ECLI:NL:RVS:2011:BU4565

Raad van State

Datum uitspraak
16 november 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
201101149/2/H3
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om proceskostenveroordeling na intrekking van beroep tegen besluit burgemeester van Echt-Susteren

Op 7 april 2011 heeft [verzoeker] beroep ingesteld bij de Raad van State tegen een besluit van de burgemeester van Echt-Susteren, genomen op 23 maart 2011, ter uitvoering van een eerdere uitspraak van de rechtbank Roermond van 21 december 2010. Tijdens de zitting op 29 augustus 2011 heeft [verzoeker] zijn beroep ingetrokken, omdat de burgemeester op 22 april 2011 had besloten om de kosten die [verzoeker] had gemaakt in verband met een eerder bezwaar te vergoeden. Dit betekende dat de burgemeester geheel tegemoet was gekomen aan het beroep van [verzoeker].

In het kader van de intrekking van het beroep heeft [verzoeker] verzocht om een proceskostenveroordeling op basis van artikel 8:75a van de Algemene wet bestuursrecht. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft geoordeeld dat het verzoek om proceskostenveroordeling toewijsbaar is. De Afdeling heeft een punt toegekend voor het indienen van het beroepschrift, aangezien in een andere zaak al een punt was toegekend voor de vertegenwoordiging van [verzoeker] ter zitting.

De Raad van State heeft de burgemeester van Echt-Susteren veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van [verzoeker] tot een bedrag van 437,00 euro, dat geheel is toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand. Deze uitspraak is gedaan in naam der Koningin en is openbaar uitgesproken op 16 november 2011.

Uitspraak

201101149/2/H3.
Datum uitspraak: 16 november 2011
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak op het verzoek van:
[verzoeker], wonend te Amsterdam,
verzoeker,
om proceskostenveroordeling in geval van intrekking van het beroep (artikel 8:75a van de Algemene wet bestuursrecht).
1. Procesverloop
Bij brief van 7 april 2011, bij de Raad van State ingekomen op 8 april 2011, heeft [verzoeker] beroep ingesteld tegen een ter uitvoering van een uitspraak van de rechtbank Roermond van 21 december 2010 door de burgemeester van Echt-Susteren genomen besluit van 23 maart 2011.
Ter zitting op 29 augustus 2011, waar tevens zaak nr201101149/1/H3 is behandeld, heeft [verzoeker] het beroep ingetrokken en heeft hij de Afdeling verzocht de burgemeester van Echt-Susteren te veroordelen in de bij hem opgekomen proceskosten.
Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 29 augustus 2011, waar [verzoeker], vertegenwoordigd door mr. H. van Drunen, werkzaam bij Juridisch Adviesbureau Maury, en de burgemeester, vertegenwoordigd door mr. J.P. Heinrich, advocaat te Den Haag, en mr. R.M.M. Engelen en G. van Gisteren, beiden werkzaam bij de gemeente, zijn verschenen.
2.1. Overwegingen
2.2. Ingevolge artikel 8:75a, eerste lid, van de Awb kan, in geval van intrekking van het beroep omdat het bestuursorgaan geheel of gedeeltelijk aan de indiener van het beroepschrift is tegemoetgekomen, dat bestuursorgaan bij afzonderlijke uitspraak in de proceskosten als bedoeld in artikel 8:75 van die wet worden veroordeeld.
2.3. [verzoeker] heeft zijn beroep ingesteld tegen het besluit van de burgemeester van 23 maart 2011 ter zitting van de Afdeling ingetrokken omdat de burgemeester bij besluit van 22 april 2011 alsnog is overgegaan tot vergoeding van de kosten die hij heeft moeten maken in verband met de behandeling van het door hem gemaakte bezwaar tegen een besluit van de burgemeester van 4 februari 2010. De burgemeester is hiermee geheel aan het beroep van [verzoeker] tegemoetgekomen.
2.4. Het verzoek dient op na te melden wijze te worden toegewezen. De Afdeling zal een punt toekennen voor het indienen van het beroepschrift van 7 april 2011, nu in zaak nr. 201101149/1/H3 reeds een punt is toegekend voor het door de gemachtigde van [verzoeker] verschijnen ter zitting.
3. Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
veroordeelt de burgemeester van Echt-Susteren tot vergoeding van bij [verzoeker] in verband met de behandeling van het beroep opgekomen proceskosten tot een bedrag van 437,00 (zegge: vierhonderdzevenendertig euro), geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand.
Aldus vastgesteld door mr. M. Vlasblom, voorzitter, en mr. C.H.M. van Altena en mr. E. Steendijk, leden, in tegenwoordigheid van mr. W. van Hardeveld, ambtenaar van staat.
w.g. Vlasblom w.g. Van Hardeveld
voorzitter ambtenaar van staat
Uitgesproken in het openbaar op 16 november 2011
312-591.