ECLI:NL:RVS:2011:BU5414

Raad van State

Datum uitspraak
18 november 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
201108940/2/R3
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
  • R.J. Hoekstra
  • W. van Steenbergen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorlopige voorziening inzake bestemmingsplan 'Uitbreiding Sint Lucas' te Boxtel

Op 31 mei 2011 heeft de raad van de gemeente Boxtel het bestemmingsplan 'Uitbreiding Sint Lucas' vastgesteld. Tegen dit besluit hebben verzoekers, [verzoeker sub 1] en [verzoeker sub 2], op 18 augustus 2011 beroep ingesteld bij de Raad van State. Tevens hebben zij verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft de verzoeken op 8 november 2011 ter zitting behandeld, waar beide verzoekers in persoon aanwezig waren.

De voorzitter oordeelt dat de raad bij de vaststelling van het bestemmingsplan een zorgvuldige afweging van belangen dient te maken. Verzoekers betogen dat er geen noodzaak is voor de uitbreiding op de huidige locatie en dat alternatieven niet zijn overwogen. De voorzitter constateert dat de raad onvoldoende gemotiveerd heeft waarom de uitbreiding op de gekozen locatie noodzakelijk is, vooral gezien de alternatieve locatie die door verzoekers is aangedragen.

Gelet op deze overwegingen heeft de voorzitter besloten om het verzoek van verzoekers in te willigen. Dit betekent dat het besluit van de raad van de gemeente Boxtel van 31 mei 2011, voor zover het de bestemming 'Maatschappelijk' betreft, wordt geschorst. Daarnaast is de raad veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van verzoekers en het griffierecht. De uitspraak is openbaar gedaan op 18 november 2011.

Uitspraak

201108940/2/R3.
Datum uitspraak: 18 november 2011
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op de verzoeken om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen onder meer:
1. [verzoeker sub 1], wonend te Boxtel,
2. [verzoeker sub 2], wonend te Boxtel,
en
de raad van de gemeente Boxtel,
verweerder.
1. Procesverloop
Bij besluit van 31 mei 2011, kenmerk 1110179, heeft de raad het bestemmingsplan "Uitbreiding Sint Lucas" vastgesteld.
Tegen dit besluit hebben [verzoeker sub 1] bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 18 augustus 2011, en [verzoeker sub 2] bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 18 augustus 2011, beroep ingesteld.
Bij brief, bij de Raad van State ingekomen op dezelfde datum, hebben [verzoeker sub 1] en [verzoeker sub 2] de voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
[verzoeker sub 1] en [verzoeker sub 2] hebben nadere stukken ingediend.
De voorzitter heeft de verzoeken ter zitting behandeld op 8 november 2011, waar [verzoeker sub 1], in persoon, en [verzoeker sub 2], in persoon, zijn verschenen.
2. Overwegingen
2.1. Het oordeel van de voorzitter heeft een voorlopig karakter en is niet bindend in de bodemprocedure.
2.2. Het plangebied is deels bestemd als "Maatschappelijk", ten behoeve van de voorziene uitbreiding van het Sint Lucas College op het perceel Burgakker 88, tegenover de woningen van [verzoeker sub 1] en [verzoeker sub 2]. Tevens maakt het bestemmingsplan het mogelijk om de voormalige woning aan de Burgakker 90 in gebruik te nemen als ontvangstruimte bij de school.
2.3. [verzoeker sub 1] en [verzoeker sub 2] betogen onder meer dat geen noodzaak bestaat voor het realiseren van de uitbreiding in het plangebied en dat ten onrechte alternatieven niet in beschouwing zijn genomen. In dit verband voeren zij aan dat de uitbreiding te realiseren is op de locatie Burgakker 17, waar de hoofdgebouwen van het Sint Lucas College reeds zijn gevestigd.
2.3.1. De voorzitter overweegt dat de raad bij de keuze van de bestemming een afweging dient te maken van alle belangen die betrokken zijn bij de vaststelling van het plan. Daarbij heeft de raad beoordelingsvrijheid. De voor- en nadelen van alternatieven dienen in die afweging te worden meegenomen.
Ter zitting hebben [verzoeker sub 1] en [verzoeker sub 2] aan de hand van beeldmateriaal toegelicht dat uitbreiding van het college op het terrein met hoofdgebouwen naar hun mening meer in de rede ligt dan waar deze uitbreiding thans is voorzien, onder meer omdat deze volgens hun voorstel beter zou aansluiten bij de bestaande bebouwingsdichtheid ter plaatse. Nu een nadere onderbouwing van de raad op dit punt ontbreekt, acht de voorzitter de keuze van de raad om de uitbreiding te realiseren op de in het plan voorziene locatie voorshands onvoldoende gemotiveerd.
2.3.2. Gelet op het vorenstaande ziet de voorzitter aanleiding om het verzoek in te willigen. In verband hiermee behoeft hetgeen [verzoeker sub 1] en [verzoeker sub 2] voor het overige hebben aangevoerd thans geen bespreking.
2.4. De raad dient op na te melden wijze tot vergoeding van de proceskosten te worden veroordeeld.
3. Beslissing
De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
I. schorst bij wijze van voorlopige voorziening het besluit van de raad van de gemeente Boxtel van 31 mei 2011, kenmerk 1110179, voor zover daarbij het plandeel met de bestemming "Maatschappelijk" is vastgesteld;
II. veroordeelt de raad van de gemeente Boxtel tot vergoeding van bij [verzoeker sub 1] in verband met de behandeling van het verzoek opgekomen proceskosten tot een bedrag van € 63,95 (zegge: drieënzestig euro en vijfennegentig cent);
veroordeelt de raad van de gemeente Boxtel tot vergoeding van bij [verzoeker sub 2] in verband met de behandeling van het verzoek opgekomen proceskosten tot een bedrag van € 51,87 (zegge: eenenvijftig euro en zevenentachtig cent);
III. gelast dat de raad van de gemeente Boxtel aan verzoekers het door hen voor de behandeling van de verzoeken betaalde griffierecht ten bedrage van € 152,00 (zegge: honderdtweeënvijftig euro) voor [verzoeker sub 1] en € 152,00 (zegge: honderdtweeënvijftig euro) voor [verzoeker sub 2] vergoedt.
Aldus vastgesteld door mr. R.J. Hoekstra, als voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. W. van Steenbergen, ambtenaar van staat.
w.g. Hoekstra w.g. Van Steenbergen
voorzitter ambtenaar van staat
Uitgesproken in het openbaar op 18 november 2011
528.