ECLI:NL:RVS:2011:BT7376
Raad van State
- Kort geding
- M.A.A. Mondt-Schouten
- K.M. Gerkema
- Rechtspraak.nl
Bestemmingsplan 'De Swetten' en de mogelijkheid voor zelfstandige kantoren op bedrijventerrein
Op 12 oktober 2011 deed de Raad van State uitspraak in een zaak betreffende het bestemmingsplan 'De Swetten', vastgesteld door de raad van de gemeente Smallingerland op 29 juni 2010. De appellant, wonend te Drachten, had beroep ingesteld tegen dit besluit, omdat hij zich niet kon verenigen met de gewijzigde vaststelling van artikel 5, lid 5.6 van de planregels. Deze wijziging hield in dat de mogelijkheid om binnen de bestemming 'Bedrijventerrein-2' zelfstandige kantoren te realiseren, was komen te vervallen. De appellant betoogde dat deze wijziging niet ruimtelijk relevant was en dat het college van gedeputeerde staten van Fryslân ten onrechte had ingegrepen in de bestemmingsplanprocedure.
De Raad van State overwoog dat de raad van de gemeente Smallingerland zich had moeten houden aan het kantorenprogramma, dat was opgesteld om leegstand van kantoren te voorkomen. De raad had zich in redelijkheid op het standpunt kunnen stellen dat de wijzigingsbevoegdheid niet in overeenstemming was met het kantorenprogramma, aangezien de beschikbare ruimte voor kantoren in de gemeente al was ingevuld. De appellant stelde dat er al zelfstandige kantoren op het bedrijventerrein aanwezig waren, maar de Raad van State oordeelde dat dit geen bijzondere omstandigheid was die de raad had moeten doen afwijken van het kantorenprogramma.
De Raad van State concludeerde dat de raad zich terecht had gebaseerd op ruimtelijk relevante aspecten en dat het plan in overeenstemming was met een goede ruimtelijke ordening. Het beroep van de appellant werd ongegrond verklaard, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak werd gedaan in de naam der Koningin, en de beslissing werd openbaar uitgesproken op 12 oktober 2011.