ECLI:NL:RVS:2011:BU4565
Raad van State
- Hoger beroep
- M. Vlasblom
- C.H.M. van Altena
- E. Steendijk
- Rechtspraak.nl
Verzoek om proceskostenveroordeling na intrekking van beroep tegen besluit burgemeester van Echt-Susteren
Op 7 april 2011 heeft [verzoeker] beroep ingesteld bij de Raad van State tegen een besluit van de burgemeester van Echt-Susteren, genomen op 23 maart 2011, ter uitvoering van een eerdere uitspraak van de rechtbank Roermond van 21 december 2010. Tijdens de zitting op 29 augustus 2011 heeft [verzoeker] zijn beroep ingetrokken, omdat de burgemeester op 22 april 2011 had besloten om de kosten die [verzoeker] had gemaakt in verband met een eerder bezwaar te vergoeden. Dit betekende dat de burgemeester geheel tegemoet was gekomen aan het beroep van [verzoeker].
In het kader van de intrekking van het beroep heeft [verzoeker] verzocht om een proceskostenveroordeling op basis van artikel 8:75a van de Algemene wet bestuursrecht. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft geoordeeld dat het verzoek om proceskostenveroordeling toewijsbaar is. De Afdeling heeft een punt toegekend voor het indienen van het beroepschrift, aangezien in een andere zaak al een punt was toegekend voor de vertegenwoordiging van [verzoeker] ter zitting.
De Raad van State heeft de burgemeester van Echt-Susteren veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van [verzoeker] tot een bedrag van 437,00 euro, dat geheel is toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand. Deze uitspraak is gedaan in naam der Koningin en is openbaar uitgesproken op 16 november 2011.