ECLI:NL:RVS:2011:BT7398
Raad van State
- Hoger beroep kort geding
- P.B.M.J. van der Beek-Gillessen
- R.H.L. Dallinga
- Rechtspraak.nl
Huurtoeslag 2008 en onjuist feitencomplex door Belastingdienst
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van [appellante] tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 19 oktober 2010, waarin het beroep tegen het besluit van de Belastingdienst over de huurtoeslag voor het jaar 2008 ongegrond werd verklaard. De Belastingdienst had op 14 oktober 2009 de huurtoeslag van [appellante] vastgesteld op € 1.810,00. Na bezwaar van [appellante] werd dit besluit op 1 april 2010 door de Belastingdienst gehandhaafd. De rechtbank bevestigde deze beslissing, waarop [appellante] in hoger beroep ging bij de Raad van State.
Tijdens de procedure betoogde [appellante] dat de Belastingdienst was uitgegaan van een onjuist feitencomplex, wat zou hebben geleid tot een te laag vastgesteld bedrag aan huurtoeslag. Dit argument werd echter niet onderbouwd met bewijs, waardoor de Raad van State oordeelde dat de rechtbank terecht had geconcludeerd dat het besluit van de Belastingdienst in stand kon blijven. De Raad van State bevestigde de uitspraak van de rechtbank en verklaarde het hoger beroep ongegrond. Er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd, aangezien er geen aanleiding voor was.
De uitspraak werd gedaan door de enkelvoudige kamer van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, waarbij de beslissing in naam der Koningin werd genomen. De uitspraak vond plaats op 12 oktober 2011, en de zaak is geregistreerd onder nummer 201011507/1/H2.