ECLI:NL:RVS:2011:BR2267
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- C.H.M. van Altena
- M.R. Poot
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in bestuursrechtelijke geschil over geluidswerende voorzieningen
In deze zaak heeft de minister van Infrastructuur en Milieu op 19 oktober 2009 geweigerd om geluidswerende voorzieningen aan te brengen aan de achterzijde van de woonkamer en het grote keukenraam van de woning van de wederpartij. De wederpartij heeft hiertegen beroep ingesteld bij de rechtbank Amsterdam, die op 30 december 2010 het beroep gegrond verklaarde en de minister opdroeg een nieuw besluit te nemen. De minister heeft vervolgens hoger beroep ingesteld bij de Raad van State, waarbij hij verzocht heeft om een voorlopige voorziening. De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak heeft het verzoek op 7 juli 2011 behandeld, waarbij zowel de minister als de wederpartij aanwezig waren. De voorzitter heeft geoordeeld dat de minister in afwachting van de uitspraak op het hoger beroep geen gevolg hoeft te geven aan de bestreden uitspraak van de rechtbank, wat betreft de verplichting om een nieuw besluit te nemen. Dit besluit is genomen om de minister de ruimte te geven om zijn hoger beroep af te wachten zonder dat hij direct aan de uitspraak van de rechtbank hoeft te voldoen. De beslissing is op 14 juli 2011 openbaar uitgesproken.