ECLI:NL:RVS:2011:BR5170
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Verzoek om voorlopige voorziening tegen bestemmingsplan Zandwinning in Zwartewaterland
Op 3 maart 2011 heeft de raad van de gemeente Zwartewaterland het bestemmingsplan "Buitengebied, herziening Zandwinning" vastgesteld. Tegen dit besluit heeft de verzoekster, gevestigd te Hasselt, op 9 mei 2011 beroep ingesteld bij de Raad van State en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzitter heeft het verzoek op 2 augustus 2011 ter zitting behandeld, waarbij de verzoekster werd vertegenwoordigd door mr. A. Oldengarm en de raad door A.M. Gemmeke. Ook was er een belanghebbende aanwezig, vertegenwoordigd door mr. M.B.W. Litjens.
De voorzitter oordeelde dat het verzoek om een voorlopige voorziening een voorlopig karakter heeft en niet bindend is voor de bodemprocedure. Het bestemmingsplan voorziet in de ontwikkeling van een multifunctionele ontgronding in de Polder Mastenbroek, met een diepe plas en een werkeiland voor zandverwerking. De verzoekster, eigenaar van een perceel aan de noordzijde van het plangebied, vreesde voor onomkeerbare schade aan haar perceel door de ontgronding.
De raad heeft ter zitting toegelicht dat de eerste fase van de uitvoering van het plan, die de aanleg van natuur en een ontsluitingsweg betreft, minimaal een jaar zal duren en geen onomkeerbare gevolgen zal hebben. De voorzitter concludeerde dat er geen spoedeisend belang was bij het verzoek van de verzoekster en wees het verzoek om voorlopige voorziening af. Er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar gedaan op 11 augustus 2011.