ECLI:NL:RVS:2011:BR4607

Raad van State

Datum uitspraak
10 augustus 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
201000723/1/M1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen besluit hogere waarden geluidbelasting voor wegen in Valkenswaard

In deze zaak gaat het om een beroep tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Valkenswaard, waarbij hogere waarden voor de ten hoogste toelaatbare geluidbelasting zijn vastgesteld voor woningen aan de Monseigneur Smetsstraat en andere locaties in Valkenswaard. Dit besluit, dat op 17 november 2009 is genomen, betreft de aanleg van de 'Lage Heideweg', de 'Nieuwe Weg' en de reconstructie van de 'Luikerweg'. De appellanten, bestaande uit drie groepen bewoners, hebben hun beroepen ingediend bij de Raad van State, waarbij zij hun bezwaren tegen het besluit uiteen hebben gezet. De zitting vond plaats op 9 juni 2011, waar de appellanten en vertegenwoordigers van het college aanwezig waren.

De appellanten voerden verschillende argumenten aan, waaronder de noodzaak van een geluidwal bij hun woningen en de vermeende onzorgvuldigheid van het besluit. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft de argumenten van de appellanten beoordeeld en geconcludeerd dat de door hen aangedragen gronden niet opgingen. De Afdeling oordeelde dat het college zich terecht op het standpunt heeft gesteld dat de situatie aan de Monseigneur Smetsstraat verschilt van die van de woning van appellant sub 3, en dat de maatregelen die zijn genomen adequaat zijn. De beroepsgronden van de appellanten werden ongegrond verklaard, en er werd geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.

De uitspraak werd gedaan in naam der Koningin, waarbij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State de beroepen ongegrond verklaarde. De uitspraak is openbaar gedaan op 10 augustus 2011.

