ECLI:NL:RVS:2011:BR6319

Raad van State

Datum uitspraak
31 augustus 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
201101158/1/H1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • R.W.L. Loeb
  • P. Lodder
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bouwvergunning en handhaving van bestuursrechtelijke besluiten in Sint-Michielsgestel

In deze zaak gaat het om een hoger beroep van [appellant] tegen een uitspraak van de voorzieningenrechter van de rechtbank 's-Hertogenbosch. Het college van burgemeester en wethouders van Sint-Michielsgestel had op 29 juni 2010 besloten dat [appellant] op straffe van een dwangsom binnen twaalf weken bouwwerken op zijn perceel diende te verwijderen, omdat deze zonder bouwvergunning waren opgericht. Het college verklaarde het bezwaar van [appellant] tegen dit besluit op 9 november 2010 niet-ontvankelijk. De voorzieningenrechter bevestigde deze beslissing op 14 december 2010, waarop [appellant] hoger beroep instelde bij de Raad van State.

Tijdens de zitting op 9 augustus 2011 werd de zaak behandeld, waarbij [appellant] werd vertegenwoordigd door zijn advocaat, mr. I.J.J.M. Roorda, en het college door E.G. Grigorjan. [appellant] voerde aan dat het verzuim om tijdig gronden van bezwaar aan te voeren verschoonbaar was vanwege persoonlijke omstandigheden van zijn gemachtigde. De Raad van State oordeelde echter dat de gemachtigde, ondanks zijn ziekte, in staat had moeten zijn om tijdig gronden in te dienen of om een verlenging van de termijn te vragen. De Raad van State bevestigde de uitspraak van de voorzieningenrechter en verklaarde het hoger beroep ongegrond.

De beslissing van de Raad van State benadrukt het belang van tijdige indiening van bezwaargronden en de verantwoordelijkheid van de appellant om ervoor te zorgen dat zijn belangen adequaat worden behartigd, ook in het geval van persoonlijke omstandigheden van zijn gemachtigde. De Raad van State wees ook op het ontbreken van aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

Uitspraak

201101158/1/H1.
Datum uitspraak: 31 augustus 2011
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak op het hoger beroep van:
[appellant], wonend te Sint-Michielsgestel,
tegen de uitspraak van de voorzieningenrechter van de rechtbank 's-Hertogenbosch (hierna: de voorzieningenrechter) van 14 december 2010 in zaak nrs. 10/3222 en 10/3741 in het geding tussen:
[appellant]
en
het college van burgemeester en wethouders van Sint-Michielsgestel. (hierna: het college)
1. Procesverloop
Bij besluit van 29 juni 2010 heeft het college [appellant] op straffe van een dwangsom gelast om binnen twaalf weken de zonder bouwvergunning op het perceel [locatie] te Sint-Michielsgestel (hierna: het perceel) opgerichte bouwwerken te verwijderen.
Bij besluit van 9 november 2010 heeft het het door [appellant] daartegen gemaakte bezwaar niet-ontvankelijk verklaard.
Bij uitspraak van 14 december 2010, verzonden op dezelfde dag, heeft de voorzieningenrechter het door [appellant] daartegen ingestelde beroep ongegrond verklaard. Deze uitspraak is aangehecht.
Tegen deze uitspraak heeft [appellant] bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 24 januari 2011, hoger beroep ingesteld. De gronden zijn aangevuld bij brief van 31 maart 2011.
Het college heeft een verweerschrift ingediend.
De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 9 augustus 2011, waar [appellant], vertegenwoordigd door mr. I.J.J.M. Roorda, advocaat te Vught, en het college, vertegenwoordigd door E.G. Grigorjan, werkzaam bij de gemeente, zijn verschenen.
2. Overwegingen
2.1. [appellant] heeft het bezwaar gemaakt bij brief van 19 augustus 2010. Hij heeft in deze brief geen gronden aangevoerd, doch daarvoor een termijn van zes weken gevraagd. Bij brief van 26 augustus 2010 heeft het college hem daartoe tot 14 september 2010 in de gelegenheid gesteld en vermeld dat, indien binnen deze termijn geen gronden zouden zijn ontvangen, dit tot niet-ontvankelijkverklaring van het bezwaar kan leiden. Niet in geschil is dat binnen de aldus gestelde termijn geen gronden van bezwaar zijn aangevoerd.
2.2. [appellant] betoogt dat de voorzieningenrechter heeft miskend dat het verzuim tijdig gronden van bezwaar aan te voeren verschoonbaar is door de druk en de spanning van ziekte en bijzondere omstandigheden in de persoonlijke sfeer van zijn gemachtigde.
2.2.1. Dat betoog faalt. Dat de gemachtigde van [appellant], als gesteld, gevolgen ondervindt van een ziekte, maakt niet dat [appellant] niet voor afloop van de daarvoor gestelde termijn gronden van bezwaar heeft kunnen indienen, dan wel om verlenging van de termijn heeft kunnen vragen. Gevolgen van de omstandigheid dat de gemachtigde de zaak niet heeft overgedragen, als hij tot behartiging ervan niet in staat was, heeft het college voor rekening van [appellant] mogen laten, als het heeft gedaan.
2.3. Het hoger beroep is ongegrond. De aangevallen uitspraak dient te worden bevestigd.
2.4. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3. Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
bevestigt de aangevallen uitspraak.
Aldus vastgesteld door mr. R.W.L. Loeb, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. P. Lodder, ambtenaar van staat.
w.g. Loeb w.g. Lodder
lid van de enkelvoudige kamer ambtenaar van staat
Uitgesproken in het openbaar op 31 augustus 2011
17-700.