ECLI:NL:RVS:2011:BU5368
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- Th.C. van Sloten
- S. Langeveld
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening inzake bestemmingsplan Buitengebied Doorn
Op 14 november 2011 heeft de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan op een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van het bestemmingsplan "Buitengebied Doorn". Dit bestemmingsplan werd op 30 mei 2011 vastgesteld door de raad van de gemeente Utrechtse Heuvelrug. De verzoekster, wonend te Doorn, heeft op 19 augustus 2011 beroep ingesteld tegen dit besluit en verzocht om een voorlopige voorziening. Tijdens de zitting op 28 oktober 2011 zijn zowel de verzoekster, vertegenwoordigd door ir. A.K.M. van Hoof en ir. W.G. Bouwhuizen, als de raad, vertegenwoordigd door mr. R.J. Lievaart, verschenen. Ook de maatschap, vertegenwoordigd door gemachtigden, was ter zitting aanwezig.
De verzoekster vreesde voor onomkeerbare gevolgen van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan, met name voor haar woning en de uitbreidingsmogelijkheden daarvan. Ze betoogde dat de uitbreiding van het bouwvlak op het perceel aan de [locatie A] zou leiden tot legalisatie van de aanwezige kuilvoeropslag, wat haar uitbreidingsmogelijkheden zou beperken. De voorzitter oordeelde echter dat er geen spoedeisend belang was voor het treffen van een voorlopige voorziening, aangezien de verzoekster geen concrete bouwplannen had en de gewenste uitbreiding niet mogelijk was zonder vergroting van het bouwvlak.
Daarnaast werd vastgesteld dat de afstand van de stal tot de woning van de verzoekster zodanig was dat er geen beperking van haar bouwmogelijkheden zou zijn. De voorzitter concludeerde dat er geen aanleiding was om een voorlopige voorziening te treffen, ook niet met betrekking tot de aanlegvergunning voor nieuwe kuilvoeropslagen. De toezegging van de raad om de beslissing op bezwaar aan te houden tot de uitspraak in de bodemprocedure werd als voldoende beschouwd. Uiteindelijk werd het verzoek van de verzoekster om een voorlopige voorziening afgewezen, zonder proceskostenveroordeling.