Op 1 maart 2011 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amersfoort hogere waarden vastgesteld voor de geluidbelasting vanwege wegverkeer op de Kersenbaan, die in aanleg is. Dit besluit is genomen voor een aantal woningen en andere geluidgevoelige gebouwen. Tegen dit besluit hebben verschillende partijen, waaronder [verzoeker sub 1] en de stichting Beweging 3.0, beroep ingesteld bij de Raad van State. De verzoekers hebben ook een verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening ingediend, omdat zij zich zorgen maken over de geluidhinder die de aanleg van de Kersenbaan met zich mee kan brengen.
De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft de verzoeken om een voorlopige voorziening behandeld op 25 augustus 2011. Tijdens deze zitting zijn de verzoekers, hun gemachtigde en vertegenwoordigers van het college van Amersfoort verschenen. De voorzitter heeft overwogen dat het oordeel voorlopig is en niet bindend in de bodemprocedure. De verzoekers hebben verschillende gronden aangevoerd tegen de vastgestelde hogere waarden, waaronder de toepassing van geluidreducerende schermen.
De voorzitter heeft geconcludeerd dat er geen sprake is van onverwijlde spoed, omdat de aanleg van de Kersenbaan in afwachting van de bodemprocedure is geschorst. Hierdoor kan de geluidbelasting zich in die periode niet manifesteren. Daarom heeft de voorzitter de verzoeken om een voorlopige voorziening afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De beslissing is op 7 september 2011 openbaar uitgesproken.