ECLI:NL:RVS:2011:BR3972

Raad van State

Datum uitspraak
25 juli 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
201103644/2/R4
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
  • Th.C. van Sloten
  • T.L.J. Drouen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorlopige voorziening inzake wijzigingsplan Oostakkers Hollum door college van burgemeester en wethouders van Ameland

Op 15 februari 2011 heeft het college van burgemeester en wethouders van Ameland het wijzigingsplan "Oostakkers Hollum" vastgesteld. Tegen dit besluit heeft de verzoeker, wonend te Hollum, op 28 maart 2011 beroep ingesteld bij de Raad van State. Op 17 mei 2011 heeft de verzoeker de voorzitter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen. De voorzitter heeft het verzoek op 13 juli 2011 ter zitting behandeld, waarbij de verzoeker werd bijgestaan door mr. A.H. van der Wal, advocaat te Leeuwarden, en het college werd vertegenwoordigd door R. Korvemaker, werkzaam bij de gemeente.

De voorzitter overweegt dat het oordeel voorlopig is en niet bindend in de bodemprocedure. De verzoeker betoogt dat het college onbevoegd is om de bestemming van het perceel Oostakkers te wijzigen van "Bedrijf" naar "Wonen-1", omdat er geen bouwvlak is aangegeven. Hij stelt dat de wijzigingsbevoegdheid uitsluitend kan worden toegepast op gronden met de aanduiding 'wro-zone - wijzigingsgebied 6', wat in dit geval niet van toepassing is. Daarnaast voert hij aan dat de wijziging van een gedeelte van de grond met de bestemming "Verkeer-Parkeerterrein" naar "Wonen-1" eveneens onbevoegd is.

De voorzitter concludeert dat het college niet bevoegd was om een bouwvlak toe te voegen aan het perceel, omdat de voorwaarden voor wijziging van de bestemming niet zijn nageleefd. Gelet op deze overwegingen heeft de voorzitter besloten om de voorlopige voorziening te treffen, waarbij het besluit van het college wordt geschorst. Tevens is het college veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van de verzoeker, die in totaal € 939,94 bedragen, en het griffierecht van € 152,00 dient te worden vergoed.

