2.1. In grief 1 klaagt de minister dat de rechtbank ten onrechte heeft overwogen dat artikel 51, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000 (hierna: Vw 2000) en het hierop betrekking hebbende beleid in paragraaf A3/4 van de Vreemdelingencirculaire 2000 (hierna: Vc 2000) niet aan de door het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: het Hof) in zijn arrest van 22 juni 2010, gevoegde zaken C-188/10 & C-189/10, Melki en Abdeli, (hierna: het arrest; www.curia.europa.eu) verlangde waarborgen voldoen, nu uit punt 74 van het arrest volgt dat het noodzakelijke kader om te waarborgen dat de uitoefening van de bevoegdheid niet hetzelfde effect als een grenscontrole kan hebben, in een wettelijk voorschrift moet zijn vastgelegd en uit artikel 1:3, vierde lid, van de Algemene wet bestuursrecht volgt dat een beleidsregel geen wettelijk voorschrift is, terwijl de in paragraaf A3/4 neergelegde regeling ook geen criteria bevat die waarborgen dat het onderzoek vorenbedoeld effect niet kan hebben.
De minister betoogt daartoe, samengevat weergegeven, dat de rechtbank niet heeft onderkend dat de bevoegdheid van artikel 51, eerste lid, van de Vw 2000, waarvan in dit geval gebruik is gemaakt, duidelijk moet worden onderscheiden van die van artikel 50, eerste lid, tweede deel, van de Vw 2000. Laatstgenoemde bevoegdheid ziet op het verrichten van controles na grenspassage, terwijl het bij artikel 51 om het verrichten van onderzoek op een specifiek vervoermiddel gaat, waar ook in Nederland. De minister heeft er voorts op gewezen dat in artikel 51, eerste lid, dezelfde terminologie is gebruikt als in het niet door de jurisprudentie aangetaste deel van artikel 50, eerste lid. Dat deel van artikel 50 ziet op de bevoegdheid om personen staande te houden en te controleren op grond van feiten en omstandigheden die, naar objectieve maatstaven gemeten, een redelijk vermoeden van illegaal verblijf opleveren. Voorts blijkt uit de Memorie van Toelichting bij de Vw 2000 dat artikel 51 een aanvulling vormt op artikel 50, eerste lid. Bij onderzoek op vervoermiddelen als bedoeld in artikel 51, eerste lid, speelt grensoverschrijding geen rol, nu deze bepaling daarover niet rept. De bevoegdheid van artikel 51, eerste lid, kan hierom geen verband houden met de bevoegdheid van artikel 50, eerste lid, om controles na grenspassage te houden. Daarbij heeft de minister voorts verwezen naar de uitspraak van de Afdeling van 20 augustus 2008 in zaak nr. 200805130/1 (www.raadvanstate.nl). Voorts kent artikel 51, anders dan artikel 50, eerste lid, tweede deel, een wettelijk criterium dat bewerkstelligt dat geen stelselmatige controles plaatsvinden. Ter zitting heeft de minister gesteld dat het verschil hierin is gelegen, omdat het bij artikel 51 gaat om informatiegestuurde controles aan de hand van tevoren opgestelde indicatoren, die het vereiste redelijk vermoeden opleveren.
De minister heeft voorts opgemerkt dat uit het overgelegde proces verbaal van de Koninklijke Marechaussee (hierna: de Kmar) van 8 maart 2011 blijkt dat in de periode vanaf 1 januari 2008 tot 31 december 2010 in veel internationale treinen en bussen regelmatig vreemdelingen zijn aangetroffen, waarbij het systeem is gecontroleerd met behulp van "zoeksleutels", die incidenten selecteerden op het gebied van mensenhandel, mensensmokkel, valse naam, geen gelijkende foto en vervalsingen (zijnde de incidenten migratiecriminaliteit). Uit het proces-verbaal blijkt tevens dat de bedoelde zoeksleutels leidden tot de conclusie dat daarbij 1735 personen waren betrokken, die allen vreemdelingen zijn als bedoeld in artikel 1, aanhef en onder m, van de Vw 2000. Van dit aantal reisden 51% met de trein of bus, waarvan 64% vreemdelingen (in totaal 576) in een bus of touringcar werden vervoerd. Het proces-verbaal, in samenhang en cumulatief gelezen met wat overigens in het dossier is gevoegd, leveren naar het oordeel van de minister een, naar objectieve maatstaven gemeten, redelijk vermoeden van illegaal verblijf op ten aanzien van alle busreizigers van het gecontroleerde vervoermiddel, c.q. bus of touringcar, onder wie de vreemdeling.