ECLI:NL:RVS:2011:BR3399

Raad van State

Datum uitspraak
27 juli 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
201010297/1/R2
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • M.L.J. Spierdijk
  • L.M. Louerse
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bestemmingsplan Buitengebied en ontvankelijkheid van beroepen

In deze zaak gaat het om de vaststelling van het bestemmingsplan "6e herziening bestemmingsplan Buitengebied" door de raad van de gemeente Veere op 1 juli 2010. Tegen dit besluit hebben twee appellanten, [appellant sub 1] en de besloten vennootschap De Heksenketel Veere B.V., beroep ingesteld bij de Raad van State. De Heksenketel heeft haar beroep later aangevuld. Tijdens de zitting op 27 juni 2011 zijn beide appellanten vertegenwoordigd door mr. W. Krijger, terwijl de raad werd vertegenwoordigd door mr. M.L.J. Spierdijk en L.M. Louerse, beiden werkzaam bij de gemeente. Ook was er een derde partij aanwezig, vertegenwoordigd door mr. M.J. Smaling.

De raad van de gemeente Veere heeft in zijn verweerschrift betoogd dat de beroepen van De Heksenketel en [appellant sub 1] niet-ontvankelijk zijn. De raad stelt dat De Heksenketel geen rechtstreeks betrokken belang heeft bij het besluit en dat de afstand tussen de woning van [appellant sub 1] en het agrarische bedrijf van de derde partij te groot is om als belanghebbende te worden aangemerkt. Dit zou betekenen dat [appellant sub 1] geen zicht heeft op het bedrijf van de derde partij, wat zijn ontvankelijkheid in het geding zou aantasten.

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft in deze uitspraak de relevante wetgeving, zoals de Wet ruimtelijke ordening en de Algemene wet bestuursrecht, in overweging genomen. De uitspraak benadrukt het belang van de definitie van belanghebbende en de voorwaarden waaronder beroep kan worden ingesteld tegen besluiten omtrent bestemmingsplannen. De zaak is van belang voor de rechtspraktijk, omdat het de grenzen van de ontvankelijkheid van beroepen in het bestuursrecht verduidelijkt.

Uitspraak

201010297/1/R2.
Datum uitspraak: 27 juli 2011
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak in het geding tussen:
1. [appellant sub 1], wonend te Grijpskerke, gemeente Veere,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid De Heksenketel Veere B.V. en [appellante sub 2] (hierna in enkelvoud: De Heksenketel), gevestigd dan wel wonend te Veere,
appellanten,
en
de raad van de gemeente Veere,
verweerder.
1. Procesverloop
Bij besluit van 1 juli 2010 heeft de raad het bestemmingsplan "6e herziening bestemmingsplan Buitengebied" vastgesteld.
Tegen dit besluit hebben [appellant sub 1] bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 26 oktober 2010, en De Heksenketel bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 27 oktober 2010, beroep ingesteld. De Heksenketel heeft haar beroep aangevuld bij brief van 26 november 2010.
De raad heeft een verweerschrift ingediend.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 27 juni 2011, waar [appellant sub 1] en De Heksenketel, beiden vertegenwoordigd door mr. W. Krijger, en de raad, vertegenwoordigd door mr. M.L.J. Spierdijk en L.M. Louerse, beiden werkzaam bij de gemeente, zijn verschenen.
Voorts is ter zitting als partij gehoord [partij], vertegenwoordigd door mr. M.J. Smaling.
2. Overwegingen
2.1. Ter zitting heeft De Heksenketel het beroep, voor zover ingediend door de commanditaire vennootschap Haflingerhof De Heksenketel C.V., ingetrokken.
2.2. De raad stelt zich op het standpunt dat de beroepen van De Heksenketel en [appellant sub 1] niet-ontvankelijk zijn. In dit kader betoogt de raad dat De Heksenketel geen rechtstreeks bij het besluit betrokken belang heeft. Voorts is de afstand tussen de woning van [appellant sub 1] en het naburige agrarische bedrijf van [partij] te groot om als belanghebbende te worden aangemerkt. Bovendien heeft [appellant sub 1] geen zicht op het bedrijf van [partij].
2.2.1. Ingevolge artikel 8.2, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wet ruimtelijke ordening (hierna: Wro), voor zover hier van belang, kan een belanghebbende bij de Afdeling beroep instellen tegen een besluit omtrent de vaststelling van een bestemmingsplan.
Ingevolge artikel 1:2, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb), wordt onder belanghebbende verstaan degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken.
2.2.2. Ten aanzien van de ontvankelijkheid van het beroep van De Heksenketel wordt overwogen dat volgens vaste jurisprudentie (vergelijk de uitspraak van de Afdeling van 19 september 2007 in zaak nr.