/R3.
Datum uitspraak: 14 december 2011
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak in het geding tussen:
1. [appellant sub 1], wonend te Oosterhout,
2. [appellant sub 2] en anderen, allen wonend te Oosterhout,
en
de raad van de gemeente Oosterhout,
verweerder.
1. Procesverloop
Bij besluit van 19 oktober 2010 heeft de raad het bestemmingsplan "Leijsenakkers, herziening 1 (perceel Leijsenstraat 35)" vastgesteld.
Tegen dit besluit hebben [appellant sub 1] bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 7 december 2010, en [appellant sub 2] en anderen bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 8 december 2010, beroep ingesteld. [appellant sub 1] heeft zijn beroep aangevuld bij brief van 5 januari 2011.
De raad heeft een verweerschrift ingediend.
[appellant sub 2] en anderen hebben een nader stuk ingediend.
De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 4 november 2011, waar de raad, vertegenwoordigd door mr. F.W.L. Versteegh, werkzaam bij de gemeente, is verschenen.
Verder is ter zitting [belanghebbende], vertegenwoordigd door ir. A.B.J.M. Oomen, verschenen.
2. Overwegingen
2.1. Het plan voorziet in de verschuiving en vergroting van een bouwvlak ten behoeve van de vervanging van een woning op het perceel Leijsenstraat 35, waarbij het bouwvlak centraler op het perceel wordt gesitueerd.
2.2. [appellant sub 2] en anderen betogen dat in strijd met de bepalingen van de gemeentelijke inspraakverordening ten onrechte voor dit plan geen inspraakprocedure is gevolgd. Verder voeren zij aan dat de verschuiving en vergroting van het bouwvlak een onevenredige aantasting van de monumentale en cultuurhistorische waarden van het beschermd dorpsgezicht "Heilige Driehoek" tot gevolg heeft. Het plan is volgens hen in strijd met de door de raad vastgestelde "Ontwikkelings- en Beheersvisie Heilige Driehoek Oosterhout", omdat het perceel Leijsenstraat 35 daarin niet als verdichtingsmogelijkheid is aangeduid. Het kenmerkende open karakter van het beschermd dorpsgezicht wordt aangetast, doordat de doorzichten naar het achterliggende landschap worden verkleind. Daarnaast betogen [appellant sub 2] en anderen dat hierover ten onrechte geen formeel advies is ingewonnen bij de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed.
[appellant sub 2] en anderen en [appellant sub 1] voeren aan dat de privacy van [appellant sub 1], de bewoner van de woning [locatie], onevenredig wordt aangetast doordat het bouwvlak meer centraal op het perceel en daarmee dichter bij diens woning wordt gesitueerd en het plan de mogelijkheid biedt om bijgebouwen te bouwen in de open ruimte tussen het bouwvlak en het perceel [locatie].
2.2.1. De Afdeling ziet geen aanleiding om anders te oordelen dan de voorzitter heeft gedaan in zijn uitspraak van 13 april 2011, nr.
201011796/2/R3, waarbij het verzoek om voorlopige voorziening van [appellant sub 2] en anderen tegen het bestreden besluit is afgewezen en waarbij is ingegaan op de beroepsgronden.
2.3. In hetgeen [appellant sub 1] en [appellant sub 2] en anderen hebben aangevoerd ziet de Afdeling geen aanleiding voor het oordeel dat de raad zich niet in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat het plan strekt ten behoeve van een goede ruimtelijke ordening.
In het aangevoerde wordt evenmin aanleiding gevonden voor het oordeel dat het bestreden besluit anderszins is voorbereid of genomen in strijd met het recht. De beroepen zijn ongegrond.
2.4. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3. Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
verklaart de beroepen ongegrond.
Aldus vastgesteld door mr. D.A.C. Slump, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. R.E.A. Matulewicz, ambtenaar van staat.
w.g. Slump w.g. Matulewicz
lid van de enkelvoudige kamer ambtenaar van staat
Uitgesproken in het openbaar op 14 december 2011
45-656.