Uitspraak

201103644/2/R4.
Datum uitspraak: 25 juli 2011
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen:
[verzoeker], wonend te Hollum, gemeente Ameland,
en
het college van burgemeester en wethouders van Ameland,
verweerder.
1. Procesverloop
Bij besluit van 15 februari 2011 heeft het college het wijzigingsplan "Oostakkers Hollum" vastgesteld.
Tegen dit besluit heeft [verzoeker] bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 28 maart 2011, beroep ingesteld.
Bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 17 mei 2011, heeft [verzoeker] de voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzitter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 13 juli 2011, waar [verzoeker], in persoon en bijgestaan door mr. A.H. van der Wal, advocaat te Leeuwarden, en het college, vertegenwoordigd door R. Korvemaker, werkzaam bij de gemeente, zijn verschenen.
2. Overwegingen
2.1. Het oordeel van de voorzitter heeft een voorlopig karakter en is niet bindend in de bodemprocedure.
2.2. Bij het besluit heeft het college de bestemming "Bedrijf" van het perceel Oostakkers te Hollum, kadastraal bekend gemeente Ballum, sectie […], nummer […], gewijzigd in de bestemming "Wonen-1".
2.3. [verzoeker] voert aan dat artikel 5, lid 5.8.1, onder e, van de planregels van het bestemmingsplan "Hollum 2009"niet de mogelijkheid biedt de bestemming "Bedrijf" te wijzigen in "Wonen-1". Er kan volgens hem geen vergunning verleend worden voor de bouw van een woning op dit perceel, omdat op dit perceel geen bouwvlak is aangegeven. Hij wijst erop dat ingevolge artikel 26, lid 26.2.1, onder b, een hoofdgebouw binnen het bouwvlak gebouwd dient te worden en dat artikel 26, lid 26.8.1, onder a, het enkel mogelijk maakt om het bouwvlak te wijzigen. Hij betoogt dat op grond van het bestemmingsplan "Hollum 2009" de bevoegdheid om bouwvlakken toe te voegen uitsluitend kan worden toegepast op gronden met de aanduiding ‘wro-zone - wijzigingsgebied 6’ en dat het onderhavige perceel deze aanduiding niet heeft. Hij concludeert dat met het besluit geen bouwvlak is toegevoegd, of, indien dat wel is gebeurd, dat dat onbevoegd is gebeurd. Het besluit is daarmee volgens hem tevens ondeugdelijk gemotiveerd.
[verzoeker] voert voorts aan dat met het besluit ook een gedeelte van de grond met de bestemming "Verkeer-Parkeerterrein" is gewijzigd in de bestemming "Wonen-1". In zoverre is het volgens hem eveneens onbevoegd genomen. Wanneer het besluit niet ziet op dit deel van de gronden, is het bouwplan naar zijn mening niet te realiseren met inachtneming van de bestemming "Verkeer-Parkeerterrein". Ook is het realiseren van het bouwplan volgens hem in strijd met de Wegenwet. Voorts komt de verkeersveiligheid in het gedrang, omdat het dan niet meer mogelijk is te draaien in de smalle straat, zo betoogt [verzoeker].
2.4. Ingevolge artikel 5, lid 5.8.1, aanhef en onder e, van de planregels kan het college het plan wijzigen in die zin dat de bestemming "Bedrijf" wordt gewijzigd naar de bestemming "Wonen-1", mits:
1. deze wijzigingsbevoegdheid uitsluitend wordt toegepast ter plaatse van de aanduiding "wro-zone - wijzigingsgebied 7";
2. na toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid de regels van artikel 26 van toepassing zijn.
Ingevolge artikel 26, lid 26.2.1, aanhef en onder b, geldt, voor zover thans van belang, voor het bouwen van hoofdgebouwen de volgende regel: een hoofdgebouw zal binnen een bouwvlak worden gebouwd.
Ingevolge lid 26.8.1 aanhef en onder a, kan het college het plan wijzigen in die zin dat de situering en de vorm van bouwvlakken worden gewijzigd.
Ingevolge lid 26.8.1, aanhef en onder g, kan het college het plan wijzigen in die zin dat binnen de bestemming "Wonen-1" bouwvlakken worden toegevoegd, mits:
1. deze wijzigingsbevoegdheid uitsluitend wordt toegepast ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone - wijzigingsgebied 6’;
2. de oppervlakte van het woonhuis ten hoogte 120 m² zal bedragen.
Ingevolge artikel 34, lid 34.1.1, aanhef en onder a, onder 4, voor zover thans van belang, kan het college het plan wijzigen in die zin dat:
a. de bestemming(en) "Bedrijf" wordt gewijzigd in de bestemming "Wonen-1" mits:
4. na toepassing van de betreffende wijzigingsbevoegdheid ten minste de regels van artikel 26 of 27 van toepassing zijn.
2.5. Het college heeft een nieuw bouwvlak aangebracht waarop de planregels van toepassing zijn.
2.6. De voorzitter overweegt dat het perceel in het bestemmingsplan "Hollum 2009" de aanduiding "wro-zone - wijzigingsgebied 7" heeft. De voorzitter is voorshands van oordeel dat op grond van artikel 5, lid 5.8.1, aanhef en onder e, onder 2, van de planregels artikel 26 van toepassing is en dat op grond van artikel 26, lid 26.2.1, aanhef en onder b, een hoofdgebouw binnen een bouwvlak moet worden gebouwd. Eveneens is de voorzitter voorshands van oordeel dat artikel 26, lid 26.8.1, aanhef en onder a, het enkel mogelijk maakt dat een bouwvlak gewijzigd wordt en dat artikel 26, lid 26.8.1, aanhef en onder g, het uitsluitend ter plaatse van de aanduiding "wro-zone - wijzigingsgebied 6" mogelijk maakt bouwvlakken toe te voegen, zodat het college naar het voorlopig oordeel van de voorzitter niet bevoegd was op het onderhavige perceel een bouwvlak toe te voegen. Hetgeen [verzoeker] voor het overige heeft aangevoerd, behoeft geen bespreking.
2.7. Gelet op het vorenstaande ziet de voorzitter aanleiding de hierna te melden voorlopige voorziening te treffen.
2.8. Het college dient op na te melden wijze tot vergoeding van de proceskosten te worden veroordeeld.
3. Beslissing
De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
I. schorst bij wijze van voorlopige voorziening het besluit van het college van burgemeester en wethouders van Ameland van 15 februari 2011, kenmerk VT/SY;
II. veroordeelt het college van burgemeester en wethouders van Ameland tot vergoeding van bij [verzoeker] in verband met de behandeling van het verzoek opgekomen proceskosten tot een bedrag van € 939,94 (zegge: negenhonderdnegenendertig euro en vierennegentig cent), waarvan € 874,00 is toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand;
III. gelast dat het college van burgemeester en wethouders van Ameland aan [verzoeker] het door hem voor de behandeling van het verzoek betaalde griffierecht ten bedrage van € 152,00 (zegge: honderdtweeënvijftig euro) vergoedt.
Aldus vastgesteld door mr. Th.C. van Sloten, als voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. T.L.J. Drouen, ambtenaar van staat.
w.g. Van Sloten w.g. Drouen
voorzitter ambtenaar van staat
Uitgesproken in het openbaar op 25 juli 2011
433.