ECLI:NL:RVS:2011:BR3399
Raad van State
- Eerste aanleg - meervoudig
- M.L.J. Spierdijk
- L.M. Louerse
- Rechtspraak.nl
Bestemmingsplan Buitengebied en ontvankelijkheid van beroepen
In deze zaak gaat het om de vaststelling van het bestemmingsplan "6e herziening bestemmingsplan Buitengebied" door de raad van de gemeente Veere op 1 juli 2010. Tegen dit besluit hebben twee appellanten, [appellant sub 1] en de besloten vennootschap De Heksenketel Veere B.V., beroep ingesteld bij de Raad van State. De Heksenketel heeft haar beroep later aangevuld. Tijdens de zitting op 27 juni 2011 zijn beide appellanten vertegenwoordigd door mr. W. Krijger, terwijl de raad werd vertegenwoordigd door mr. M.L.J. Spierdijk en L.M. Louerse, beiden werkzaam bij de gemeente. Ook was er een derde partij aanwezig, vertegenwoordigd door mr. M.J. Smaling.
De raad van de gemeente Veere heeft in zijn verweerschrift betoogd dat de beroepen van De Heksenketel en [appellant sub 1] niet-ontvankelijk zijn. De raad stelt dat De Heksenketel geen rechtstreeks betrokken belang heeft bij het besluit en dat de afstand tussen de woning van [appellant sub 1] en het agrarische bedrijf van de derde partij te groot is om als belanghebbende te worden aangemerkt. Dit zou betekenen dat [appellant sub 1] geen zicht heeft op het bedrijf van de derde partij, wat zijn ontvankelijkheid in het geding zou aantasten.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft in deze uitspraak de relevante wetgeving, zoals de Wet ruimtelijke ordening en de Algemene wet bestuursrecht, in overweging genomen. De uitspraak benadrukt het belang van de definitie van belanghebbende en de voorwaarden waaronder beroep kan worden ingesteld tegen besluiten omtrent bestemmingsplannen. De zaak is van belang voor de rechtspraktijk, omdat het de grenzen van de ontvankelijkheid van beroepen in het bestuursrecht verduidelijkt.