ECLI:NL:RVS:2011:BR3190

Raad van State

Datum uitspraak
19 juli 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
201103134/5/R1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om voorlopige voorziening tegen bestemmingsplan Recreatiegebied Ganzendiep

Op 29 januari 2011 heeft de raad van de gemeente Kampen het bestemmingsplan "Recreatiegebied Ganzendiep" vastgesteld. Tegen dit besluit heeft verzoeker, [verzoeker A] en [verzoekster B], bij brief ingediend op 4 april 2011, beroep ingesteld bij de Raad van State. Tevens is er op 4 mei 2011 een verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening ingediend. De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak heeft het verzoek op 6 juli 2011 ter zitting behandeld, waarbij verzoeker en de raad vertegenwoordigd door S.H. Koopmans aanwezig waren. De voorzitter heeft overwogen dat het verzoek om schorsing van het bestemmingsplan is gericht op de percelen De Noord 128, 129 en 132, waar recreatiewoonschepen zijn bestemd. Verzoeker stelt dat deze bestemmingen onterecht zijn en dat hij handhavingsprocedures heeft gestart tegen de aanleg van deze schepen. De voorzitter heeft vastgesteld dat de bestemmingen van de percelen niet toestaan dat recreatiewoonschepen worden aangelegd, en dat verzoeker geen belang heeft bij schorsing van het besluit. Daarom is het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. De beslissing is openbaar uitgesproken op 19 juli 2011.

Uitspraak

201103134/5/R1.
Datum uitspraak: 19 juli 2011
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen onder meer:
[verzoeker A] en [verzoekster B], wonend te Heino, gemeente Raalte (hierna tezamen en in enkelvoud: [verzoeker]),
en
de raad van de gemeente Kampen,
verweerder.
1. Procesverloop
Bij besluit van 29 januari 2011 heeft de raad het bestemmingsplan "Recreatiegebied Ganzendiep" vastgesteld.
Tegen dit besluit heeft onder meer [verzoeker] bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 4 april 2011, beroep ingesteld.
Bij brief, bij de Raad van State per faxbericht ingekomen op 4 mei 2011, heeft [verzoeker] de voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzitter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 6 juli 2011, waar [verzoeker A] en [verzoekster B], en de raad, vertegenwoordigd door S.H. Koopmans, werkzaam bij de gemeente, zijn verschenen.
2. Overwegingen
2.1. Het oordeel van de voorzitter heeft een voorlopig karakter en is niet bindend in de bodemprocedure.
2.2. [verzoeker] is eigenaar van het perceel [locatie] en verzoekt schorsing van het plan voor zover dit betrekking heeft op de percelen De Noord 128, 129 en 132. Volgens [verzoeker] zijn de recreatiewoonschepen op deze percelen ten onrechte als zodanig bestemd. Het verzoek is erop gericht om te voorkomen dat het voorliggende plan in werking treedt. In dit verband wijst [verzoeker] op de handhavingsprocedure die hij gestart is tegen de aanleg van recreatiewoonschepen op de percelen De Noord 128 en 129.
2.2.1. Aan de percelen De Noord 128, 129 en 132 is de bestemming "Recreatie (R)" toegekend.
Ingevolge artikel 3, lid 3.1, van de planregels, voor zover hier van belang, zijn de voor "Recreatie (R)" bestemde gronden bestemd voor standplaatsen voor kampeermiddelen en recreatiewoningen.
Ingevolge lid 3.5, aanhef en onder c, wordt tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, in ieder geval gerekend het gebruik van de gronden als ligplaats voor een recreatiewoonschip.
2.2.2. Gelet op de verbeelding in samenhang bezien met artikel 3, lid 3.1, en lid 3.5, aanhef en onder c, van de planregels is het niet toegestaan om op de percelen De Noord 128, 129 en 132 recreatiewoonschepen aan te leggen. Voorts is aan de percelen De Noord 128, 129 en 132 niet de functieaanduiding "(sr-rwl) specifieke vorm van recreatie - recreatiewoonschepenligplaats" toegekend. Gelet op het voorgaande heeft [verzoeker] geen belang bij schorsing van het bestreden besluit.
2.3. Gelet op het voorgaande bestaat aanleiding het verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening af te wijzen.
2.4. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3. Beslissing
De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
wijst het verzoek af.
Aldus vastgesteld door mr. J.A.W. Scholten-Hinloopen, als voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. P.A. Melse, ambtenaar van staat.
w.g. Scholten-Hinloopen w.g. Melse
voorzitter ambtenaar van staat
Uitgesproken in het openbaar op 19 juli 2011
191-675.