ECLI:NL:RVS:2011:BU3121

Raad van State

Datum uitspraak
2 november 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
201106187/1/R1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bestemmingsplan Schadijkerweg-Oost vastgesteld door de raad van de gemeente Horst aan de Maas

Op 12 april 2011 heeft de raad van de gemeente Horst aan de Maas het bestemmingsplan "Schadijkerweg-Oost" vastgesteld. Bloesem Remedies Nederland v.o.f. heeft hiertegen beroep ingesteld bij de Raad van State, waarbij de zaak op 21 oktober 2011 ter zitting is behandeld. De appellante stelde dat de terinzagelegging van het bestemmingsplan ten onrechte op een erkende feestdag en een zondag begon en eindigde, wat volgens haar een onregelmatigheid zou vormen. De Raad van State oordeelde echter dat deze beroepsgrond de rechtmatigheid van het besluit niet kon aantasten, omdat het een mogelijke onregelmatigheid betreft die na de datum van het bestreden besluit is ontstaan.

Daarnaast voerde Bloesem Remedies aan dat het bestemmingsplan in strijd was met het Provinciaal Omgevingsplan Limburg en het Limburgs Kwaliteitsmenu. De Raad van State overwoog dat de raad bij de vaststelling van een bestemmingsplan niet aan dit beleid gebonden is, maar dat het wel in de belangenafweging moet worden betrokken. De plantoelichting had expliciet aandacht voor dit beleid en de Kwaliteitscommissie Limburg had positief geadviseerd over het bestemmingsplan. Dit leidde de Raad van State tot de conclusie dat de raad het beleid op voldoende wijze in de belangenafweging had betrokken.

De Raad van State concludeerde dat er geen aanleiding was om te oordelen dat de raad zich niet in redelijkheid op het standpunt had kunnen stellen dat het plan strekt ten behoeve van een goede ruimtelijke ordening. Het beroep van Bloesem Remedies Nederland werd ongegrond verklaard, en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 2 november 2011.

Uitspraak

201106187/1/R1.
Datum uitspraak: 2 november 2011
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak in het geding tussen:
de vennootschap onder firma Bloesem Remedies Nederland v.o.f., gevestigd te Meterik, gemeente Horst aan de Maas, waarvan de vennoten zijn [vennoot 1] en [vennoot 2],
appellante,
en
de raad van de gemeente Horst aan de Maas,
verweerder.
1. Procesverloop
Bij besluit van 12 april 2011 heeft de raad het bestemmingsplan "Schadijkerweg-Oost" vastgesteld.
Tegen dit besluit heeft Bloesem Remedies Nederland bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 3 juni 2011, beroep ingesteld.
De raad heeft een verweerschrift ingediend.
De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 21 oktober 2011, waar de raad, vertegenwoordigd door mr. P.P.L. Lucas, ambtenaar in dienst van de gemeente, is verschenen.
2. Overwegingen
2.1. In de plantoelichting is vermeld dat het bestemmingsplan voorziet in ongeveer 49 tot 54 woningen die zullen worden gebouwd aansluitend aan de bestaande woonbebouwing aan de Schadijkerweg.
2.2. Bloesem Remedies Nederland heeft aangevoerd dat de terinzagelegging van het vastgestelde bestemmingsplan ten onrechte aanving en eindigde op een erkende feestdag respectievelijk een zondag. Deze beroepsgrond heeft betrekking op een mogelijke onregelmatigheid van na de datum van het bestreden besluit en kan reeds om die reden de rechtmatigheid van het besluit niet aantasten. Deze mogelijke onregelmatigheid kan geen grond vormen voor de vernietiging van het bestreden besluit.
2.3. Bloesem Remedies stelt dat het bestemmingsplan is vastgesteld in strijd met het Provinciaal Omgevingsplan Limburg en het Limburgs Kwaliteitsmenu. In dit verband voert zij aan dat uit het bestreden besluit niet volgt hoe de vereiste bijdrage wordt geleverd aan een landschappelijke kwaliteitsverbetering, natuurontwikkeling en ontstening en evenmin hoe de vereiste inpassing van het bestemmingsplan in het landschap en de landbouwstructuur plaatsvindt. Hieromtrent overweegt de Afdeling dat de raad bij de vaststelling van een bestemmingsplan niet aan voornoemd beleid is gebonden. Wel dient de raad daarmee rekening te houden, hetgeen betekent dat dit beleid in de belangenafweging dient te worden betrokken. In de plantoelichting is expliciet aandacht aan voornoemd beleid besteed en is ingegaan op de verhouding van dit beleid tot het gemeentelijke beleid ter zake. Voorts heeft de Kwaliteitscommissie Limburg positief geadviseerd omtrent het bestemmingsplan en is bovendien met de provincie een overeenkomst "Overeenkomst kwaliteitsverbetering landelijk gebied Limburg inzake de woningbouwlocatie Schadijkerweg-Oost te Meterik" gesloten. Gelet hierop is aannemelijk dat de raad dit beleid op voldoende wijze in de belangenafweging heeft betrokken.
2.4. In hetgeen Bloesem Remedies Nederland heeft aangevoerd ziet de Afdeling geen aanleiding voor het oordeel dat de raad zich niet in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat het plan strekt ten behoeve van een goede ruimtelijke ordening. In het aangevoerde wordt evenmin aanleiding gevonden voor het oordeel dat het bestreden besluit anderszins is voorbereid of genomen in strijd met het recht. Het beroep is ongegrond.
2.5. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3. Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
verklaart het beroep ongegrond.
Aldus vastgesteld door mr. J.A.W. Scholten-Hinloopen, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. W.P. van Kooten-Vroegindeweij, ambtenaar van staat.
w.g. Scholten-Hinloopen w.g. Van Kooten-Vroegindeweij
lid van de enkelvoudige kamer ambtenaar van staat
Uitgesproken in het openbaar op 2 november 2011
559.