Uitspraak

201000723/1/M1.
Datum uitspraak: 10 augustus 2011
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak in het geding tussen:
1. [appellant sub 1A] en [appellant sub 1B] (hierna tezamen en in enkelvoud: [appellant sub 1]), wonend te Valkenswaard,
2. [appellant sub 2A] en [appellante sub 2B] (hierna tezamen en in enkelvoud: [appellant sub 2]), wonend te Westerhoven, gemeente Bergeijk,
3. [appellant sub 3], wonend te Valkenswaard,
en
het college van burgemeester en wethouders van Valkenswaard,
verweerder.
1. Procesverloop
Bij besluit van 17 november 2009 heeft het college ten behoeve van de aanleg van de "Lage Heideweg", de "Nieuwe Weg" en de reconstructie van de "Luikerweg" hogere waarden voor de ten hoogste toelaatbare geluidbelasting als bedoeld in artikel 83 van de Wet geluidhinder vastgesteld voor de woningen aan de Monseigneur Smetsstraat 40, de Victoriedijk 21, 25 en 27, de Luikerweg 137 en het woongebied Monseigneur Smetsstraat te Valkenswaard. Dit besluit is op 10 december 2009 ter inzage gelegd.
Tegen dit besluit hebben [appellant sub 1] bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 19 januari 2010, [appellant sub 2] bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 19 januari 2010, en [appellant sub 3] bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 20 januari 2010, beroep ingesteld. [appellant sub 3] heeft zijn beroep aangevuld bij brief van 18 februari 2010.
Het college heeft een verweerschrift ingediend.
Het college heeft nadere stukken ingediend. Deze zijn aan de andere partijen toegezonden.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 9 juni 2011, waar [appellant sub 1], in persoon, [appellant sub 2], in persoon, [appellant sub 3], vertegenwoordigd door mr. H.A. Gooskens, en het college, vertegenwoordigd door drs. L.A.F. Vorster en ing. H.P.W.M. Janssen, zijn verschenen.
2. Overwegingen
2.1. [appellant sub 3] voert aan dat de aanleg van de Lage Heideweg moet worden betrokken bij de milieueffectrapportage voor de grenscorridor en dat het bestemmingsplan "Lage Heideweg" van de gemeente Bergeijk en het bestemmingsplan "Valkenswaard-Zuid" nog niet zijn vastgesteld. Deze gronden richten zich niet tegen het bestreden besluit en falen reeds om die reden.
2.2. [appellant sub 3] voert aan dat een geluidwal bij zijn woning moet worden aangelegd. Volgens hem is er strijd met het gelijkheidsbeginsel, omdat ook de geluidwal bij het woongebied aan de Monseigneur Smetsstraat feitelijk voor slechts één woning wordt aangelegd.
2.2.1. Ten aanzien van de door [appellant sub 3] gemaakte vergelijking met het woongebied aan de Monseigneur Smetsstraat wordt overwogen dat het college zich op het standpunt heeft gesteld dat deze situatie verschilt van de aan de orde zijnde situatie omdat daar een ontsluitingsweg aan de achtertuinen van negen woningen wordt aangelegd en de geluidwal daar ook dient om de stedenbouwkundige kom van Dommelen maatschappelijk verantwoord af te ronden. Voorts voert het college aan dat bij de woning van [appellant sub 3] een rotonde wordt aangelegd, waardoor het noodzakelijk is dat er voldoende zicht is, een geluidwal vormt daarvoor een belemmering. In hetgeen [appellant sub 3] heeft aangevoerd ziet de Afdeling geen aanleiding voor het oordeel dat het college zich ten onrechte op het standpunt heeft gesteld dat de situatie aan de Monseigneur Smetsstraat niet overeenkomt met de situatie bij de woning van [appellant sub 3].
2.3. [appellant sub 3] voert aan dat het besluit onzorgvuldig is genomen omdat de voorgenomen maatregelen niet voldoende zijn. In ieder geval zou gekozen moeten worden voor een geluidscherm voor zijn woning. Daarbij voert hij aan dat met een kleiner geluidscherm zou kunnen worden volstaan dan waarvan het akoestisch onderzoek dat ten grondslag ligt aan het besluit uitgaat. Omdat een lager scherm goedkoper is, zou de analyse van de kosten en baten in dat geval gunstiger zijn. Volgens hem is sprake van willekeur omdat zijn woning het meest wordt belast, maar ten behoeve van zijn woning geen maatregelen gericht op het terugbrengen van de geluidbelasting worden getroffen.
2.3.1. De Afdeling overweegt dat de Nieuwe Weg en de Lage Heideweg op grond van het bestreden besluit zullen worden uitgevoerd met ZOAB, dan wel een gelijk te stellen geluidabsorberende wegverharding, welke maatregel ook bij de woning van [appellant sub 3] een gunstig effect heeft. [appellant sub 3] heeft niet aannemelijk gemaakt dat met een kleiner geluidscherm kan worden volstaan dan waarvan in het akoestisch rapport is uitgegaan. Deze beroepsgrond faalt.
2.4. [appellant sub 3] voert voorts aan dat een geluidwal landschappelijk beter inpasbaar is dan een geluidscherm. Hij acht het daarom onzorgvuldig dat in het akoestisch rapport in rekenmodel II, dat de maximale maatregelen onderzoekt, het effect van een geluidscherm wordt onderzocht, en in rekenmodel III, dat betrekking heeft op een combinatie van de aanleg van een grondwal bij het woongebied aan de Monseigneur Smetsstraat en het aanvragen van een hogere waarde, het effect van een geluidwal wordt onderzocht. Naar aanleiding van model II wordt geoordeeld dat het plaatsen van geluidschermen op alle locaties niet wenselijk is, omdat deze zo hoog en lang moeten zijn, dat deze landschappelijk gezien in het buitengebied niet passen. Volgens hem is ten onrechte de plaatsing van een geluidwal bij zijn woning niet onderzocht.
2.4.1. Het college heeft zich ter zitting op het standpunt gesteld dat een geluidwal hoger moet zijn dan een geluidscherm om hetzelfde akoestisch effect te bereiken. Bovendien vergt een geluidwal meer ruimtebeslag en zal dus ook meer grond aangekocht dient te worden. Het college acht ook een geluidwal landschappelijk onwenselijk in het buitengebied. Naar het oordeel van de Afdeling heeft het college zich in redelijkheid op dit standpunt kunnen stellen. Deze beroepsgrond faalt.
2.5. [appellant sub 3] voert aan dat de verkeersintensiteit onderschat is. De Lage Heideweg weg brengt een verbinding tussen de N397 en de N69 tot stand. Om de toename van het verkeer, die daarvan het gevolg is, te kunnen inschatten, moet zo betoogt hij een prognoseperiode van tien jaar worden aangehouden.
2.5.1. De Afdeling overweegt dat [appellant sub 3] niet aannemelijk heeft gemaakt dat de nieuwe wegverbinding parallel aan de N69 binnen tien jaar zal worden gerealiseerd. Deze beroepsgrond faalt.
2.6. [appellant sub 2] en [appellant sub 1] voeren aan dat het geluidonderzoek niet correct is, omdat door de aanleg van de wegen in Westerhoven-Riethoven en Dommelen meer verkeersbewegingen ontstaan en daarmee ook meer geluid. Voorts voeren zij aan dat het effect van het afsluiten van de Fressevenweg niet is onderzocht.
2.6.1. Het college stelt zich op het standpunt dat het akoestisch onderzoek naar aanleiding van een aantal zienswijzen opnieuw is uitgevoerd, waarbij rekening is gehouden met de aanleg van een geluidwal en met het gebruik van ZOAB. Daarbij zijn verkeersgegevens uit het geactualiseerde verkeersmodel gebruikt. In het onderzoek van augustus 2009 is hersteld dat in het onderzoek van maart 2009 ten onrechte is uitgegaan van een dubbeltelling van het geprognosticeerde vrachtverkeer. Volgens het college blijkt uit onderzoek van DHV dat zich in Westerhoven en Riethoven een zeer beperkte toename van het aantal verkeersbewegingen zal voordoen door de aanleg van de Lage Heideweg en het afsluiten van de Fressevenweg. Door de aanleg van de Lage Heideweg zal het aantal verkeersbewegingen in de kern van Dommelen afnemen.
2.6.2. De Afdeling overweegt dat akoestisch onderzoek buiten de zone op grond van de Wet geluidhinder niet vereist is. Deze beroepsgrond faalt reeds hierom.
2.7. De beroepen zijn ongegrond.
2.8. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3. Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
verklaart de beroepen ongegrond.
Aldus vastgesteld door mr. W.D.M. van Diepenbeek, voorzitter, en mr. M.W.L. Simons-Vinckx en drs. W.J. Deetman, leden, in tegenwoordigheid van mr. T.L.J. Drouen, ambtenaar van staat.
w.g. Van Diepenbeek w.g. Drouen
voorzitter ambtenaar van staat
Uitgesproken in het openbaar op 10 augustus 2011
433.