ECLI:NL:RVS:2011:BR3262
Raad van State
- Hoger beroep
- S.F.M. Wortmann
- F.B. van der Maesen de Sombreff
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen vrijstelling en bouwvergunning voor appartementencomplex in Zeeland
In deze zaak gaat het om een hoger beroep dat is ingesteld door een appellant tegen een uitspraak van de rechtbank 's-Hertogenbosch. De rechtbank had op 16 november 2010 het beroep van de appellant ongegrond verklaard, dat zich richtte tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Landerd. Dit college had op 17 augustus 2007 vrijstelling en een bouwvergunning verleend aan Woonmaatschappij Maasland, thans Stichting Mooiland, voor de bouw van 24 appartementen en 8 patiowoningen op de percelen Vlasroot en Nonnenhof in Zeeland. De appellant betoogt dat de rechtbank niet heeft onderkend dat het besluit tot het verlenen van de vrijstelling en bouwvergunning berust op een onjuiste voorstelling van zaken, gepresenteerd door Stichting Mooiland. Hij stelt dat de rechtbank onvoldoende belang heeft gehecht aan de financiële aspecten van het project, en dat Stichting Mooiland oneigenlijke argumenten heeft gebruikt om de medewerking van de gemeente af te dwingen voor het wijzigen van het oorspronkelijke plan van een appartementencomplex met twee bouwlagen naar een complex met drie bouwlagen.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft de zaak op 17 juni 2011 ter zitting behandeld. De appellant, bijgestaan door een gemachtigde, en het college, vertegenwoordigd door J.H. van Alphen, waren aanwezig. Ook Stichting Mooiland was vertegenwoordigd door D. Stillewagt. De Afdeling overweegt dat de enkele omstandigheid dat een gebouw met twee lagen ook economisch rendabel zou zijn, niet betekent dat voor het ingediende bouwplan in redelijkheid geen vrijstelling kan worden verleend. De economische en financiële aspecten zijn niet bepalend voor de beoordeling van de rechtmatigheid van het besluit tot verlenen van de vrijstelling en bouwvergunning. De rechtbank heeft terecht geen doorslaggevende betekenis aan deze aspecten gehecht. Het hoger beroep van de appellant is ongegrond verklaard, en de aangevallen uitspraak is bevestigd. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.